Toelaten school en luchtkwaliteit
Bij het toelaten van een school op een locatie speelt luchtkwaliteit een rol. De luchtkwaliteit moet voor kinderen bij een school acceptabel zijn. Daarnaast kan een school door toename van verkeer leiden tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. Meestal draagt een school 'niet in betekenende mate (NIBM)' bij aan de luchtverontreiniging.
Invloed van de omgeving
Bij het toelaten van een school is een afweging nodig of de locatie geschikt is. Direct naast bijvoorbeeld een drukke weg of een industrieterrein met zware industrie kan de luchtkwaliteit een probleem zijn. Vanuit gezondheidsoogpunt zijn deze locaties minder geschikt voor scholen. Maar ligt de locatie binnen stedelijk gebied en is er behoefte aan een school in dit gebied? Dan kan het toch een wenselijke ontwikkeling zijn. De gemeente weegt dan af of de luchtkwaliteit bij een school aanvaardbaar is.
Maatregelen aanvaardbare luchtkwaliteit
De belangrijkste maatregel om te zorgen voor een aanvaardbare luchtkwaliteit bij scholen is afstand houden. Zowel van drukke wegen als van industrieterreinen.
Beoordelen en borgen
De gemeente moet beoordelen of de luchtkwaliteit bij de school aanvaardbaar is. Dit volgt uit de taak tot het evenwichtige toedelen van functies (artikel 4.2 Omgevingswet). Daarnaast gelden er instructieregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) om te voldoen aan de omgevingswaarden voor luchtkwaliteit en om verslechtering van de luchtkwaliteit te voorkomen.
Luchtkwaliteit als gevolg van de school
Alleen binnen aangewezen aandachtsgebieden moet de gemeente nagaan of een nieuwe school daar voldoet aan de omgevingswaarden.
Meestal draagt een school ‘niet in betekende mate' (NIBM) bij aan de luchtverontreiniging. Dit omdat de toename van verkeer beperkt is. Er is dan geen toets aan de omgevingswaarden nodig. Daarom zijn er ook geen uitgebreide luchtkwaliteitsberekeningen nodig. Via de NIBM-tool kunt u op een eenvoudige manier beoordelen of de extra verkeersuitstoot NIBM is.
Aanvaardbare luchtkwaliteit bij de school
Gemeenten kunnen zelf bepalen welke luchtkwaliteit zij aanvaardbaar vinden bij een school, maar de rijksomgevingswaarden vormen het minimumniveau. Gemeenten kunnen bijvoorbeeld zones langs wegen aanwijzen waar geen scholen zijn toegestaan, omdat de luchtkwaliteit daar niet van voldoende kwaliteit is of ze kunnen omgevingswaarden voor scholen opnemen. Vanuit het Schone Lucht Akkoord zijn een advies en tips voor lokaal beleid beschikbaar.
Meer informatie vindt u op de pagina Luchtkwaliteit en omgevingsplan.