Overgangsrecht geluid: bestaande besluiten en instrumenten naar de Omgevingswet
Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet vervallen enkele wetten of delen van wetten. Daarbij vervallen dan ook bestaande regels. Ook vervalt de wettelijke grondslag onder op die wetten gebaseerde besluiten. Toch is het van belang dat de werking van deze regels en besluiten doorloopt. Het overgangsrecht regelt dit, bijvoorbeeld hoe het bevoegd gezag moet omgaan met in het verleden genomen besluiten.
Instrumenten en besluiten geluid
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo):
Activiteitenbesluit:
Algemene plaatselijke verordening (Apv):
Wet geluidhinder (Wgh):
- Hogere-waardebesluit
- Geluidreductieplan gezoneerd industrieterrein
- Verplichting tot het treffen van maatregelen
Wet milieubeheer (Wm):
- Geluidbelastingkaarten
- Actieplan geluid
- Vastgestelde geluidproductieplafonds
- Ontheffing verplichting tot naleving geluidproductieplafond
- Verplichting tot het treffen van maatregelen
Wet luchtvaart (WLV):
Geluid en de omgevingsvergunning milieu (Wabo)
Een omgevingsvergunning milieu geldt als een omgevingsvergunning milieubelastende activiteit.
Het begrip inrichting is vervallen en de grenzen van de vergunningplicht zijn soms aangepast. Daarom geldt specifiek overgangsrecht voor de voorschriften van de omgevingsvergunning milieu. Er zijn 3 situaties mogelijk (artikel 4.13, Invoeringswet Omgevingswet):
- Een voorschrift over geluid geldt als een voorschrift omgevingsvergunning milieubelastende activiteit.
Dit is het geval als de activiteiten van de inrichting gelijk zijn aan de aangewezen vergunningplichtige milieubelastende activiteit. - Vergunningvoorschriften over geluid die gaan over alle activiteiten van de inrichting (zoals immissiewaarden) gelden als een maatwerkvoorschrift omgevingsplan.
Dit is het geval als er ook activiteiten van de inrichting zijn die niet vallen onder de aangewezen vergunningplichtige milieubelastende activiteit. - Het vergunningvoorschrift over geluid geldt als een maatwerkvoorschrift omgevingsplan.
Dit is het geval als de vergunningplicht vervalt.
Ad 2. In artikel 4.13, Invoeringswet Omgevingswet staat alleen maatwerkvoorschrift. Er wordt niet gedefinieerd of het (voormalige) vergunningvoorschrift een maatwerkvoorschrift is op basis van hoofdstuk 4 of 5 Besluit activiteiten leefomgeving (Bal), of op basis van het omgevingsplan. Dit hangt namelijk af van de concrete inhoud van het (voormalige) vergunningvoorschrift. Kan het (voormalige) voorschrift gesteld worden op basis van het Bal, dan geldt het als een maatwerkvoorschrift Bal.
Geluid wordt onder de Omgevingswet primair geregeld in het omgevingsplan. Het Bal bevat maar een beperkt aantal regels gericht op het voorkomen van geluid. Bijvoorbeeld sommige activiteiten moeten inpandig worden uitgevoerd. Voormalige vergunningvoorschriften over geluid die op basis van artikel 4.13, Invoeringswet gelden als maatwerkvoorschriften, gelden daarom vrijwel altijd als maatwerkvoorschriften op basis van het omgevingsplan.
Geluid en regels Activiteitenbesluit
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt een aantal onderwerpen gedecentraliseerd, zoals geluid van activiteiten. Om bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet te zorgen voor continuïteit, staan de oude regels over geluid van het Activiteitenbesluit in het tijdelijk deel omgevingsplan, onderdeel bruidsschat. Dit is geregeld via artikel 7.1 Invoeringsbesluit Omgevingswet.
Meer informatie vindt u op Geluid en de bruidsschat.
Geluid en maatwerk Activiteitenbesluit
Een maatwerkbesluit Activiteitenbesluit gericht op geluid geldt als een maatwerkvoorschrift omgevingsplan. Dit staat in artikel 8.1.5 Invoeringsbesluit Omgevingswet.
Het hangt af van de concrete inhoud van een maatwerkvoorschrift of dit gezien moet worden als een maatwerkvoorschrift op basis van hoofdstuk 4 of 5 Besluit activiteiten leefomgeving, of als een maatwerkvoorschrift omgevingsplan. Voorschriften over geluid bestaan meestal uit normen en/of middelvoorschriften om geluidhinder te voorkomen. Onder de Omgevingswet wordt geluid van (milieu)belastende activiteiten primair geregeld in het omgevingsplan. Hierdoor zal als regel het maatwerkbesluit Activiteitenbesluit als een maatwerkvoorschrift omgevingsplan gezien moeten worden.
Geluid en bepalingen Apv
Bepalingen in de Algemene plaatselijke verordening met hun grondslag in het Activiteitenbesluit, zoals onversterkte muziek en festiviteiten, blijven na inwerkingtreding van de Omgevingswet hun werking behouden. Dit is geregeld in artikel 8.2.2, Invoeringsbesluit Omgevingswet voor medebewindsverordeningen, en in artikel 22.4, Omgevingswet voor autonome verordeningen.
Hogere-waardebesluit (Wgh)
Een hogere-waardebesluit Wet geluidhinder wordt onderdeel van het tijdelijk deel omgevingsplan. Dit staat in artikel IX Aanvullingsbesluit geluid.
Geluidreductieplan gezoneerd industrieterrein (Wgh)
Een geluidreductieplan (artikel 67, Wgh) geldt na inwerkingtreding van de Omgevingswet als een programma afdeling 3.2 Omgevingswet. Dit staat in artikel 3.6 Aanvullingswet geluid.
Verplichting tot het treffen van maatregelen (Wgh)
Een verplichting tot het nemen van maatregelen op basis van de Wet geluidhinder bij de aanleg of wijziging van een gemeentelijke of provinciale weg blijft bestaan na inwerkingtreding van de Omgevingswet. Het gaat hier bijvoorbeeld om maatregelen die de binnenwaarde van een woning borgen. Dit staat in artikel 3.4, Aanvullingswet geluid.
Geluidbelastingkaarten (Wm)
Een geluidbelastingkaart hoofdstuk 11 Wet milieubeheer (Wm) geldt als een geluidbelastingkaart artikel 20.17, Omgevingswet. Dit staat in artikel 4.97, Invoeringswet Omgevingswet.
Actieplan geluid (Wm)
Een actieplan geluid hoofdstuk 11 Wet milieubeheer geldt als een Actieplan geluid artikel 3.6, Omgevingswet. Dit staat in artikel 4.98, Invoeringswet Omgevingswet.
Vastgestelde geluidproductieplafonds (hoofdstuk 11 Wm)
Vastgestelde geluidproductieplafonds Wm worden bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet herberekend naar geluidproductieplafonds als omgevingswaarde, op basis van de rekenvoorschriften uit de Omgevingsregeling. De herberekende geluidproductieplafonds gelden als bij besluit vastgestelde geluidproductieplafonds als omgevingswaarde artikel 2.15, lid 2, Omgevingswet. Dit staat in artikel 3.2, Aanvullingswet geluid.
Deze rekentechnische aanpassing is noodzakelijk vanwege technische verbeteringen aan de rekenvoorschriften. De technische verbeteringen wijzigen de geluidruimte en het beschermingsniveau niet. De herberekende geluidproductieplafonds als omgevingswaarde moeten binnen 4 weken na de herberekening beschikbaar zijn in het geluidregister. Dit staat in artikel 15.4, Omgevingsbesluit.
Voorgaande geldt ook voor de onder overgangsrecht vastgestelde geluidproductieplafonds Wm na inwerkingtreding van de Omgevingswet. Ook deze geluidproductieplafonds Wm worden herberekend naar geluidproductieplafonds als omgevingswaarde artikel 2.15, lid 2, Omgevingswet.
Ontheffing verplichting tot naleving geluidproductieplafond (Wm)
Een ontheffing van de verplichting tot naleving van een geluidproductieplafond (artikel 11.24, Wm) geldt als een bij besluit vastgesteld geluidproductieplafond als omgevingswaarde in artikel 2.15, lid 2, Omgevingswet. Dit staat in artikel 3.2, Aanvullingswet geluid.
Verplichting tot het treffen van maatregelen (Wm)
Een verplichting tot het treffen van maatregelen op basis van hoofdstuk 11 Wm blijft bestaan na inwerkingtreding van de Omgevingswet. Dit staat in artikel 3.1, Aanvullingswet geluid.
Geluidbelastingkaarten (WLV)
Een geluidbelastingkaart titel 8A.4 Wet luchtvaart geldt als een geluidbelastingkaart artikel 20.17, Omgevingswet. Dit staat in artikel 4.86, Invoeringswet Omgevingswet.
Actieplan geluid (WLV)
Een actieplan geluid titel 8A.4 Wet luchtvaart geldt als een Actieplan geluid artikel 3.8 (provincie) of artikel 3.9 (Rijk) Omgevingswet. Dit staat in de artikelen 4.87 (Rijk) en 4.88 (provincie) van de Invoeringswet Omgevingswet.