Trillingen in de Omgevingswet – dit is veranderd

Gemeenten stellen regels voor bedrijven

Onder de Omgevingswet zijn de regels van trillingen door bedrijven (activiteiten) gedecentraliseerd. Dat betekent dat gemeenten zelf regels mogen stellen over trillingen van activiteiten. Hiervoor gelden de instructieregels over trillingen door activiteiten op trillinggevoelige gebouwen in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).

Activiteiten in plaats van inrichtingen

In de Omgevingswet is geen sprake meer van 'inrichtingen', zoals in het Activiteitenbesluit en de Wet milieubeheer. In plaats daarvan is sprake van '(milieubelastende) activiteiten', die zijn aangewezen in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Het Bal bevat vooral locatieonafhankelijke regels, en geen regels voor het voorkomen van trillingen.

Regels voor trillingen in het omgevingsplan

In het omgevingsplan nemen gemeenten regels op voor trillingen door milieubelastende activiteiten. Zij leggen vast welke trillingen door een activiteit in trillinggevoelige ruimten van trillinggevoelige gebouwen aanvaardbaar zijn.

Bruidsschat

Sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet geldt de bruidsschat omgevingsplan in het tijdelijk deel van het omgevingsplan als overgangsrecht. Hierin zijn de regels over trillingen vanuit het Activiteitenbesluit overgezet naar afdeling 22.3, 'milieubelastende activiteiten', in de bruidsschat omgevingsplan. De regels die in de bruidsschat omgevingsplan zijn opgenomen, gelden ook voor vergunningplichtige milieubelastende activiteiten. Voor vergunningvoorschriften over trillingen in een bestaande omgevingsvergunning milieubelastende activiteiten is een voorrangsbepaling opgenomen (artikel 22.1, lid 2, bruidsschat). Gemeenten krijgen tot 1 januari 2032 de tijd om het tijdelijk deel van het omgevingsplan en andere regels over de fysieke leefomgeving om te zetten naar een nieuw omgevingsplan.

Continue en herhaald voorkomende trillingen

In het Bkl staan instructieregels voor kortdurende, herhaaldelijk voorkomende trillingen. Dit is een wijziging ten opzichte van het Activiteitenbesluit en de bruidsschat. Deze bevatten alleen regels gericht op continue trillingen. In het nieuwe deel van het omgevingsplan moet de gemeente ook waarden opnemen voor herhaald voorkomende trillingen.

Activiteiten en voormalige functionele binding

Onder de Wet plattelandswoningen en het Activiteitenbesluit kon de gemeente voormalige agrarische bedrijfswoningen aanmerken als plattelandswoningen. Bij deze woningen mocht worden afgeweken van de beschermingsniveaus voor milieu, zodat het bedrijf kon blijven functioneren. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet is deze systematiek uitgebreid voor voormalige bedrijfswoningen op een bedrijventerrein en bedrijven behorende bij horeca-activiteiten, naast de woningen met een voormalige binding met agrarische activiteiten. De gemeente kan ervoor kiezen deze woningen in een omgevingsplan geen bescherming te bieden via regels tegen trillingen van het bedrijf waarvan zij in het verleden deel uitmaakten. Wel moet worden voldaan aan de centrale beoordelingsregel dat de trillingen door dat bedrijf aanvaardbaar zijn voor die woning.