Status en toepassingsgebied mengvoederindustrie
De pagina's over de mengvoederindustrie hebben de status van een informatiedocument. Het bevat afspraken tussen bedrijven en omgevingsdiensten over de berekening van geuremissie, bijhouden van gegevens en toezicht op geur.
Totstandkoming pagina's mengvoederindustrie
De informatie op deze pagina's is tot stand gekomen in samenwerking met bedrijven, de Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie (Nevedi) en de omgevingsdiensten. Hierbij zijn afspraken gemaakt tussen bedrijven en omgevingsdiensten over:
- de berekening van de geuremissie
- welke gegevens het bedrijf bij houdt en aanlevert aan het bevoegd gezag
- hoe het bevoegd gezag toezicht kan houden
De informatieve pagina's zijn in 2016 en 2020 voorgelegd aan de Kennisalliantie Geur Overheden (KaGO). KaGO is een initiatief van omgevingsdiensten en heeft verder geen status. In het KaGO zitten geurspecialisten van omgevingsdiensten. Het KaGO is akkoord met de informatie en aanpak die op deze pagina's over de diervoederindustrie staat.
Status en doel pagina's mengvoederindustrie
De pagina's over de diervoederindustrie hebben de status van een informatiedocument. Het heeft dus geen wettelijke status.
Het doel van deze pagina's is het verschaffen van informatie over de geurbelasting op de omgeving door het produceren van veevoeders. Het bevoegd gezag kan deze informatie gebruiken voor het vaststellen van het aanvaardbaar hinderniveau in het kader van vergunningsprocedures als bedoeld in de Omgevingswet en Besluit kwaliteit leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bkl).
Over een aantal onderwerpen loopt een landelijk brede discussie:
- het inzichtelijk maken van geurbelasting, en
- hoe moet geurbelasting getoetst worden?
Het bevoegd gezag moet op die punten een zorgvuldig oordeel vormen en daarbij rekening houden met lokale omstandigheden.
Toepassingsgebied
De pagina's over de mengvoederindustrie geeft informatie over de productie van mechanisch verdichte diervoeders voor landbouwhuisdieren. De verdichting van het diervoeder vindt plaats in de voorverdichter of in de pers.
De informatie op deze pagina's is bruikbaar voor:
- bedrijven waarbij de maximale geuremissie niet meer dan een factor 5 afwijkt van de jaargemiddelde geuremissie
- veevoer met maximaal 5 gewichtsprocent aan dierlijk vet. Dit percentage is van toepassing op de samenstelling van het mengvoer voor het persen. Reken het gebruik van dierlijk vet na het koelen hierbij niet mee. Dit heeft namelijk geen invloed op de geuremissie. Het percentage vet van het eindproduct kan dus hoger zijn dan 5%. Achteraf zijn beide hoeveelheden kwantificeerbaar te traceren aan de hand van de receptuur en de gebruikte hoeveelheden grondstoffen.
- veevoer met maximaal 60% vismeel in het ruweiwit
- meeltemperatuur is niet hoger dan 90°C. Bij een hogere meeltemperatuur zijn de formules niet bruikbaar voor het bepalen van de geurvracht. De geurvracht kan dan bepaald worden op basis van geuremissiemetingen onder representatieve omstandigheden. Het karakter van de geur (hedonische waarde) verandert niet door productie van voer met een meeltemperatuur hoger dan 90°C. Het toetsingskader bij hoge of lage meeltemperatuur kan dus het zelfde zijn.
De informatie op deze pagina's is niet bruikbaar op de productie van diervoedersoorten zoals petfood (voeding voor huisdieren) en visvoer. Ook is de informatie niet bruikbaar op het louter mengen van diervoeder(grondstoffen) zonder verdere nabewerking.
Vergunningplicht
De productie van voer voor landbouwhuisdieren is vergunningplichtig. Deze vergunningplicht is gekoppeld aan de term 'andere milieubelastende installatie'. Daardoor vallen ook activiteiten die rechtstreeks samenhangen met het produceren van veevoer onder de vergunningplicht.
De vergunningplicht geldt niet voor het bereiden van breivoer voor landbouwhuisdieren bij een veehouderij. De productie van petfood is niet vergunningplichtig behalve als het gaat om een IPPC-installatie. Meer informatie staat op de pagina voedingsmiddelenindustrie in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).
IPPC-installaties moeten voldoen aan de BBT-conclusies voedingsmiddelen, dranken en zuivel. De luchtvoorschriften uit paragraaf 5.4.4 van het Bal kunnen van toepassing zijn voor vergunningplichtige bedrijven.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.