Lozen van hemelwater in de buitenruimte (decentrale regels)
Voor het lozen van hemelwater in de buitenruimte gelden decentrale lozingsvoorschriften. Deze staan in het omgevingsplan en de waterschapsverordening. Hemelwater moet bij voorkeur lokaal in het milieu terechtkomen. Dit geldt ook voor het lozen van hemelwater in de buitenruimte. De voorkeursroute is lozen op de bodem of in een schoonwaterriool of op het oppervlaktewater.
Op deze pagina
Wat u moet weten over deze lozingsvoorschriften:
- Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
- Wanneer de regels van toepassing zijn
- Beste beschikbare technieken (BBT)
- Verboden en voorwaarden bruidsschat
- Verwante wetgeving
- Controleaspecten
Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
Hemelwater is de verzamelnaam voor water dat uit de hemel valt. Bijvoorbeeld regen, sneeuw, hagel en dauw. Afvloeiend hemelwater Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) is de juridische term voor het afvalwater dat hierbij vrijkomt. Onder buitenruimte vallen:
- wegen (rijkswegen, provinciale, gemeentelijke en waterschapswegen)
- bij de wegen horende bruggen, tunnels en andere kunstwerken
- pleinen
- winkelstraten
- overige verhardingen in het openbaar gebied
Afhankelijk van de intensiteit van het verkeer is het afvloeiend hemelwater in meer of mindere mate verontreinigd. Bijvoorbeeld door slijtage van autobanden en remvoeringen komt in straatvuil PAK’s, zware metalen of minerale olie voor.
Bij tunnels en verdiept aangelegde wegen komt dit met het hemelwater geconcentreerd terecht in 1 of meer pompkelders. De first flush, of 1e waterstroom, uit deze pompkelders is daarom het meest vervuilde hemelwater.
Bouwmaterialen
Ook de toegepaste materialen op en bij de weg kunnen voor verontreiniging zorgen. Als het regent, kunnen stoffen uit de gebruikte materialen vrijkomen. Dit heet uitloging. Hierdoor wordt hemelwater verontreinigd en komen deze stoffen in de bodem of het oppervlaktewater. Denk daarbij aan:
- oppervlaktemateriaal van de weg
- wegmeubilair (zoals verkeerszuilen, afvalbakken)
- geleiderail (vangrails)
- lantarenpalen
Voor bouwstoffen is vaak onderzocht of uitloging kan plaatsvinden. Bij gebruik van gecertificeerde bouwmaterialen mag men hemelwater op de bodem, oppervlaktewater of het hemelwaterriool lozen. De gecertificeerde bouwmaterialen kunnen herkend worden aan de CE-markering.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal) staan geen regels voor het lozen van afvloeiend hemelwater niet afkomstig van een bodembeschermende voorziening.
Totdat de gemeente in het omgevingsplan zelf lozingsregels heeft opgesteld, geldt het tijdelijk deel van het omgevingsplan: de bruidsschat. U vindt de regels in paragraaf 22.3.8.2.
Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet gelden ook de regels die van rechtswege zijn toegevoegd aan de waterschapsverordening: bruidsschat van de waterschapsverordening. U vindt de regels in afdeling 2.3. Deze regels komen van rechtswege te staan in het nieuwe gedeelte van de waterschapsverordening. Deze regels blijven gelden tot het waterschap deze regels wijzigt.
Waar het lozen van hemelwater in de buitenruimte geregeld is, hangt daarom af van de lozingsroute.
De regels voor het lozen van afvloeiend hemelwater niet afkomstig van een bodembeschermende voorziening zijn niet van toepassing op:
- drainagewater als bedoeld in paragraaf 4.77 van het Bal
- afvalwater van een kas als bedoeld in paragraaf 4.78 van het Bal
- afvloeiend hemelwater dat afkomstig is van een verplichte bodembeschermende voorziening; De voorschriften zijn wel van toepassing op afvloeiend hemelwater afkomstig van bodembeschermende voorzieningen die vrijwillig zijn aangebracht.
Bruidsschat aanpassen
Na inwerkingtreding van de Omgevingswet kunnen gemeenten en waterschappen de bruidsschatregels omzetten naar regels die beter passen bij de lokale situatie. Bij deze omzetting moeten gemeente en waterschap wel rekening houden met de taken en bevoegdheden van het andere bestuursorgaan. Men moet met elkaar rekening houden vanwege de samenhang van de instrumenten.
Meldingseisen voor de lozing
Lozingen van afstromend hemelwater vormen in het algemeen geen risico voor de kwaliteit van het oppervlaktewater. Het is daarom niet nodig om voorafgaand aan de start of de wijziging van de lozing het bevoegd gezag te informeren.
Wanneer een rijksweg of provinciale weg en de daarbij behorende bruggen, viaducten en andere kunstwerken worden aangelegd of gewijzigd, moet het bevoegd gezag dit wél weten. Ten minste 6 maanden voor de voorgenomen aanleg of wijziging moet het bevoegd gezag weten:
- wat de aard en omvang van de lozing van afvloeiend hemelwater is
- wat de verwachte datum van het begin van de lozingsactiviteit is
Dit staat zowel in artikel 22.143 van de bruidsschat voor het omgevingsplan als in artikel 2.16 van de bruidsschat van de waterschapsverordening. Het bevoegd gezag kan na de melding samen met de wegbeheerder bekijken wat de gewenste wijze van verwerking van het afstromende regenwater is.
Beste beschikbare technieken (BBT)
Afvloeiend hemelwater gecontroleerd infiltreren in de bodem (de berm van de weg) is de beste beschikbare techniek (BBT) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Infiltreren in de bodem heeft de voorkeur boven lozen in het oppervlaktewater. Dit staat ook in de voorkeursvolgorde voor het omgaan met afvalwater.
Verplicht op het riool of opvangen
Het voorgaande geldt niet voor lozingen uit tunnels of bij verdiepte wegen. Daar is de BBT: de zogenoemde first flush op het vuilwaterriool lozen. De first flush, of 1e waterstroom, uit deze pompkelders is namelijk het meest vervuilde hemelwater. Dit kan alleen wanneer er in de nabijheid een vuilwaterriool aanwezig is (artikel 22.144, lid 5, van de bruidsschat omgevingsplan).
Voor het hemelwater dat geloosd moet worden nadat de first flush is opgevangen of afgevoerd via het vuilwaterriool, kan men dan zonder verdere voorzieningen lozen. De BBT is dan om het bij voorkeur via de lokale bodem, oppervlaktewater of hemelwaterriool af te voeren.
Specifieke zorgplicht
De beheerder van het terrein of oppervlak waar het hemelwater is neergekomen, is verantwoordelijk voor het voorkomen dat het hemelwater wordt verontreinigd. Ook dat is de BBT. Dit kan door:
- het schoonhouden van het terrein
- het zo omgaan met milieugevaarlijke stoffen dat er geen verontreiniging van het hemelwater kan plaatsvinden
- bouwmaterialen kiezen die niet uitlogen, of
- een zodanige wijze van onkruidbestrijding dat onnodige verontreiniging van het hemelwater wordt voorkomen
Als dit niet gebeurt, kan het bevoegde gezag de beheerder aanspreken op grond van de specifieke zorgplicht (artikel 2.4 van het Bal).
Verboden en voorwaarden bruidsschat
De voorkeursroute voor het lozen van hemelwater is lozen op de bodem of in een schoonwaterriool (artikel 22.144 van de bruidsschat omgevingsplan) of op het oppervlaktewater (artikel 2.15 van de bruidsschat waterschapsverordening).
Lozing in een vuilwaterriool is verder alleen toegestaan als andere vormen niet mogelijk zijn (artikel 22.144, lid 2, van de bruidsschat omgevingsplan).
Buiten de bebouwde kom gelegen rijkswegen en provinciale wegen
Voor afvloeiend hemelwater van buiten de bebouwde kom gelegen rijkswegen en provinciale wegen, is de voorkeursroute lozen op de bodem. Soms is lozen op de bodem redelijkerwijs niet mogelijk. Dan is lozen toegestaan op:
- een schoonwaterriool (artikel 22.144 van de bruidsschat omgevingsplan)
- op een aangewezen oppervlaktewaterlichaam (artikel 2.15 van de bruidsschat waterschapsverordening).
Er mag op een niet-aangewezen oppervlaktewaterlichaam worden geloosd. Maar alleen als lozen op of in een aangewezen oppervlaktewaterlichaam of in een schoonwaterriool redelijkerwijs niet mogelijk is.
Pompkelder van een tunnel of een verdiept weggedeelte
De voorkeursroute voor het lozen van hemelwater vanuit een pompkelder is om de zogenaamde first flush op het vuilwaterriool te lozen, maar alleen als dit redelijkerwijs mogelijk is. Daarna is de voorkeursroute lozen op de bodem. Soms is lozen op de bodem redelijkerwijs niet mogelijk. Dan is lozen toegestaan op:
- een schoonwaterriool (artikel 22.144 van de bruidsschat omgevingsplan) of
- op een aangewezen oppervlaktewaterlichaam (artikel 2.15 van de bruidsschat waterschapsverordening)
Er mag op een niet-aangewezen oppervlaktewaterlichaam worden geloosd. Maar alleen als lozen op of in een aangewezen oppervlaktewaterlichaam of in een schoonwaterriool redelijkerwijs niet mogelijk is.
Verwante wetgeving
Tunnels moeten allemaal beschikken over een grote pompkelder, waarin het hemelwater wordt opgevangen. De dimensionering van de pompkelder en bezinkbak moet voldoen aan Europese richtlijnen. Die gaan over de veiligheid van tunnels bij stortbuien. Deze pompkelder is ook een bezinkbak, waarin verontreiniging wordt afgevangen.
Controleaspecten
Let bij het controleren van de regels goed op de volgende zaken:
- Gelden de regels van het omgevingsplan of de regels van de bruidsschat omgevingsplan?
- Gelden de regels van de nieuwe waterschapsverordening of de regels van de bruidsschat waterschapsverordening?
- Zijn er verzamelpunten (straatkolken) waarin hemelwater wordt opgevangen?
- Lozen deze verzamelpunten op de bodem?
- Indien nee: op een schoonwaterriool?
- Indien nee: op een vuilwaterriool? Kan dit worden losgekoppeld?
- Indien nee: waar gaat het water dan naartoe?
- Lozen deze verzamelpunten op de bodem?
- Bij lozing vanuit een pompkelder of bezinkbak
- Vindt de volledige lozing plaats op het vuilwaterriool?
- Indien nee: alleen de first flush
- Is de reststroom voldoende schoon, of is de first flush te klein genomen?
- Vindt de volledige lozing plaats op het vuilwaterriool?
- Is er specifiek werk van toepassing en wordt daaraan voldaan?
- Wordt gewerkt volgens BBT?
Riooltekening
Bij lozing op een riool is er een riooltekening waar duidelijk op staat:
- op welke punten welk afvalwater wordt geloosd
- of de lozingspunten zijn aangesloten op het eigen vuilwaterriool of een schoonwaterriool
- op welke lozingsroutes het eigen vuilwaterriool en het schoonwaterriool uitkomen
Samenwerking bevoegde gezagen
Bij controle is een goede samenwerking tussen bevoegde gezagen gewenst. Het gaat om samenwerking tussen de waterbeheerder (voor de waterschapsverordening) en het college van burgemeester en wethouders (voor het omgevingsplan). Want als een openbare ruimte waar het hemelwater van afstroomt regelmatig verontreinigd is, mag men bij regen, sneeuw en hagel of dauw, een lozing van vervuild afvalwater verwachten. Deze verontreinig komt dan in het milieu terecht.
Als normaal gesproken een lozing van dit hemelwater plaatsvindt op oppervlaktewater, kan een waterbeheerder moeilijk optreden als er geen neerslag is van hemelwater. Er vindt dan namelijk geen lozing plaats in het oppervlaktewater. Eventueel opgelegd maatwerk is dan makkelijker handhaafbaar door de gemeente. Ook kan de gemeente in deze situatie de beheerder van de openbare ruimte makkelijker aanspreken op het gewenste preventieve gedrag.
Afvloeiend/afstromend hemelwater
Afvalwater dat ontstaat doordat water uit de hemel valt, zoals regen, sneeuw, hagel en dauw. Er is een relatie met de hemelwatertaak van de gemeente. Hemelwater kan vastgehouden en geborgen worden in een waterberging. Meer informatie is te vinden op de pagina Lozen (afvoeren) van afvloeiend hemelwater.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Beste beschikbare technieken (BBT)
Het meest doeltreffende en geavanceerde ontwikkelingsstadium van de activiteiten en exploitatiemethoden waarbij de praktische bruikbaarheid van speciale technieken om het uitgangspunt voor de emissiegrenswaarden en andere vergunningvoorwaarden te vormen is aangetoond, met als doel emissies en gevolgen voor het milieu in zijn geheel te voorkomen, of wanneer dit niet mogelijk is, te beperken, waarbij wordt verstaan onder:
- technieken: zowel de toegepaste technieken als de wijze waarop de installatie wordt ontworpen, gebouwd, onderhouden, geëxploiteerd en ontmanteld
- beschikbare: op zodanige schaal ontwikkeld dat de betrokken technieken, kosten en baten in aanmerking genomen, economisch en technisch haalbaar in de betrokken industriële context kunnen worden toegepast, onafhankelijk van de vraag of die technieken wel of niet binnen Nederland worden toegepast of geproduceerd, mits zij voor de exploitant op redelijke voorwaarden toegankelijk zijn,
- beste: het meest doeltreffend voor het bereiken van een hoog algemeen niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel
Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.