Ruimtelijke inpassing kinderdagverblijf en geluid
Bij de ruimtelijke inpassing van een kinderdagverblijf speelt geluid vaak een belangrijke rol. Een kinderdagverblijf heeft door het geluid van spelende kinderen invloed op de omgeving. Maar ook het geluid van onder andere (spoor)wegen en bedrijven op het kinderdagverblijf is hier onderdeel van de evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Instructieregels zorgen ervoor dat het geluid bij een kinderdagverblijf aanvaardbaar is.
Invloed van en op de omgeving
Geluid speelt een dubbele rol bij de ruimtelijke inpassing van kinderdagverblijven. Bij de ruimtelijke inpassing van een kinderdagverblijf is het van belang om te kijken naar het geluid van bijvoorbeeld drukke wegen of bedrijven. Jonge kinderen hebben immers slaap nodig voor een goede ontwikkeling. Daarom is het van belang dat kinderen in een kinderdagverblijf tegen geluid beschermd worden.
Aan de andere kant moet er aandacht zijn voor mogelijke hinder door spelende kinderen. De situering van de buitenspeelplaats ten opzichte van omliggende geluidgevoelige functies zoals woningen is dan van belang.
Tot slot is de inrichting van de parkeerplekken nabij het kinderdagverblijf belangrijk om de mogelijke overlast van het kinderdagverblijf zo veel mogelijk te beperken.
Maatregelen geluidsoverlast
Door maatregelen is het vaak mogelijk om een aanvaardbaar leef- en verblijfsklimaat op het kinderdagverblijf te creëren. Of om geluidoverlast voor de omgeving te voorkomen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld de volgende maatregelen:
- slaapvertrekken zo ver mogelijk van de geluidbron situeren
- het vergroten van de afstand tussen het kinderdagverblijf en woningen
- rekening houden met de ligging van de buitenspeelplaats (liefst niet als binnenterrein)
- beperken van de buitenspeeltijden
- beperken van de omvang van de groep die buiten speelt
Beoordelen en borgen
Bij de ruimtelijke inpassing van een kinderdagverblijf is geluid een onderdeel van de evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Het Rijk geeft hier, vanuit het landelijk belang van de bescherming van de gezondheid, sturing aan via instructieregels. Het gaat daarbij om:
- een kinderdagverblijf als bron, bijvoorbeeld het geluid van spelende kinderen
- een kinderdagverblijf als geluidgevoelig gebouw vanwege het geluid van wegen of bedrijven
Kinderdagverblijf als bron van geluid
In het Bkl staan instructieregels voor geluid door activiteiten, hieronder valt een kinderdagverblijf als bron voor geluid. Deze regels richten zich op geluidgevoelige gebouwen, zoals woningen.
De gemeente bepaalt de aanvaardbaarheid van het geluid van het kinderdagverblijf op woningen. Zij past daarbij de instructieregels toe. Zij borgt het resultaat via regels in het omgevingsplan. Naast meer algemene regels, zoals bouwvlak en locatie van het speelterrein, zijn dit ook specifieke regels over geluid. De gemeente kan geluidgevoelige gebouwen beschermen met het opnemen van waarden voor geluid (normen), maatregelen of een combinatie ervan.
Het stemgeluid van spelende kinderen bij kinderdagverblijven is een belangrijke bron van overlast. Het stemgeluid moet daarom altijd in de beoordeling worden meegenomen. Het stemgeluid mag niet gereguleerd worden via regels met waarden voor geluid. Het stemgeluid kan wel beperkt worden via andere regels, zoals de locatie van het speelterrein of de begrenzing van de buitenspeeltijden.
Meer informatie vindt u op de pagina Instructieregels voor bereiken aanvaardbaar geluid door een activiteit.
Kinderdagverblijf als gevoelig gebouw
Gebouwen met een bijeenkomstfunctie voor kinderopvang met bedgebied (kinderdagverblijven) zijn in het Bkl aangewezen als een geluidgevoelig gebouw. De instructieregels beschermen het kinderdagverblijf hierdoor tegen geluid van bijvoorbeeld activiteiten en wegen.
Zijn er maatregelen nodig om te zorgen dat de hoeveelheid geluid op het kinderdagverblijf aanvaardbaar is? Dan moet dit worden geborgd via regels van het omgevingsplan.
Uitzondering
Voor kinderdagverblijven zonder bedgebied gelden geen instructieregels. Het bevoegd gezag beoordeeld het aspect geluid wel vanuit de taak het evenwichtig toedelen van functies aan locaties. Meer informatie vindt u op de pagina Geluid en gebouwen voor kinderopvang met bedden.
Langs van een rijksweg, een hoofdspoorweg of een provinciale weg
Het geluid van rijkswegen, hoofdspoorwegen en provinciale wegen wordt beheerst via de systematiek van geluidproductieplafonds (gpp's). Via referentiepunten met gpp's langs dergelijke wegen is de hoeveelheid geluid van deze wegen begrenst. De gemeente moet bij het toelaten van een kinderdagverblijf in het aandachtsgebied langs de (spoor)wegen bij de beoordeling uitgaan van het geluid van de weg behorende bij deze geluidproductieplafonds.
Met behulp van de instructieregels opgenomen in paragraaf 5.1.4.2a.4 'Geluidgevoelige gebouwen in geluidaandachtsgebieden' van het Bkl bepaalt de gemeente of het geluid op het toe te laten kinderdagverblijf aanvaardbaar is. Meer informatie vindt u op de pagina Toelaten geluidgevoelig gebouw in geluidaandachtsgebied.
Heeft een provinciale weg nog geen vastgestelde geluidproductieplafonds dan moet op basis van artikel 3.5 Aanvullingswet geluid de Wet geluidhinder toegepast worden. Meer informatie vindt u op de pagina Overgangsbepalingen geluid provinciale weg zonder gpp's,
Naast een industrieterrein met een geluidproductieplafond
Op een industrieterrein met een geluidproductieplafond mogen alle bedrijven samen een maximale hoeveelheid geluid maken. De gemeente gaat van deze geluidsproductieplafonds uit bij de ruimtelijke inpassing van een kinderdagverblijf in het aandachtsgebied van een bedrijventerrein.
De gemeente hoeft voor het gemiddelde geluidsniveau niet te kijken naar individuele bedrijven. Alleen voor piekgeluiden moet het bevoegd gezag onderzoeken of de inpassing van een kinderdagverblijf individuele bedrijven niet inperkt in hun bedrijfsmogelijkheden.
Met behulp van de instructieregels opgenomen in paragraaf 5.1.4.2a.4 'Geluidgevoelige gebouwen in geluidaandachtsgebieden' van het Bkl bepaald de gemeente of het geluid op het toe te laten kinderdagverblijf aanvaardbaar is. Meer informatie vindt u op de pagina Toelaten geluidgevoelig gebouw in geluidaandachtsgebied.
Heeft het industrieterrein op basis van artikel 3.6 Aanvullingswet geluid nog een geluidzone Wet geluidhinder dan moet de Wet geluidhinder toegepast worden. Meer informatie vindt u op de pagina Overgangsbepalingen geluid bij industrieterrein zonder gpp's.
Naast een gemeentelijke weg
De hoeveelheid geluid van een gemeentelijke weg is afhankelijk van de verkeersintensiteit van de weg. Deze wordt meestal bepaald via een verkeersmodel. Daarbij worden ook toekomstige ontwikkelingen meegenomen.
Met paragraaf 5.1.4.2a.4 uit het Bkl bepaalt de gemeente of het geluid van de gemeentelijke weg op de nieuwe woning(en) aanvaardbaar is.. Bij een gemeentelijke weg zijn ook maatregelen aan de weg mogelijk om te borgen dat het geluid aanvaardbaar is.
Meer informatie vindt u op de pagina Toelaten geluidgevoelig gebouw in geluidaandachtsgebied.
In de buurt van bedrijven en andere activiteiten
Bij de ruimtelijke inpassing van een kinderdagverblijf bij een bedrijf of een andere activiteit moet er een afweging gemaakt worden tussen twee belangen:
- het woon- en leefklimaat bij het in te passen kinderdagverblijf
- het belang van een bestaand bedrijf om op een bepaalde locatie te mogen produceren
Voor een kinderdagverblijf bevat het omgevingsplan meestal al gebruiksregels om de aanvaardbaarheid van het geluid door het kinderdagverblijf waarborgen.
Activiteiten in het nieuwe deel van het omgevingsplan hebben gebruiksregels op basis van de instructieregels van het Bkl. Dan kan een kinderdagverblijf bijvoorbeeld (al dan niet gebiedsgericht) bescherming krijgen op basis van een immissie-eis. Het omgevingsplan bevat altijd een grenswaarde voor activiteiten voor geluidgevoelige ruimten voor in- of aanpandige kinderdagverblijven. Meer informatie vindt u op de pagina Instructieregels voor bereiken aanvaardbaar geluid door een activiteit.
De bestaande gebruiksregels voor bedrijven of activiteiten in het omgevingsplan zijn over het algemeen niet gericht op het beschermen van de belangen van het bedrijf. Door de ruimtelijke inpassing van een kinderdagverblijf mogen bestaande functies/bedrijven niet onevenredig ingeperkt worden hun gebruiksmogelijkheden. Dit kan het geval zijn als een kinderdagverblijf te dicht bij een bedrijf wordt toegelaten.