Toelichting bij tweede uitspraak over bekrachtiging van een onteigeningsbeschikking volgens de Omgevingswet
Op 1 oktober 2025 deed de rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak over een verzoek om een onteigeningsbeschikking te bekrachtigen. Deze uitspraak is op 17 oktober 2025 gepubliceerd op rechtspraak.nl. Het is de 2e uitspraak in een bekrachtigingsprocedure over een onteigeningsbeschikking volgens de Omgevingswet.
Achtergrond van de zaak
De zaak gaat over een onteigeningsbeschikking van de gemeente Moerdijk. De gemeente wil de Randweg Klundert aanleggen en heeft daarvoor 4 percelen aangewezen. Niet alle eigenaren en pachters waren het eens met de verkoop of beëindiging van hun rechten. Daarom vroeg de gemeenteraad de rechtbank om de onteigeningsbeschikking te bekrachtigen.
Bedenkingen van betrokkenen
3 partijen dienden een bedenking (beroep) in bij de rechtbank:
- de eigenaar van perceel 1
- de beoogde bedrijfsopvolger van die eigenaar
- een pachter van perceel 4
De rechtbank verklaarde de bedenking van de bedrijfsopvolger niet-ontvankelijk, omdat hij volgens artikel 16.97 Omgevingswet geen eigen grondgebonden belang had.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank onderzocht of:
- de wettelijke regels en procedures waren gevolgd
- er sprake was van een publiek belang
- de onteigening noodzakelijk en urgent was
De uitspraak sluit grotendeels aan bij de eerdere zaak van 20 mei 2025 over de gemeente Gilze en Rijen. Lees meer over die eerdere zaak op Toelichting eerste uitspraak bekrachtiging onteigeningsbeschikking volgens de Omgevingswet.
Opvallende onderdelen van de uitspraak
2 punten vallen op: het dictum (de beslissing) van de rechtbank en de overwegingen over het ter beschikking stellen van logboeken aan raadsleden.
Dictum: afzonderlijke onteigening van een pachtrecht
De rechtbank bekrachtigde de onteigeningsbeschikking gedeeltelijk:
- wel voor perceel 1
- wel voor het pachtrecht op perceel 4
- niet voor de percelen 2 en 3
- niet voor het eigendomsrecht van perceel 4
Toelichting bij perceel 1: de rechtbank vond de onteigening terecht, omdat aan de wettelijke eisen van noodzaak en urgentie was voldaan.
Toelichting bij percelen 2 en 3: de gemeente had inmiddels overeenstemming bereikt met de eigenaren en pachter. Daardoor was de noodzaak tot onteigening vervallen.
Toelichting bij perceel 4: de gemeente had met de eigenaar (de Staat) afspraken gemaakt over aankoop, maar nog niet met de pachter. De rechtbank vond daarom dat alleen het pachtrecht nog kon worden onteigend.
Vragen bij beslissing perceel 4
De beslissing over perceel 4 roept vragen op, want de Omgevingswet biedt geen mogelijkheid om alleen een recht (zoals een pachtrecht) te onteigenen.
Artikel 16.108, lid 2 Omgevingswet maakt gedeeltelijke bekrachtiging mogelijk, maar de wetgever bedoelde daarmee dat sommige percelen wél en andere níet onteigend mogen worden. Niet dat afzonderlijke rechten op één perceel apart kunnen worden onteigend. Dat blijkt uit het algemene deel van de toelichting op de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet.
Ook artikel 11.3 Omgevingswet ondersteunt die uitleg: de wet noemt alleen onroerende zaken, niet afzonderlijke rechten. Een onteigening van alleen het pachtrecht lijkt daarom juridisch niet mogelijk.
Een volledige bekrachtiging van de onteigeningsbeschikking voor perceel 4 zou logischer zijn geweest. Door de titelzuiverende werking van onteigening (artikel 11.18, lid 1 Omgevingswet) zou de gemeente het perceel dan vrij van pacht verkrijgen. Met ‘titelzuiverende werking’ wordt bedoeld dat alle bestaande rechten en lasten op een eigendom worden uitgewist zodra de onteigening is ingeschreven. De nieuwe eigenaar krijgt dus een schone eigendomstitel.
Ter beschikking stellen van logboeken
Net als in de 1ste bekrachtigingsprocedure stelde een belanghebbende dat de gemeente de procedure niet goed had gevolgd. Volgens hem waren de logboeken en bewijsstukken van het minnelijk overleg niet openbaar gemaakt, waardoor hij niet kon reageren op wat de gemeente daarover had opgenomen in de beschikking.
Inzage voor belanghebbenden
De rechtbank oordeelde dat gemeenten deze logboeken niet voor iedereen ter inzage hoeven te leggen, omdat ze persoonlijke en financiële gegevens bevatten. Wel moet een belanghebbende de mogelijkheid hebben om zijn eigen dossier (het logboek over zijn overleg met de gemeente) in te zien of op te vragen. De gemeente had dit niet duidelijk vermeld in de kennisgeving. Toch vond de rechtbank dit geen groot probleem, omdat de belanghebbenden het logboek later in de procedure alsnog ontvingen.
Inzage voor raadsleden
Nieuw in deze uitspraak is dat de rechtbank benadrukt dat ook gemeenteraadsleden inzage moeten hebben in de logboeken en bewijsstukken, onder geheimhouding. Zij moeten die informatie hebben om te kunnen beoordelen of onteigening noodzakelijk is.
De rechtbank leidde af dat dit in Moerdijk het geval was, omdat de raad geheimhouding had opgelegd op grond van artikel 87 van de Gemeentewet.
Praktijkgids sluit aan
De werkwijze in de Praktijkgids Onteigening voor Overheden sluit aan bij dit oordeel. In de voorbeeldbrief voor belanghebbenden staat namelijk al dat zij de logboeken en bijlagen kunnen opvragen.