Praktijkgids – tekstuele uitleg Overzicht: verband tussen procedures
Praktijkgids Onteigening voor Overheden, pagina 37, paragraaf 8.2 – Overzicht: verband tussen procedures. Dit plaatje geeft het verband aan tussen de procedure van de planologische grondslag (omgevingsplan, projectbesluit, of omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit), en de schadeloosstellingsprocedure.
Verband tussen vier procedures
Dit plaatje geeft het verband aan tussen de volgende vier procedures:
- Onteigeningsbeschikking;
- Planologische grondslag;
- Schadeloosstellingsprocedure;
- Onteigeningsakte.
Deze procedures worden achtereenvolgens hierna in hoofdlijn beschreven, inclusief de verbanden tussen deze procedures.
a) Onteigeningsbeschikking
De procedure van de onteigeningsbeschikking staat in het midden op het plaatje. Het is een bestuursrechtelijke procedure.
De procedure van de onteigeningsbeschikking heeft de volgende hoofdstappen:
- Ontwerp-beschikking
- Zienswijzen
- Beschikking
- Bedenkingen
- Bekrachtiging door de rechtbank
- Hoger beroep bij de Raad van State
Het beoogde resultaat van deze procedure is een onherroepelijke onteigeningsbeschikking. Dit is in het schema weergegeven als stap 7: onherroepelijk.
b) Planologische grondslag
De procedure van de planologische grondslag staat ter linkerzijde van de procedure van de onteigeningsbeschikking op het plaatje. Dit is ook een bestuursrechtelijke procedure.
De planologische procedure heeft de volgende hoofdstappen:
- Ontwerp-besluit
- Zienswijzen
- Besluit
- Beroepschriften
- Beroep bij de Raad van State
Het beoogde resultaat van deze procedure is een onherroepelijk planologisch besluit, bijvoorbeeld een onherroepelijk projectbesluit. Dit is in het schema weergegeven als stap 6: onherroepelijk.
Het verband tussen procedure van de planologische grondslag en de procedure van de onteigeningsbeschikking is in het schema weergegeven op de volgende twee punten:
- Een groene stippellijn vanuit de stap “Zienswijzen” naar de stap “Ontwerp-beschikking” in de procedure van de onteigeningsbeschikking. Dit is een praktisch verband. Zodra de zienswijzen over het voorgenomen planologische besluit bekend zijn, is het ruimtebeslag stabiel. Deze stap levert dus input voor het ontwerp van de onteigeningsbeschikking.
- Een groene lijn vanuit de stap “Besluit” naar de stap “Beschikking” in de procedure van de onteigeningsbeschikking. Dit is een ononderbroken lijn, omdat een vastgesteld planologisch besluit een wettelijke vereiste is voor het kunnen nemen van de onteigeningsbeschikking.
c) Schadeloosstellingsprocedure
De schadeloosstellingsprocedure staat ter rechterzijde van de procedure van de onteigeningsbeschikking op het plaatje. Het is een civielrechtelijke procedure.
De schadeloosstellingsprocedure heeft de volgende hoofdstappen:
- Verzoekschrift
- Verweerschrift
- Zitting
- Descente
- Voorlopige schadeloosstelling door de rechtbank
- Deskundigenrapport
- Zitting
- Eindbeschikking schadeloosstelling door de rechtbank
- Cassatie bij de Hoge Raad
Het beoogde resultaat van deze procedure is een door de rechtbank vastgestelde schadeloosstelling.
Het verband met de procedure van de onteigeningsbeschikking is in het schema weergegeven door een groene lijn vanuit de stap “Beschikking” in de procedure van de onteigeningsbeschikking naar de stap “Verzoekschrift” in de schadeloosstellingsprocedure. Dit is een ononderbroken lijn omdat een bekendgemaakte onteigeningsbeschikking een wettelijke vereiste is om het verzoekschrift te kunnen indienen.
d) Onteigeningsakte
Deze procedure staat in het plaatje onderaan de overige drie procedures. Het is het sluitstuk van de onteigening. Door het verlijden van de onteigeningsakte, dat wil zegen het opmaken van de onteigeningsakte door de notaris op verzoek van de onteigenaar, gevolgd door inschrijving van die akte in de openbare registers, is de onteigening een feit.
Het verlijden van de onteigeningsakte is het resultaat van de drie overige procedures, omdat daarvoor aan de volgende drie wettelijke voorwaarden moet zijn voldaan:
- Het planologische besluit dat de grondslag van de onteigening vormt moet onherroepelijk zijn;
- De onteigeningsbeschikking moet onherroepelijk zijn;
- De voorlopige door de rechter vastgestelde schadeloosstelling of de in een proces-verbaal overeengekomen schadeloosstelling moet zijn betaald.
Deze drie voorwaarden zijn in het schema weergeven door rode pijlen die wijzen naar de onteigeningsakte vanuit respectievelijk het onherroepelijke planologische besluit, vanuit de onherroepelijke onteigeningsbeschikking en vanuit de voorlopige schadeloosstelling door de rechtbank.