9.3 Keuze invoer snuffelploegmeting
Op deze pagina's is de invoer bij een snuffelploegmeting toegelicht.
Welke uitgangspunten zijn er bij de invoer van een snuffelploegmeting? Uitleg modelparameters en berekening van de emissie.
Ideaal zou zijn om de meteorologie die ter plaatse is gemeten, te gebruiken. Om dit goed te doen is de opstelling van een meetmast en deskundigheid bij het gebruik ervan vereist.
De aanbeveling is om de ruwheid te schatten zoals in hoofdstuk 2 over ‘Ruwheidslengte’ is aangegeven. Het gebruik van PreSRM in het NNM is niet aan te bevelen.
Als het de doelstelling is om de emissiesterkte te bepalen, moet van de emissieparameters bekend zijn hoeveel deze tijdens de meting waren.
De warmte-inhoud is afhankelijk van de omgevingstemperatuur op de meetdag. Wat bepalend is bij de berekening van de warmte-inhoud is het temperatuurverschil tussen pluim en buitenlucht.
Stelde u de emissie vast uit de snuffelploegmetingen? Dan kunt u een lange-termijn berekening maken met het Nieuw Nationaal Model.