Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)

Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.

Instructieregel

De instructieregel is een bindende regel voor bestuursorganen over:

  • de uitvoering van bepaalde taken, of
  • de inhoud of motivering van bepaalde besluiten (bijvoorbeeld programma's, omgevingsplannen, waterschapsverordeningen, omgevingsverordeningen, maatwerkvoorschriften, projectbesluiten)

Lees meer over de instructieregel.

Landbouwhuisdier

Zoogdier of vogel voor de productie van vlees, eieren, melk, wol of veren of een paard of pony voor het fokken. Deze begripsbepaling staat in bijlage I bij het besluit activiteiten leefomgeving (Bal).

Uitleg

Ook dieren die onderdeel zijn van de productieketen vallen onder het begrip landbouwhuisdier. Een voorbeeld daarvan zijn zogeheten moederdieren.

In de nota van toelichting bij het Bal staat: Landbouwhuisdieren zijn zoogdieren of vogels die worden gehouden voor de productie van vlees, eieren, melk, wol, pels of veren (bijvoorbeeld rundvee, schapen, geiten, varkens, kippen, kalkoenen, ganzen, eenden, pelsdieren, konijnen, parelhoenders, struisvogels, waterbuffels, herten, lama’s of fazanten) of paarden of pony’s die worden gehouden voor het fokken. Ook als dieren primair worden gehouden voor het vermeerderen van landbouwhuisdieren, zoals bijvoorbeeld zeugen en (groot)ouderdieren in de pluimveehouderij, valt dit onder de begripsomschrijving, omdat het uiteindelijke doel is de productie van de genoemde dierlijke producten. Het begrip productie heeft naar zijn aard alleen betrekking op bedrijfsmatige activiteiten. Daarom vallen dieren die hobbymatig worden gehouden, gezelschapsdieren, etc. niet onder het begrip landbouwhuisdier. Het kan voorkomen dat dieren in het ene geval wel als landbouwhuisdier worden gehouden en in het andere geval niet. Bijvoorbeeld herten. De herten kunnen voor het vlees worden gehouden; dan zijn het landbouwhuisdieren. Worden de herten voor de sier gehouden, dan zijn het geen landbouwhuisdieren. Wormen, kokkels, vissen, bijen, siervogels en manegepaarden zijn bijvoorbeeld geen landbouwhuisdieren.

Dierenverblijf

Gebouw, met inbegrip van de verharde uitloop, voor het houden van landbouwhuisdieren (Bijlage I, Besluit activiteiten leefomgeving).

Omgevingsplan

Omgevingsplan als bedoeld in artikel 2.4 van de Omgevingswet. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.

Artikel 2.4, Omgevingswet bepaalt dat er voor het grondgebied van de gemeente 1 omgevingsplan is waarin regels over de fysieke leefomgeving zijn opgenomen.

Omgevingsregeling

De Omgevingsregeling is de ministeriële regeling bij de Omgevingswet. De regeling bouwt voort op de wet en de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s). Het gaat om technische en administratieve regels voor het gebruik van de wet en de AMvB’s in de praktijk.

Bruidsschat omgevingsplan

De 'bruidsschat omgevingsplan' bestaat uit regels die door het Rijk als onderdeel van het Invoeringsbesluit Omgevingswet automatisch zijn toegevoegd aan het tijdelijk deel van het omgevingsplan van alle gemeenten.

Gedurende de overgangsfase (tot eind 2031) gelden de regels van de bruidsschat, zolang de gemeente nog geen eigen regels heeft gesteld.