Activiteiten vervangen het begrip inrichting
Voor het aspect trillingen vallen alle activiteiten die trillingen veroorzaken onder de afdeling '2.3 Milieubelastende activiteiten bruidsschat omgevingsplan'. De uitzonderingen hierop staan in artikel 22.41 bruidsschat omgevingsplan. Deze uitzonderingen vervangen het begrip 'inrichting' uit de Wet milieubeheer en de categorieën uit bijlage 1 van het Besluit omgevingsrecht.
Bescherming tegen trillingen van activiteiten
Als de Omgevingswet ingaat, worden trillinggevoelige gebouwen beschermd tegen trillingen van activiteiten, in plaats van trillingen door inrichtingen. Nu regelen algemene rijksregels de bescherming van trillinggevoelige gebouwen tegen trillingen van bedrijven (inrichtingen). Deze regels staan nu nog in het Activiteitenbesluit milieubeheer.
Bescherming van trillinggevoelige gebouwen
Met inwerkingtreding van de Omgevingswet regelt het omgevingsplan de bescherming van trillinggevoelige gebouwen tegen trillingen van bedrijven. In het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) staan hiervoor instructieregels. Voor de activiteiten wonen, wegen, vaarwegen en spoorwegen zijn er geen instructieregels voor trillingen. De gemeente kan hier eigen regels voor opstellen.
Vaststelling omgevingsplan
Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet geldt de bruidsschat. De regels voor een bedrijf veranderen pas als de gemeente voor een bepaald gebied het omgevingsplan vaststelt. De gemeente krijgt hier tot eind 2031 de tijd voor. Er wordt dan ook vastgelegd welke trillingen door een activiteit in trillinggevoelige ruimten van trillinggevoelige gebouwen aanvaardbaar zijn. De regels die in het omgevingsplan zijn opgenomen, gelden ook voor vergunningplichtige milieubelastende activiteiten. Bestaande omgevingsvergunningen blijven gelden.
Herhaald voorkomende trillingen
De regels in het Activiteitenbesluit milieubeheer gaan alleen over continue trillingen, die van het Bkl ook over herhaald voorkomende trillingen.
Plattelandswoningen
De regels gericht op plattelandswoningen gelden met de inwerkingtreding van de Omgevingswet voor voormalige bedrijfswoningen op een bedrijventerrein en bedrijven behorende bij horeca-activiteiten en agrarische activiteiten. De gemeente kan in een omgevingsplan ervoor kiezen deze woningen geen bescherming te bieden tegen trillingen van het bedrijf waar zij in het verleden deel van uitmaakten.
Voorwaarden vaststellen waarden in omgevingsplan
Het bevoegd gezag kan hogere of lagere waarden vaststellen in het omgevingsplan. Een lagere waarde kan altijd. Voor hogere waarden kan dit alleen als:
- eerder al een vergunning of maatwerkvoorschrift is verleend met daarin een hogere waarde (artikel 5. 87 lid 3 en 5. 87a lid 3)
- het gaat om een afwijking tot 1,8 maal de standaardwaarde op een bedrijventerrein (artikel 5.88 Bkl)
- het gaat om een afwijking van de standaard- of grenswaarden als zwaarwegende economische of maatschappelijke belangen dit rechtvaardigen (artikel 5.89 Bkl)