Veehouderijen en gezondheid in het omgevingsplan
Bij het toelaten of wijziging van een veehouderij speelt gezondheid een rol. De gemeente kan met toelatingsregels in het omgevingsplan mogelijke gezondheidsrisico's door veehouderijen voorkomen of beperken.
Gezondheidseffecten van veehouderijen
Er zijn aanwijzingen dat de veehouderij via de emissies van geur, fijnstof, endotoxinen en ammoniak specifieke gezondheidsrisico’s voor omwonenden met zich meebrengt. Deze effecten hangen samen met de aanwezige dieren op een veehouderij. Daarnaast kan ook het geluid van bijvoorbeeld laden en lossen of installaties effect hebben op de gezondheid van omwonenden. Meer informatie leest u op de pagina Relaties veehouderij en gezondheid.
Maatregelen gezondheid veehouderijen
Bij het toelaten van veehouderijen zijn er een aantal mogelijkheden om de gezondheidseffecten op bestaande woningen of gevoelige functies te verminderen. Enkele voorbeelden:
- Afstandseisen van veehouderijen tot woningen en andere gevoelige objecten en het instellen van zones rondom bijvoorbeeld woonwijken. Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) geeft al afstanden voor bepaalde typen veehouderijen voor geur en fijnstof. De gemeente kan vanwege gezondheid grotere afstanden hanteren.
- Begrenzen van bouwblokken en stellen van bouwvoorschriften, bijvoorbeeld maximaal aantal bouwlagen.
- Dieraantallen en diersoorten vastleggen, bijvoorbeeld het maximaal aantal dieren.
- Regels voor gezondheid als voorwaarde voor een planwijziging.
- Beperken of niet toestaan van bepaalde diercategorieën of het omwisselen naar bepaalde diercategorieën.
- Beperken tijden voor laden en lossen vanwege geluidimpact.
Beoordelen en borgen
Bij het toelaten van veehouderijen bepaalt de gemeente zelf of de gezondheidseffecten voor de omgeving aanvaardbaar zijn. Daarbij moet het omgevingsplan voldoen aan het evenwichtig toedelen van functies aan locaties, en aan de instructieregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) en de omgevingsverordening van de provincie. In relatie tot gezondheid staan er bijvoorbeeld instructieregels voor geluid, geur en luchtkwaliteit in het Bkl:
- geur (paragraaf 5.1.4.6 Bkl)
- geur door landbouwhuisdieren in een dierenverblijf (paragraaf 5.1.4.6.3 Bkl)
- geur door andere agrarische activiteiten (paragraaf 5.1.4.6.4 Bkl)
- lucht (paragraaf 5.1.4.1 Bkl)
- geluid (paragraaf 5.1.4.2 Bkl)
De provincie kan in haar omgevingsverordening instructieregels over gezondheid en veehouderijen opnemen gericht op de inhoud en motivering van het omgevingsplan. Voorwaarde is dat het een provinciaal belang betreft.
Wat aanvaardbaar is en hoe de toelatingsregels dit borgen, is aan het bevoegd gezag. Daarbij moet het bevoegd gezag voldoen aan de instructieregels uit het Bkl, maar deze geven meestal ruimte voor lokale invulling van de regels in het omgevingsplan. Deze regels kunnen per gebied, per activiteit of per locatie gelden.
Zo kan het bevoegd gezag bijvoorbeeld voor alle veehouderijen dezelfde gezondheidsvoorwaarden voorschrijven bij een wijziging. Deze voorwaarden moeten overigens wel duidelijk toetsbaar zijn. Ook kan bijvoorbeeld voor een bepaald gebied gelden dat uitbreiding van het aantal dieren of de omvang van de bebouwing niet is toegestaan. Een goede motivering van de toelatingsregels is erg belangrijk.
Motiveren maatregelen in toelatingsregels
Het biedt voordelen om in beleid, zoals de omgevingsvisie, vast te leggen welke uitgangspunten het bevoegd gezag hanteert bij het afwegen van gezondheidsrisico’s voor omwonenden. En welke maatregelen daarbij horen. Dit schept duidelijkheid naar veehouders en omwonenden, en helpt bij de motivering van het omgevingsplan.
Voorbereidingsbesluit
De gemeente kan een voorbereidingsbesluit nemen als een wijziging van een omgevingsplan in voorbereiding is. Bijvoorbeeld een wijziging ter voorkoming van gezondheidsrisico’s. Hierdoor kan de gemeente voorkomen dat activiteiten plaatsvinden, die strijdig zijn met een wijziging die in voorbereiding is.
Met een voorbereidingsbesluit kunnen gemeenten, als zij dat wensen:
- onderwerpen aanwijzen waarvoor de gemeente maatwerkvoorschriften kan stellen of voorschriften aan een omgevingsvergunning kan verbinden
- regels van het omgevingsplan buiten werking stellen
Het voorbereidingsbesluit kan zorgen voor een verbod of beperking van de bouw en uitbreiding van bijvoorbeeld geitenstallen. - voorkómen dat veehouders het gebruik van gronden wijzigen
Dan is het bijvoorbeeld niet mogelijk om stallen om te zetten naar stallen voor een milieubelastender diersoort.
De maximale duur van een voorbereidingsbesluit is 1,5 jaar. Als de gemeente binnen die termijn de wijziging van het omgevingsplan vaststelt, dan geldt het voorbereidingsbesluit totdat het omgevingsplan in werking treedt of is vernietigd.