Bescherming van dier- en plantsoorten
Door een groot aantal activiteiten en invloeden staat het voortbestaan van veel dier- en plantsoorten onder druk. Daarom is soortenbescherming een onderdeel van de Omgevingswet.
Door de Omgevingswet zijn veel dier- en plantensoorten beschermd. Het gaat om soorten van Europees belang die onder de reikwijdte van de Vogel- en Habitatrichtlijn vallen. En om bepaalde soorten van nationaal belang.
Soortenbescherming vindt plaats binnen en buiten het natuurnetwerk Nederland (NNN). Het kan de vorm hebben van wet- en regelgeving. Maar ook van fysieke maatregelen die bescherming, vestiging of uitbreiding van een soortenpopulatie stimuleren. Hiervoor zijn als eerste de provincies verantwoordelijk (artikel 2.18, lid 1, sub f, Omgevingswet; geconsolideerde versie is te vinden via de pagina De Omgevingswet). Ook andere overheden kunnen actief beleid voeren. Zo is het vaststellen van bijvoorbeeld een programma voor soortenbescherming een mogelijkheid.
Reguleren van flora- en fauna-activiteiten
Soortenbescherming in de Omgevingswet is verder vooral gericht op het reguleren van flora- en fauna-activiteiten. Het beschermen van soorten reikt echter verder. Andere onderdelen van de wet zijn het reguleren van handel, exoten, populatiebeheer, jacht en schadebestrijding.