Lozingsvoorschriften drainagewater of spoelwater van filters bij grondgebonden teelt in een kas (paragraaf 4.77 Bal en decentrale regels)
Voor drainagewater of spoelwater van filters bij grondgebonden teelt in een kas gelden lozingsvoorschriften uit paragraaf 4.77 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Er staan ook regels in het omgevingsplan en de waterschapsverordening. De voorkeursroute is lozen op het vuilwaterriool.
Op deze pagina
Wat u moet weten over deze lozingsvoorschriften:
- Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
- Wanneer de regels van toepassing zijn
- Beste beschikbare technieken (BBT)
- Meldingseisen voor de lozing
- Verboden en voorwaarden Bal
- Gerelateerde wetgeving
- Controleaspecten ondernemer
- Controleaspecten handhaving
- Let op: er gelden ook andere voorschriften
Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
Bij teelt in de kasgrond (dus in verbinding met de ondergrond) wordt niet al het gietwater opgenomen door het gewas. Het zakt weg in de kasgrond (inzijging). Dit water kan worden opgevangen als in deze kasgrond (dus onder het teeltoppervlak) een stelsel van buizen ligt: drainagesysteem.
Een drainagesysteem is traditioneel bedoeld om:
- het grondwaterniveau in de kas te verlagen ten opzichte van de omgeving (onderbemaling)
- kwelwater op te vangen en af te voeren
- het te veel gegeven gietwater snel af te kunnen voeren
Waarom drainage nodig is, blijkt daarom afhankelijk te zijn van de locatie van de kas. Uit een drainagestelsel kan dus bedrijfsvreemd water stromen.
Drainagewater uit deze activiteit kan relatief hoge gehalten aan meststoffen bevatten. Soms worden ook gewasbeschermingsmiddelen “meegegeven” via gietwater. Als dat het geval is, kunnen er ook hoge gehalten aan gewasbeschermingsmiddelen in het drainagewater zitten. Als hergebruikt drainagewater wordt geloosd, noemt men dit ook wel spuiwater.
Let wel als het op een bedrijf lukt om én volledig te recirculeren en het spoelwater van filters van het watergeefsysteem niet wordt geloosd, bestaat er dus geen afvalwater.
Gietwatersysteem
Een gietwatersysteem bestaat uit: pompen, kranen, doseerunits van meststoffen, leidingwerk met sproeiers en/of druppelaars en verzamelputten. Er zitten verschillende soorten filters in en soms ontsmettingsinstallaties. Deze filters moeten van tijd tot tijd worden schoongemaakt. Daarbij ontstaat spoelwater waar gewasbeschermingsmiddelen in kunnen zitten.
Zowel glastuinbouwbedrijven als bij bedrijven met zogenoemd ondersteunend glas werken met gietwatersystemen. Bedrijven met ondersteunend glas zijn bedrijven waarbij de teelt in een kas de bedrijfsvoering buiten de kas ondersteunt. In de kas worden bijvoorbeeld planten gestekt en (voor)opgekweekt. Dit komt voor bij akkerbouwbedrijven, boomkwekers of tuinbouwbedrijven.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In de hoofdstukken 3 en 4 van het Bal staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.77 valt en
- paragraaf 4.77 in hoofdstuk 3 van het Bal voor uw bedrijfstak is aangewezen
Als er geen sprake is van het lozen van drainagewater of spoelwater is deze paragraaf niet van toepassing.
Er kunnen ook lozingsregels voor deze activiteit in het omgevingsplan en in de waterschapsverordening worden opgenomen. Welke regel geldt, hangt af van de lozingsroute. De regels van het Bal gelden voor lozingen op rijkswater. Voor lozingen op regionaal oppervlaktewater kunnen ook bruidsschatregels gelden, naast de lozingseisen uit het Bal.
Decentrale regels
In paragraaf 22.3.9 van het tijdelijk deel van het omgevingsplan (bruidsschat) en afdeling 2.13 bruidsschat van de waterschapsverordening (bruidsschat) staan de regels voor lozen bij telen, kweken, spoelen of sorteren van gewassen.
Deze gaan beide inhoudelijk niet in op drainwater of spoelwater van filters bij gebonden teelt in een kas.
Bruidsschat aanpassen
Na de inwerkingtreding van de Omgevingswet kunnen gemeenten en waterschappen de bruidsschatregels omzetten naar regels die beter passen bij de lokale situatie. Bij deze omzetting moeten gemeente én waterschap wel rekening houden met de taken en bevoegdheden van het andere bestuursorgaan. Men moet met elkaar rekening houden vanwege de samenhang van de instrumenten.
Beste beschikbare technieken (BBT)
Het is het best om niet te lozen. Drainagewater is namelijk geschikt voor hergebruik als voedingswater. Daarom mag drainwater alleen geloosd worden na het verplicht gebruik van goed gietwater en verplicht hergebruiken van drainwater (artikel 4.791 van het Bal). Daarom geldt dat er gebruik moet worden gemaakt van:
- een hemelwateropvangvoorziening van ten minste 500 m3/ha teeltoppervlakte
- of, water met maximaal een even hoog natriumgehalte als hemelwater
Dit water moet gebruikt worden als gietwater om zo lang mogelijk te kunnen recirculeren. Dit staat in de beleidsnota Goed gietwater.
Van belang is om te weten dat deze hemelwateropvangvoorziening ook een opslag bij de buurman kan zijn. Die moet natuurlijk wel groot genoeg zijn. Deze BBT Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)-eisen gelden niet als in een kas de totale teeltoppervlakte voor het telen van gewassen in de grond kleiner is dan 2.500 m2.
Terugdringen drainwaterlozingen
Zelfs bij toepassing van goed gietwater is recirculatie niet ongelimiteerd mogelijk. Dat komt door het oplopende zoutgehalte in het steeds hergebruikte drainwater. Hoe goed dit lukt, hangt ook af van het vakmanschap van de ondernemer. Een lozing is daarom niet altijd te voorkomen.
Vanwege de ophoping van zouten kan het ook nodig zijn om de grond door te spoelen. Bij het doorspoelen van de bodem bij een volgteelt van bladgroentegewassen wordt niet meer water gebruikt dan 3.000 m3 per hectare gestoomde bodem. Dit is bij substraatteelt bijvoorbeeld niet nodig als het substraat wordt gewisseld.
In ieder geval is het BBT om drainwaterlozingen terug te dringen. Het daarbij van belang dat de hoeveelheid toegediende totaal stikstof en totaal fosfor:
- zijn afgestemd op de behoefte van het gewas
- niet hoger zijn dan de gebruiksnormen van dat gewas
De gebruiksnormen staan in tabel 4.791la en in tabel 4.791lb van het Bal.
Combinatie van tabel 4.791la en tabel 4.791lb van het Bal
Categorie van gewassen |
Tabel 4.791la Gebruiksnormen totaal stikstof in kg per hectare teeltoppervlakte per kalenderjaar |
Tabel 4.791lb Gebruiksnormen totaal fosfor in kg per hectare teeltoppervlakte per kalenderjaar |
---|---|---|
Sierteelt: Alstroemeria belicht |
2.500 |
- |
Sierteelt: Alstroemeria onbelicht |
2.000 |
- |
Sierteelt: Alstroemeria belicht en onbelicht |
- |
350 |
Sierteelt: Amaryllis |
1.500 |
550 |
Sierteelt: Anjer |
1.500 |
350 |
Sierteelt: Chrysant belicht en onbelicht |
2.500 |
350 |
Sierteelt: Freesia |
1.500 |
350 |
Sierteelt: Iris belicht en onbelicht |
1.000 |
- |
Sierteelt: Iris belicht |
- |
350 |
Sierteelt: Iris onbelicht |
- |
150 |
Sierteelt: Lelie belicht en onbelicht |
1.250 |
- |
Sierteelt:Lelie belicht |
- |
350 |
Sierteelt:Lelie onbelicht |
- |
150 |
Sierteelt: Lisianthus belicht en onbelicht |
3.250 |
350 |
Sierteelt:Snijgroen |
1.000 |
750 |
Sierteelt: Zomerbloemen jaarrondteelt |
2.500 |
550 |
Sierteelt: Zomerbloemen overig |
1.000 |
350 |
Sierteelt: Sierteelt overig |
1.000 |
350 |
Fruit |
1.000 |
150 |
Groenten: Sla |
2.000 |
350 |
Groenten: Bladgewassen overig |
2.000 |
750 |
Groenten: Radijs |
1.500 |
350 |
Groenten: Vruchtgroenten |
2.000 |
550 |
Groenten: Groenten (overig) |
1.000 |
150 |
Dit is ook een belangrijke stap om directe lozingen op oppervlaktewater te stoppen. Die waren eerder toegestaan vanwege het gebrek aan capaciteit van het rioolstelsel. Deze lozingsroute moet op termijn in ieder geval helemaal worden beëindigd of geminimaliseerd.
Dalende stikstofemissie
In het Activiteitenbesluit milieubeheer is een dalende emissienorm voor stikstof afgesproken met de sector. In aanvulling op de middelvoorschriften over gietwater en recirculatie. Uitgangspunt daarbij is, dat de lozing van stikstof in 2027 tot bijna nul is teruggebracht.
Zuiveringsplicht
Sinds 2017 is er een zuiveringsplicht voor situaties waarin drainwater en terugspoelwater van filters met gewasbeschermingsmiddelen als afvalwater wordt geloosd.
Het gaat om installaties die minimaal 95% van de werkzame stoffen van de gewasbeschermingsmiddelen uit het water verwijderen. Dit zijn de werkzame stoffen, zoals bedoeld in de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb). Het zuiveringsrendement van de zuiveringsvoorziening wordt bepaald volgens het Meetprotocol voor het testen van het zuiveringsrendement van zuiveringsinstallaties glastuinbouw (artikel 4.791k van het Bal).
De zuiveringsplicht is niet bedoeld voor anorganische stoffen, zoals metalen. Ook niet voor micro-organismen ingezet als werkzame stoffen. Daarvoor zijn de zuiveringsvoorzieningen technisch niet geschikt.
Zuiveringsinstallaties voor gewasbeschermingsmiddelen zijn relatief duur. Vooral voor bedrijven met een kleiner kasoppervlak of grote hoeveelheden te lozen drainwater. Als dit afvalwater (drainwater en terugspoelwater van filters) niet wordt geloosd (BBT), is deze investering niet nodig.
Meldingseisen voor de lozing
Volgens artikel 2.17 van het Bal moet de melder van de activiteit altijd de volgende gegevens aanleveren:
- de aanduiding van de activiteit: drainagewater of spoelwater van filters bij grondgebonden teelt in een kas
- naam en adres van degene die de activiteit - bedoeld in hoofdstuk 3 Bal - verricht
- het adres waarop de activiteit - bedoeld in hoofdstuk 3 Bal - plaatsvindt
- de dagtekening
Verboden en voorwaarden Bal
De voorkeursroute is lozen op vuilwaterriool.
Er mag alleen geloosd worden, als het te lozen afvalwater dat gewasbeschermingsmiddelen bevat (artikel 4.791k van het Bal):
- voor het lozen door een zuiveringsvoorziening is geleid die ten minste 95% van de werkzame stoffen - organische verbindingen afkomstig van de gewasbeschermingsmiddelen - uit het water verwijdert
- of, na het lozen door een zuiveringsvoorziening of een zuiveringtechnisch werk wordt geleid waarmee ten minste 95% van de werkzame stoffen die bestaan uit organische verbindingen afkomstig van de gewasbeschermingsmiddelen uit het water wordt verwijderd.
Aan deze eis wordt in ieder geval voldaan, nadat het te lozen afvalwater door een zuiveringsvoorziening is geleid. Die voorziening moet minimaal 95% van de werkzame stoffen uit het te lozen afwater verwijderen.
Volgens artikel 4.791d van het Bal mag dit:
- voor het lozen op het bedrijf zelf, of
- na het lozen op een centrale locatie met meerdere bedrijven
Verboden en voorwaarden bruidsschat
Als hergebruik van het drainagewater niet doelmatig is, hoeft er geen recirculatiesysteem aanwezig te zijn (In afwijking van artikel 4.791c van het Bal). Dit geldt voor lozingen van drainagewater die al voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet bestonden (artikel 22.172 van de bruidsschat omgevingsplan).
Maatwerk
In situaties met veel kwel en inzijging is het mogelijk dat zuivering van het drainagewater niet doelmatig is. Bedrijven kunnen dan een maatwerkvoorschrift aanvragen om van het voorschrift af te wijken. Er is een protocol voor het beoordelen van dergelijke situaties.
Dat er juridische mogelijkheden zijn, zegt nog niets over de vraag of een lozing in een specifiek geval ook nodig en aanvaardbaar is. Het bevoegd gezag beoordeelt dit.
Overgangsrecht
Ligt een vuilwaterriool of zuiveringtechnisch werk op meer dan 40 m van de perceelgrens? Dan mag ook op een oppervlaktewaterlichaam geloosd worden. Bij onvoldoende capaciteit van het vuilwaterriool ook. De emissiegrenswaarden zijn gelijk aan die van lozen op de vuilwaterriolering.
Berekening afstand perceelgrens
De afstand wordt berekend over de kortste lijn waarlangs aansluiting daadwerkelijk kan plaatsvinden. Die afstand is niet altijd hemelsbreed de kortste lijn. Dit komt door privaatrechtelijke belemmeringen of de aanwezigheid van bijvoorbeeld een waterkering.
Vond de lozing voor 2013 plaats? Dan geldt de afstand vanaf de plek waar het afvalwater vrijkomt in plaats van vanaf de perceelgrens.
Aansluiten op het vuilwaterriool
Is een bedrijf groter én loost het meer? Dan is aansluiting op het vuilwaterriool ook bij een langere afstand van dat riool redelijk. Bijvoorbeeld 200 meter bij een bedrijf van 2 ha. Dan mag ook een zekere mate van buffering van het afvalwater geëist worden. Zo wordt een beperkte vuilwaterrioolcapaciteit optimaal benut.
Wanneer vervalt het overgangsrecht?
In artikel 4.791pa van het Bal is afwijken van de voorgeschreven lozingsroute vastgelegd tot 1 januari 2027. Dit overgangsrecht geldt totdat lozen op het vuilwaterriool voor deze activiteit mogelijk wordt, tenzij een maatwerkregel of maatwerkvoorschrift een alternatieve lozingsroute aanwijst.
Verandert de aard en omvang van de activiteit nadat de Omgevingswet ingaat? Dan vervalt het overgangsrecht ook. Het gaat om een verandering vergeleken met de situatie bij de laatste (wijzigings)melding voor de Omgevingswet inging.
Het overgangsrecht geldt ook niet voor lozingen na inwerkingtreding van het Bal. Is het nodig en aanvaardbaar dat ook na 1 januari 2027 van de lozingsroute wordt afgeweken? Dan moet daarin via een maatwerkregel of maatwerkvoorschrift worden voorzien.
Keuze lozingsroute
Een gemeente of waterschap is niet bevoegd om de voorkeursroute van een lozing op te heffen. Is er een andere lozingsroute in Bal, het omgevingsplan of de waterschapsverordening toegestaan? Dan is de voorkeursroute geen verplichting voor de initiatiefnemer.
Gerelateerde wetgeving
Drainagewater of spoelwater van filters bij substraatteelt in een kas kan ook als bedrijfsafval worden afgevoerd. Daarvoor geldt titel 10.6 van de Wet milieubeheer (Wm). Dit betekent:
- Het afval moet worden afgegeven aan een erkende inzamelaar (artikel 10.37 Wm).
- De gegevens hierover moeten worden bewaard (artikel 10.38 Wm).
Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Handelingen met gewasbeschermingsmiddelen en biociden vallen ook onder de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb). Het Bal stelt ook eisen aan handelingen met gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Daarin is geregeld dat het toezicht ook door de waterschappen kan worden uitgevoerd.
Artikel 18.2 van de Omgevingswet wordt nog aangepast met de Invoeringswet Omgevingswet. Dit gebeurt om de extra regels die in het Bal staan ook met de bestuursrechtelijke handhavingsmogelijkheden van de gewasbeschermingsmiddelen- en biocidenwetgeving te kunnen handhaven.
Controleaspecten ondernemer
De meetverplichtingen en rapportageplicht gelden voor de emissies van stikstof, fosfor en spuiwater. Dit moet het bedrijf uitvoeren waar paragraaf 4.77 Bal op van toepassing is. De rapportageplicht geldt ook voor kleine kassen. Een ondernemer moet zelf de juistheid en volledigheid van de metingen en de rapportage kunnen waarborgen. Er is geen verplichting om daarbij een deskundige in te schakelen.
De registratie en Meetverplichtingen volgens Artikel 4.791m en Artikel 4.791n van het Bal
In deze artikelen staan de meetverplichtingen voor het lozen van drainagewater voor de grondgebondenteelt. De afwijking van de nauwkeurigheid van de instrumenten die worden gebruikt voor het meten van de hoeveelheden is ten hoogste 10%.
Per gewas of groep van gewassen met eenzelfde bemestingsniveau
worden de volgende gegevens gemeten of berekend (Artikel 4.791m van het Bal) en geregistreerd:
Gewaswisseling
Na elke gewaswisseling het teeltoppervlakte en de teeltperiode.
Elke keer
Na elk gebruik registreren:
- de hoeveelheid in kilogram per hectare toegediende meststoffen onder vermelding van de samenstelling van de meststof
- de bemeste oppervlakte
Elke 4 weken
Elke 4 weken (en begin op dag 1 van week 1) de hoeveelheid registreren van het:
- toegediende voedingswater, in kubieke meters
- hergebruikte drainagewater, in kubieke meters
- geloosde drainagewater, in kubieke meters
Kwartaal
Per kwartaal (en begin op dag 1 van week 1) wordt:
- minimaal eenmaal een representatief grondmonster genomen en de hoeveelheid totaal stikstof en totaal fosfor in de bodem bepaald
- het gehalte nitraatstikstof, ammoniumstikstof, totaal stikstof en totaal fosfor in het geloosde drainagewater geregistreerd. Dit wordt berekend aan de hand van
- de hoeveelheid geloosde drainagewater, in kubieke meters
- het gehalte aan nitraatstikstof en ammoniumstikstof en totaal fosfor in het geloosde drainagewater
Jaarlijks
Jaarlijks wordt:
- op 1 januari aanwezige voorraad meststoffen geregistreerd
- onder vermelding van de merknaam zoals die op de verpakking is vermeld,
- de naam en het adres van de leveranciers
- de hoeveelheid, uitgedrukt in kilogrammen of liters.
- de totale hoeveelheid toegediende, of verbruik aan, totaal stikstof en totaal fosfor per oppervlakte-eenheid per jaar berekend en geregistreerd
- Dit gaat over de periode van 1 januari tot en met 31 december.
- Eerst wordt voor elke te onderscheiden samenstelling van de meststoffen het verbruik van totaal stikstof en totaal fosfor berekend
- De uitkomsten van die berekeningen telt men op.
- de per kwartaal brekende hoeveelheid nitraatstikstof, ammoniumstikstof, totaal stikstof en totaal fosfor in het geloosde drainagewater, opgeteld en geregistreerd.
Alles wordt minimaal 5 jaar bewaard.
Met deze gegevens kan worden aangetoond dat de hoeveelheid toegediende totaal stikstof afgestemd is op de behoefte van het gewas (artikel 4.791n van het Bal). Ook is duidelijk dat niet meer totaal stikstof is gebruikt dan de gebruiksnorm van totaal stikstof in kilogram per hectare teeltoppervlakte per kalenderjaar, per categorie gewas uit tabel 4.791la.
Rapportageverplichtingen volgens Artikel 4.791o van het Bal
Jaarlijks ontvangt het waterschap uiterlijk op 30 april een rapportage van de ondernemer. De rapportage van de emissiegegevens loopt via de Uitvoeringsorganisatie glastuinbouw en milieu (UO).
Per bedrijf wordt een overzicht gegeven van de hoeveelheid geloosd spuiwater, de hoeveelheid stikstof in het geloosde water en de hoeveelheid stikstof die jaarlijks per hectare is geloosd. Uit deze gegevens blijkt, of een bedrijf loost, en zo ja, of een bedrijf aan de emissienormen voldoet.
De rapportage over het afgelopen kalenderjaar bevat per gewas, naast de bijbehorende teeltoppervlakte en teeltperiode:
- de hoeveelheid geloosde drainagewater, in kubieke meters
- de toegediende hoeveelheid totaal stikstof en totaal fosfor
- de hoeveelheid totaal stikstof en totaal fosfor in het geloosde drainagewater
- het gehalte aan nitraatstikstof en ammoniumstikstof en totaal fosfor in het geloosde drainagewater
- de berekende toegediende hoeveelheid totaal stikstof en totaal fosfor
- de hoeveelheid totaal stikstof en totaal fosfor in het geloosde drainagewater, berekend aan de hand van de gegevens van:
Controleaspecten bij handhaving
Let bij het controleren van de regels goed op de volgende zaken:
- Is er sprake van het lozen van drainagewater of spoelwater van filters bij grondgebondenteelt in een kas? Als er geen sprake is van lozen van drainwater of spoelwater geldt deze paragraaf niet. Dan gelden alleen de regels voor het lozen van condenswater.
- Wordt voldaan aan BBT?
- Gelden de regels voor het omgevingsplan of voor de bruidsschat omgevingsplan?
- Gelden de regels van de nieuwe waterschapsverordening of de regels van de bruidsschat waterschapsverordening?
- Is uiterlijk op 30 april een rapportage ontvangen via het UO?
- Wordt volgens de rapportage voldaan aan de emissiegrenswaarden?
- Wordt het gevaarlijke (vloeibare) bedrijfsafval correct afgevoerd?
- Heeft het bedrijf een Skal-certificaat?
- Ieder bedrijf dat biologische producten produceert, verwerkt, verpakt, importeert, verhandelt of opslaat, moet over een Skal-certificaat beschikken. Bij een melding zit dan een kopie van het Skal-certificaat.
- De term 'biologisch' is wettelijk beschermd. De Stichting Skal controleert dit.
Riooltekening
Bij lozing op een riool is er een riooltekening waar duidelijk op staat:
- op welke punten welk afvalwater wordt geloosd
- of de lozingspunten aansluiten op het eigen vuilwaterriool of een schoonwaterriool
- op welke lozingsroutes het eigen vuilwaterriool en het schoonwaterriool uitkomen
Let op: er gelden ook andere voorschriften
Naast lozingsvoorschriften gelden ook andere voorschriften.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Beste beschikbare technieken (BBT)
Het meest doeltreffende en geavanceerde ontwikkelingsstadium van de activiteiten en exploitatiemethoden waarbij de praktische bruikbaarheid van speciale technieken om het uitgangspunt voor de emissiegrenswaarden en andere vergunningvoorwaarden te vormen is aangetoond, met als doel emissies en gevolgen voor het milieu in zijn geheel te voorkomen, of wanneer dit niet mogelijk is, te beperken, waarbij wordt verstaan onder:
- technieken: zowel de toegepaste technieken als de wijze waarop de installatie wordt ontworpen, gebouwd, onderhouden, geëxploiteerd en ontmanteld
- beschikbare: op zodanige schaal ontwikkeld dat de betrokken technieken, kosten en baten in aanmerking genomen, economisch en technisch haalbaar in de betrokken industriële context kunnen worden toegepast, onafhankelijk van de vraag of die technieken wel of niet binnen Nederland worden toegepast of geproduceerd, mits zij voor de exploitant op redelijke voorwaarden toegankelijk zijn,
- beste: het meest doeltreffend voor het bereiken van een hoog algemeen niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel
Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.