Geur van het broeien en koken van dierlijke bijproducten

Omgevingsplan: tijdelijk en nieuw deel

In het omgevingsplan staan de algemene regels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) voor de bescherming tegen geur door activiteiten. Deze regels staan eerst in het tijdelijk deel en later in het nieuwe deel van het omgevingsplan.

Tijdelijk deel omgevingsplan

Direct na de inwerkingtreding van de Omgevingswet bevat elk omgevingsplan van rechtswege een tijdelijk deel met regels. Daaraan moet een bedrijf dat dierlijke bijproducten bewerkt voldoen totdat de gemeente nieuwe regels opstelt.

De regels over geur voor het bewerken van dierlijke bijproducten die vroeger onder het Activiteitenbesluit vielen, staan  nu grotendeels in de bruidsschat Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). De bruidsschat is onderdeel van het tijdelijk deel van het omgevingsplan.

Nieuw deel omgevingsplan

De gemeente kan (voor een deel van het grondgebied) nieuwe geurregels maken. Deze geurregels moeten passen binnen de instructieregels over geur die in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) staan. De gemeente moet dus regelen dat de geur door een activiteit aanvaardbaar is.

Geurmaatregelen voor het bewerken van dierlijke bijproducten

Tijdelijk deel omgevingsplan: regels in de bruidsschat

Soms wordt verhitting toegepast op bijproducten, zoals hoeven. Het bedrijf kan die bijproducten als laatste bewerking voor afvoering nog koken of broeien (in heet water). Voor die verhitting staan regels over geur in de bruidsschat.

Het bedrijf heeft bij oprichting of bij wijziging van zijn activiteit de keuze uit:

• een afvoerpijp 2 meter bovendaks binnen 25 meter van bebouwing
• een ontgeuringsinstallatie

Als een gebouw (of een gedeelte van het gebouw) zich binnen 25 meter bevindt van het bedrijf, moet gekeken worden naar het hoogste punt van het gebouw. Dit geldt ook voor het eigen gebouw. Uiteindelijk is het doel het zorgen voor een betere verspreiding. Hiervoor is het hoogste punt van belang.

Het goed onderhouden van de ontgeuringsinstallatie valt onder de specifieke zorgplicht (artikel 22.44 bruidsschat omgevingsplan).

Nieuw deel omgevingsplan

De algemene instructieregel voor geur in het omgevingsplan is dat de geur van een activiteit op een geurgevoelig gebouw aanvaardbaar moet zijn. Er staat in het Bkl geen aparte instructieregel voor geurmaatregelen bij het bewerken van dierlijke bijproducten. De gemeente kan dus zelf bepalen of en wat ze voor het bewerken van dierlijke bijproducten wil regelen en welke regels ze hiervoor opneemt in het omgevingsplan. Ook bepaalt de gemeente welke mate van geur nog aanvaardbaar is.

Maatwerkvoorschriften

Bestaande maatwerkvoorschriften voor geur van voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet blijven geldig (artikel 8.1.5 Invoeringsbesluit Omgevingswet).

Tijdelijk deel omgevingsplan

In de bruidsschat staat een algemeen artikel over maatwerk (artikel 22.45 bruidsschat omgevingsplan). Daarin is bepaald dat de instructieregels voor geur uit het Bkl ook van toepassing zijn. Bij het opstellen van maatwerkvoorschriften geldt daardoor de bepaling in het Bkl dat de geur op geurgevoelige gebouwen aanvaardbaar moet zijn.

Nieuw deel omgevingsplan

De gemeente regelt in het omgevingsplan of en in welke vorm zij maatwerkvoorschriften voor het bewerken van dierlijke bijproducten opstelt. De mogelijkheden voor maatwerk moeten passen binnen de instructieregels van het Bkl.

Meer informatie

Thema Geur en de Omgevingswet