Lucht in het programma
Rijk, provincies en gemeenten kunnen maatregelen voor verbetering van de luchtkwaliteit opnemen in het Omgevingswetsinstrumentprogramma. Dit kan een verplicht of een vrijwillig (onverplicht) programma zijn, of een programma met een programmatische aanpak.
Verplicht programma door gemeente bij overschrijding omgevingswaarde
De overheid is verplicht om bij (dreigende) overschrijding van een omgevingswaarde een programma op te stellen. Voor de rijksomgevingswaarden is dit meestal de gemeente (artikel 3.10 lid 1 Omgevingswet). Er zijn een paar uitzonderingen waarbij de plicht bij een ander bestuursorgaan ligt. Dat staat in artikel 4.1 onder a Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).
Provincie maakt programma bij overschrijding stikstofoxiden (NOx) en zwaveldioxide (SO2)
Volgens het Bkl (artikel 4.1, onder a) moet de provincie een programma maken bij een dreigende overschrijding van de omgevingswaarde voor zwaveldioxide en stikstofoxiden. Deze omgevingswaarden gelden voor locaties met een oppervlakte van ten minste 1.000 km2 die liggen op een afstand van ten minste 20 kilometer van een bij ministeriële regeling aangewezen agglomeratie of op een afstand van ten minste 5 kilometer van:
- andere locaties met bebouwing
- een IPPC-installatie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) of andere milieubelastende activiteiten
- autosnelwegen of autowegen waarvan per dag meer dan 50.000 motorvoertuigen gebruikmaken.
Minister van Infrastructuur en Waterstaat
Volgens het Bkl moet de minister van Infrastructuur en Waterstaat een programma maken bij dreigende overschrijding van:
- Rijksomgevingswaarden voor de gemiddelde concentraties van fijnstof (PM2,5) op stedelijke achtergrondlocaties en voor ozon (O3).
- Rijksomgevingswaarden voor NEC-stoffen.
Vrijwillige (onverplichte) programma’s
Een gemeente of provincie kan er voor kiezen om haar luchtbeleid uit te werken in een programma. Zo kunnen hier maatregelen in staan om schoon vervoer te stimuleren en vervuilend vervoer te ontmoedigen. Dit kunnen juridische, financiële of communicatieve maatregelen zijn.
Een juridische maatregel moet de gemeente verankeren in het omgevingsplan.
Voorbeeld juridische maatregel
Een gemeente heeft als ambitie om vervuilend vervoer uit de binnenstad te weren. Als maatregel wil de gemeente werken met milieuzones in de stad. In de milieuzone mogen alleen auto’s, brommers of scooters komen die weinig bijdragen aan luchtvervuiling. Voor vervuilend vervoer dat toch in de milieuzone komt geldt een boetebeleid. Deze maatregelen kan de gemeente uitwerken in een programma.
Voorbeeld financiële maatregel
De overheid kan ook elektrische auto’s en fietsen stimuleren door bijvoorbeeld subsidies te verstrekken. Deze financiële maatregel kan de overheid opnemen in een programma.
Voorbeeld communicatieve maatregel
Bij communicatieve maatregelen werkt de overheid aan bewustwording om gedragsverandering te stimuleren. Zo kan bijvoorbeeld houtstook bij burgers leiden tot hinder en negatieve gezondheidseffecten in de omgeving. Door minder en beter te stoken kunnen burgers deze negatieve effecten beperken. Hiervoor kan de gemeente een actief voorlichtingsprogramma opzetten. Dit soort maatregelen kan de gemeente vastleggen in een programma.
Programma’s met een programmatische aanpak
De programmatische aanpak is bedoeld voor gebieden waarin omgevingswaarden of andere doelstellingen voor de fysieke leefomgeving onder druk staan. Het programma stuurt dus actief op het beheer van de gebruiksruimte in een bepaald gebied.
Voorbeeld gemeente die kiest voor een programmatische aanpak
In een gebied is een dreigende overschrijding van de rijksomgevingswaarde voor fijnstof. Nieuwe economische activiteiten in deze gebieden ontplooien is lastig omdat die de omgevingswaarde kunnen laten overschrijden. De gemeente kiest ervoor om met de programmatische aanpak activiteiten weer mogelijk te maken. In de programmatische aanpak staan maatregelen die de fijnstofconcentratie in het gebied moeten verlagen. Deze programmatische aanpak wijzigt tijdelijk de regels in het omgevingsplan voor dit gebied.
IPPC-installatie
Installatie als bedoeld in artikel 3, onder 3, van de Richtlijn industriële emissies (Rie), voor zover daarin een activiteit als bedoeld in bijlage I bij die richtlijn wordt verricht. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
IPPC-installaties zijn de grotere industriële bedrijven die vallen onder hoofdstuk 2 van de Richtlijn industriële emissies en veehouderijen (Rie). Deze richtlijn geldt voor alle lidstaten van de Europese Unie. IPPC staat voor integrated pollution prevention and control, ofwel geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging.