Lozingsvoorschriften voor het spoelen van gewassen (paragraaf 4.68 Bal en decentrale regels)
Voor het spoelen van gewassen gelden lozingsvoorschriften uit paragraaf 4.68 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). De voorkeursroute voor lozing van het afvalwater is gelijkmatige verspreiding over landbouwgronden.
Op deze pagina
Wat u moet u moet weten over deze lozingsvoorschriften:
- Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
- Wanneer de regels van toepassing zijn
- Best beschikbare technieken (BBT)
- Meldingseisen
- Verboden en voorwaarden Bal
- Controleaspecten
Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
Afvalwater ontstaat vooral bij het spoelen van geoogste gewassen en het verwijderen van de grond die eraan hangt (tarra). De gewassen worden gezeefd en met water gespoeld. Daarbij ontstaat afvalwater: voorspoelwater.
Bij niet-biologische teelt zitten er nog resten van chemische gewasbeschermingsmiddelen aan de geoogste gewassen. Die komen tijdens het wassen in spoelwater en slib terecht. Dit is voorspoelwater dat via een recirculatiesysteem hergebruikt wordt. Een belangrijk onderdeel van dat systeem is het bezinkbassin. Daarin blijven bezinkbare stoffen en verontreinigingen uit het voorspoelwater achter. Zo kan de teler het voorspoelwater meerdere keren gebruiken.
Daarna worden de gespoelde gewassen nagespoeld. Dit naspoelwater gebruiken telers opnieuw als aanvulling op het voorspoelwater. De teler moet dus vooraf goed inschatten hoe groot het (bezink)bassin moet zijn. Anders raakt het te vol. De hoeveelheid gebufferd voorspoelwater neemt wel af door verdamping en doorsijpeling in de bodem.
Voor drooggeschoonde prei en asperges geldt een uitzondering. De teler hoeft het spoelwater niet opnieuw te gebruiken.
Het sorteren met behulp van een waterdumper valt niet onder spoelen.
Prei
Bij het droogschonen van prei worden de buitenste bladeren van de prei handmatig verwijderd. Ook de worteldelen worden afgesneden. Pas daarna wordt het gewas met leiding- of bronwater nagespoeld. Dit naspoelwater is de enige afvalwaterstroom.
Uit beschikbare resultaten van bemonsteringen is gebleken dat gewasbeschermingsmiddelen maar in beperkte mate in het naspoelwater aanwezig zijn. Voor wie gewassen spoelt, is effectieve droge schoning belangrijk om een schoon product te kunnen (blijven) leveren.
Asperges
Bij asperges komt weinig grondtarra vrij. Er wordt weinig water gebruikt. En het gebruikte water heeft ook de functie van koelwater. Het spoelwater is optisch schoon. Uit onderzoek is gebleken dat de samenstelling van het spoelwater van asperges vergelijkbaar is met het naspoelwater van verschillende andere gewassen. Prei bijvoorbeeld. Daarom mag het geloosd worden.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In hoofdstuk 3 en 4 van het Bal staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- paragraaf 4.68 in hoofdstuk 3 van het Bal voor uw bedrijfstak is aangewezen
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.68 van het Bal valt
Er kunnen ook lozingsregels voor deze activiteit in het omgevingsplan en in de waterschapsverordening worden opgenomen. Welke regel geldt, hangt af van de lozingsroute. De gemeente kan maatwerkregels stellen over lozen in de bodem en de riolering. Het waterschap kan maatwerkregels stellen over lozen in regionaal oppervlaktewater.
Best beschikbare technieken (BBT)
Hergebruik van het spoelwater is BBT. Dit is bedoeld om het watergebruik te zoveel mogelijk te beperken. Het spoelen van de geoogste gewassen moet daarom minstens in 2 fasen: voorspoelen en naspoelen.
Naspoelwater mag eventueel worden geloosd. Maar ook deze afvalwaterstroom moet op grond van de specifieke zorgplicht van artikel 2.11 zoveel mogelijk beperkt worden. De hoeveelheid te gebruiken naspoelwater moet daarom ook minimaal zijn (artikel 4.745 van het Bal).
Meldingseisen
Volgens artikel 2.17 van het Bal moet de melder van de activiteit altijd de volgende gegevens aanleveren:
- de aanduiding van de activiteit: spoelen van gewassen
- naam en adres van degene die de activiteit - bedoeld in hoofdstuk 3 Bal - verricht
- het adres waarop de activiteit - bedoeld in hoofdstuk 3 Bal - plaatsvindt
- de dagtekening
Verboden en voorwaarden Bal
Voorspoelwater wordt niet geloosd (artikel 4.746 van het Bal).
De voorkeursroute voor het lozen van naspoelwater is het gelijkmatig verspreiden over landbouwgronden (artikel 4.747 van het Bal). Als dit redelijkerwijs niet mogelijk is, mag het worden geloosd in het vuilwaterriool. De emissiegrenswaarde voor onopgeloste bestanddelen is dan 300 mg/liter.
De gebruiker mag alleen naspoelwater lozen, als het niet meer geschikt is voor hergebruik. Ook het spoelwater van drooggeschoonde prei of asperges mag geloosd worden (artikel 4.745 van het Bal).
Controleaspecten
Let bij het controleren van de lozingsvoorschriften op de volgende zaken:
- wordt spoelwater hergebruikt? Zijn hiervoor voorzieningen aanwezig?
Let op: het afvalwater van het spoelen van drooggeschoonde prei en asperges hoeft niet te worden hergebruikt. Het mag direct worden geloosd. - wordt het naspoelwater in of op de bodem geloosd op het perceel waar de gewassen zijn geteeld?
- is er maatwerk voor een andere lozingsroute?
- wordt gewerkt volgens BBT?
- wordt het naspoelwater gelijkmatig over de landbouwgronden uitgereden?
- voldoet de lozing op het vuilwaterriool aan de emissiegrenswaarden?
Meten en bemonsteren
Voldoet de lozing aan de emissiegrenswaarden? Voor het bemonsteren en analyseren van afvalwater gelden de volgende normen:
- voor het bemonsteren van afvalwater: NEN 6600-1
Het monster wordt niet gefiltreerd. Bij het analyseren van een monster worden onopgeloste stoffen meegenomen. - voor het conserveren van een monster: NEN-EN-ISO 5667-3
- voor analyse van een monster voor onopgeloste stoffen: NEN-EN 872
Riooltekening
Bij lozing op een riool is een (riool)tekening beschikbaar waarop duidelijk staat:
- op welke punten welk afvalwater wordt geloosd
- of de lozingspunten zijn aangesloten op het eigen vuilwaterriool of een schoonwaterriool
- op welke lozingsroutes het eigen vuilwaterriool en het schoonwaterriool uitkomen
Begrip: Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Lees meer op Inhoud Besluit activiteiten leefomgeving.