Inhoud
Ruimtelijke bouwregels omgevingsplan
De ruimtelijke bouwregels regelen de ruimtelijke inpassing van een antenne op een locatie. Een antenne op een mast op de grond wordt gezien als een zelfstandig bouwwerk. De ruimtelijke bouwregels regelen dan onder andere de precieze locatie en hoogte van een antenne.
Een antenne op of aan een gebouw is een onderdeel van het gebouw en valt daarom onder de ruimtelijke bouwregels van dat gebouw.
De ruimtelijke bouwregels staan in het tijdelijk én nieuwe deel van het omgevingsplan.
Het plaatsen van een antenne mag in veel gevallen ongeacht de regels van het omgevingsplan (zie hieronder bij Vergunningvrij voor omgevingsplanactiviteit).
Tijdelijk deel omgevingsplan
Het tijdelijk deel omgevingsplan Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) bestaat uit de ruimtelijke regels (onder andere bestemmingsplannen en beheersverordeningen) en de bruidsschat Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). In beide delen staan ruimtelijke bouwregels.
Ruimtelijke regels
Is een antenne voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet op een locatie toegelaten? Dan staan de ruimtelijke bouwregels eerst in de ruimtelijke regels van het tijdelijk deel van het omgevingsplan.
Bruidsschat: omgevingsplanactiviteit bouwwerken
In artikel 22.26 van de bruidsschat van het tijdelijk deel omgevingsplan staat een vergunningplicht om vooraf het concrete bouwplan te toetsen aan de regels in het omgevingsplan. Hieronder valt het plaatsen van een antenne. Deze vergunningplicht geldt niet voor de verbouwactiviteiten die in het Besluit bouwwerken zijn aangewezen als vergunningvrij voor de omgevingsplanactiviteit.
In sommige gevallen is ook een welstandstoets onderdeel van de beoordeling.
Nieuwe deel omgevingsplan
Vanaf de inwerkingtreding van de Omgevingswet kunnen er ook ruimtelijke bouwregels staan in het nieuwe deel van het omgevingsplan Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Het omzetten van regels van het tijdelijk deel naar het nieuwe deel van het omgevingsplan moet eind 2031 klaar zijn. Met deze regels voldoet het bevoegd gezag aan een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Aspecten daarbij zijn onder andere stedenbouwkundige inpassing en elektromagnetische straling.
Meer informatie hierover vindt u op de webpagina Toelaten antenne op een locatie.
Ruimtelijke bouwregels omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit
De ruimtelijke bouwregels kunnen ook in een omgevingsvergunning buitenplanse omgevingsplanactiviteit staan. Dit is het geval als een initiatief niet binnen de regels van het omgevingsplan past. De ruimtelijke bouwregels bestaan dan uit de aanvraag tezamen met eventuele vergunningvoorschriften. Later worden deze regels onderdeel van het omgevingsplan.
Een dergelijke omgevingsvergunning moet– net als het nieuwe deel van het omgevingsplan – voldoen aan het evenwichtig toedelen van functies aan locaties.
Meer informatie hierover vindt u op de pagina Toelaten antenne op een locatie.
Ruimtelijke bouwregels vergunningvrij, geen omgevingsplanactiviteit
In artikel 2.29 van het Bbl staat een aantal door het Rijk aangewezen (ver)bouwactiviteiten voor een antenne, die altijd zonder omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit uitgevoerd mogen worden. De bouwregels in het omgevingsplan zijn niet van toepassing op deze vergunningvrije (ver)bouwactiviteiten. Voor het plaatsen van een antenne en de bijbehorende voorwaarden is er onderscheid gemaakt tussen een:
- antenne mobiele telecommunicatie op of aan een bouwwerk (2.29, onder m)
- antenne C2000-infrastructuur (2.29, onder n)
- schotelantenne (2.29, onder o, onder 1)
- andere antenne (2.29, onder o, onder 2)
Een antenne mag op basis van artikel 2.29 van het Bbl niet geplaatst worden op, aan of bij een monument. Dit staat in artikel 2.30, lid 1 en 2 van het Bbl. In een rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht gelden extra voorwaarden (artikel 2.30, lid 3, Bkl).
Bouwregels technische bouwactiviteit Bbl
In het Bbl staan de bouwregels voor de technische bouwactiviteit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Deze bouwregels zijn gericht op veiligheid, gezondheid, duurzaamheid en bruikbaarheid.
Bouwregels en gebruiksfunctie
De regels voor bouwwerken in het Bbl zijn afgestemd op het gebruik van deze bouwwerken. Voor een antenne gelden de bouwregels voor de gebruiksfunctie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) 'bouwwerk geen gebouw zijnde'. Dit is een beperkte set bouwregels.
Omgevingsvergunning technische bouwactiviteit
Een antenne wordt in het Bbl gezien als een bouwwerk zonder dak. Artikel 2.26 Bbl regelt voor welke bouwwerken zonder dak de bouwactiviteiten vergunningplichtig zijn.
Voor bouwactiviteiten aan een antenne geldt er een vergunningplicht voor:
- antennes hoger dan 5 meter (artikel 2.26, lid 1 Bbl)
Hierbij geldt de hoogte voor de antenne met de antennedrager Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en wordt die gemeten vanaf de voet. Bij bevestiging aan de gevel, is dat vanaf het punt waarop de antenne, met antennedrager, het dakvlak kruist (artikel 2.26, lid 3 Bbl).
- een schotelantenne (artikel 2.26, lid 2 onder d Bbl) die:
- een doorsnede heeft van meer dan 2 m, of
- met antennedrager, gemeten vanaf de voet, hoger is dan 3 m.
Het bevoegd gezag beoordeelt aan de hand van de aanvraag of de antenne voldoet aan de technische regels van het Bbl.
Lees meer op Omgevingsvergunning bij de technische bouwactiviteit.
Melding technische bouwactiviteit
In artikel 2.27, lid 1, onder a Bbl worden bepaalde bouwactiviteiten uitgezonderd van de aanwijzing van de vergunningplicht voor de technische bouwactiviteit in artikelen 2.25 en 2.26 Bbl. Dit is het geval voor bouwwerken die vallen onder gevolgklasse 1. Hiervoor geldt een bouwmelding.
In artikel 2.17 Bbl staan de bouwwerken die onder gevolgklasse 1 vallen.
Bouwwerken geen gebouw zijnde die niet hoger zijn dan 20 meter, vallen onder gevolgklasse 1. Antennes hoger dan 5 meter en niet hoger dan 20 meter zijn daarom meldingsplichtig.
Lees meer op Melding bij de technische bouwactiviteit.
Technische bouwactiviteit zonder vergunning of melding
Het plaatsen van een antenne kan zonder vergunning of melding voor de technische bouwactiviteit als deze niet is aangewezen als vergunningplichtig in artikel 2.26 Bbl of als zij is uitgezonderd van de vergunningplicht in artikel 2.27 Bbl.
Zo is een antenne die niet hoger is dan 5 meter niet aangewezen in artikel 2.26 Bbl en daarom vergunningvrij.
Artikel 2.27, lid 2 Bbl regelt dat een antenne-installatie met bijbehorend opstelpunt ten behoeve van de C2000-infrastructuur voor de mobiele communicatie door hulpverleningsdiensten vergunningvrij geplaatst kan worden.