Lozingsvoorschriften drainwater of spoelwater van filters bij substraatteelt in een kas (paragraaf 4.76 Bal en decentrale regels)
Voor drainwater of spoelwater van filters bij substraatteelt in een kas gelden lozingsvoorschriften uit paragraaf 4.76 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Er kunnen ook regels in het omgevingsplan en de waterschapsverordening worden opgenomen. De voorkeursroute voor lozing is het vuilwaterriool.
Op deze pagina
Wat u moet u moet weten over deze lozingsvoorschriften:
- Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
- Wanneer de regels van toepassing zijn
- Beste beschikbare technieken (BBT)
- Meldingseisen
- Verboden en voorwaarden Bal
- Overgangsrecht
- Gerelateerde wetgeving
- Controleaspecten voor de ondernemer
- Controleaspecten bij handhaving
- Let op: er gelden ook andere voorschriften
Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
Drainwater is het voedingswater dat bij de teelt op substraat niet wordt opgenomen door het gewas. Teelt op substraat wil zeggen: los van de grond, bijvoorbeeld op tafels of steenwol. Drainwater uit deze activiteit bevat relatief hoge gehalten aan meststoffen. Soms worden ook gewasbeschermingsmiddelen 'meegegeven' via gietwater. Als dat het geval is kunnen er hoge gehalten gewasbeschermingsmiddelen in het drainwater zitten. Als drainwater wordt geloosd, noemt men dit ook wel spuiwater.
Gietwatersysteem
Een gietwatersysteem bestaat uit: pompen, kranen, doseerunits van meststoffen, leidingwerk met sproeiers en/of druppelaars en verzamelputten. Er zitten verschillende soorten filters in en soms ontsmettingsinstallaties. Deze filters moeten van tijd tot tijd worden schoongemaakt. Daarbij ontstaat spoelwater waar gewasbeschermingsmiddelen in kunnen zitten.
Zowel glastuinbouwbedrijven als bij bedrijven met zogenoemd ondersteunend glas werken met gietwatersystemen. Bedrijven met ondersteunend glas zijn bedrijven waarbij de teelt in een kas de bedrijfsvoering buiten de kas ondersteunt. In de kas worden bijvoorbeeld planten gestekt en (voor)opgekweekt. Dit komt voor bij akkerbouwbedrijven, boomkwekers of tuinbouwbedrijven.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In hoofdstuk 3 en 4 van het Bal staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.76 van het Bal valt, en
- paragraaf 4.76 in hoofdstuk 3 van het Bal voor uw bedrijfstak is aangewezen
Er kunnen ook lozingsregels voor deze activiteit in het omgevingsplan en in de waterschapsverordening worden opgenomen. Welke regel geldt, hangt af van de lozingsroute. De regels van het Bal gelden voor lozingen op rijkswater. Voor lozingen op regionaal oppervlaktewater kunnen ook bruidsschatregels gelden, naast de lozingseisen uit het Bal.
Decentrale regels
In paragraaf 22.3.9 van het tijdelijk deel van het omgevingsplan (bruidsschat) en afdeling 2.13 bruidsschat van de waterschapsverordening (bruidsschat) staan de regels voor lozen bij telen, kweken, spoelen of sorteren van gewassen.
Deze gaan beide inhoudelijk niet in op substraatteelt van gewassen op stellingen of in een gotensysteem in de openlucht.
Bruidsschat aanpassen
Na inwerkingtreding van de Omgevingswet kunnen gemeenten en waterschappen de bruidsschatregels omzetten naar regels die beter passen bij de lokale situatie. Bij deze omzetting moeten gemeente én waterschap wel rekening houden met de taken en bevoegdheden van het andere bestuursorgaan. Men moet met elkaar rekening houden vanwege de samenhang van de instrumenten.
Beste beschikbare technieken (BBT)
Het is het best om niet te lozen. Drainwater is namelijk geschikt voor hergebruik als voedingswater. Daarom is de lozingsroute voor drainwater: verplicht gebruik van goed gietwater en verplicht hergebruiken van drainwater (artikel 4.791c van het Bal). Daarbij moet gebruik worden gemaakt van:
- een hemelwateropvangvoorziening van minimaal 500 m3/ha teeltoppervlakte; of
- water met een maximaal even hoog natriumgehalte als hemelwater
Dit water moet gebruikt worden als gietwater, om zo lang mogelijk te kunnen recirculeren. Dit staat in de beleidsnota Goed gietwater.
Deze BBT Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)-eisen gelden niet als:
- de jaarvracht stikstof per hectare teeltoppervlak in het te lozen drainwater lager is dan 25 kg (zie ook tabel 4.791e voor de emissiegrenswaarden)
- de totale teeltoppervlakte voor het telen van gewassen op substraat in een kas kleiner is dan 2.500 m2
Bij substraatteelten worden stikstof en fosfor in vaste verhoudingen toegediend aan het gewas. Bij een lagere stikstofemissie gaat de fosforemissie in gelijke mate omlaag.
Terugdringen drainwaterlozingen
Zelfs bij toepassing van goed gietwater is recirculatie niet ongelimiteerd mogelijk. Dat komt door het oplopende zoutgehalte in het steeds hergebruikte drainwater. Hoe goed dit lukt, hangt ook af van het vakmanschap van de ondernemer. Een lozing is daarom niet altijd te voorkomen.
Het is in ieder geval BBT om drainwaterlozingen terug te dringen. Dit is ook een belangrijke stap om te stoppen met directe lozingen op oppervlaktewater. Die waren ooit toegestaan vanwege het gebrek aan capaciteit van het rioolstelsel. Deze lozingsroute moet uiteindelijk helemaal worden beëindigd, of in elk geval tot een minimum beperkt.
Dalende stikstofemissie
In het Activiteitenbesluit milieubeheer is een dalende emissienorm voor stikstof afgesproken met de sector. In aanvulling op de middelvoorschriften over gietwater en recirculatie. Uitgangspunt daarbij is, dat de lozing van stikstof in 2027 tot bijna nul is teruggebracht.
Zuiveringsplicht
Sinds 2017 is er een zuiveringsplicht voor situaties waarin drainwater en terugspoelwater van filters met gewasbeschermingsmiddelen als afvalwater wordt geloosd.
Het gaat om installaties die minimaal 95% van de werkzame stoffen van de gewasbeschermingsmiddelen uit het water verwijderen. Dit zijn de werkzame stoffen, zoals bedoeld in de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb). Het zuiveringsrendement van de zuiveringsvoorziening wordt bepaald volgens het Meetprotocol voor het testen van het zuiveringsrendement van zuiveringsinstallaties glastuinbouw (artikel 4.791d van het Bal).
De zuiveringsplicht is niet bedoeld voor anorganische stoffen, zoals metalen. Ook niet voor micro-organismen die als werkzame stoffen worden ingezet. Daarvoor zijn de zuiveringsvoorzieningen technisch niet geschikt.
Zuiveringsinstallaties voor gewasbeschermingsmiddelen zijn relatief duur. Vooral voor bedrijven met een kleiner kasoppervlak of grote hoeveelheden te lozen drainwater. Als dit afvalwater (drainwater en terugspoelwater van filters) niet wordt geloosd (BBT), is deze investering niet nodig.
Meldingseisen
Volgens artikel 2.17 van het Bal moet de melder van de activiteit altijd de volgende gegevens aanleveren:
- de aanduiding van de activiteit: drainwater of spoelwater van filters bij substraatteelt in een kas
- naam en adres van degene die de activiteit - bedoeld in hoofdstuk 3 Bal - verricht
- het adres waarop de activiteit - bedoeld in hoofdstuk 3 Bal - plaatsvindt
- de dagtekening
Verboden en voorwaarden Bal
De voorkeursroute is lozen op vuilwaterriool.
Er mag alleen op het vuilwaterriool geloosd worden, als het te lozen water:
- geen gewasbeschermingsmiddelen bevat
Tenzij een bedrijf een totale teeltoppervlakte heeft die kleiner is dan 2.500 m2 (artikel 4.791e van het Bal).
- voldoet aan de emissiegrenswaarden voor totaal stikstof in tabel 4.791e
Aan deze eis wordt in ieder geval voldaan, nadat het te lozen afvalwater door een zuiveringsvoorziening is geleid. Die voorziening moet minimaal 95% van de werkzame stoffen uit het te lozen afwater verwijderen. Volgens artikel 4.791d van het Bal mag dit:
- voor het lozen op het bedrijf zelf, of
- na het lozen op een centrale locatie met meerdere bedrijven
Tabel 4.791e emissiegrenswaarden drainwater
Categorie | Emissiegrenswaarde totaal stikstof in kg/ha teeltoppervlakte per kalenderjaar |
---|---|
Anthurium, kuipplanten, perkplanten | 17 |
Orchidee (Cymbidium) | 25 |
Tulp, eenjarige zomerbloeiers |
33 |
Tomaat, kruiden | 42 |
Komkommer, potplant, uitgangsmateriaal sierteelt, overig sierteelt | 50 |
Aardbei, aubergine, paprika | 67 |
Gerbera, roos, uitgangsmateriaal groenten | 83 |
Phalaenopsis, overige potorchidee | 125 |
Overige groenten | 12,5 |
In 2024 wordt de volgende stap in de verlaging van de emissiegrenswaarden doorgevoerd. Deze emissiegrenswaarden zijn nog niet in het Bal opgenomen.
Overgangsrecht
Ligt een vuilwaterriool of zuiveringtechnisch werk op meer dan 40 meter van de perceelgrens? Dan mag ook op een oppervlaktewaterlichaam geloosd worden. Bij onvoldoende capaciteit van het vuilwaterriool ook. De emissiegrenswaarden zijn gelijk aan die van lozen op de vuilwaterriolering.
Berekening afstand perceelgrens
De afstand wordt berekend over de kortste lijn waarlangs aansluiting daadwerkelijk kan plaatsvinden. Die afstand is niet altijd hemelsbreed de kortste lijn. Dit komt door privaatrechtelijke belemmeringen of de aanwezigheid van bijvoorbeeld een waterkering.
Vond de lozing voor 2013 plaats? Dan wordt de afstand berekend vanaf de plek waar het afvalwater vrijkomt in plaats van vanaf de perceelgrens.
Aansluiten op het vuilwaterriool
Is een bedrijf groter én loost het meer? Dan is aansluiting op het vuilwaterriool ook bij een langere afstand van dat riool redelijk. Bijvoorbeeld 200 meter bij een bedrijf van 2 hectare. Dan mag ook een zekere mate van buffering van het afvalwater geëist worden. Zo wordt een beperkte vuilwaterrioolcapaciteit optimaal benut.
Wanneer vervalt het overgangsrecht?
In artikel 4.791ga van het Bal is afwijken van de voorgeschreven lozingsroute vastgelegd tot 1 januari 2027. Dit overgangsrecht geldt totdat lozen op het vuilwaterriool voor deze activiteit mogelijk wordt. Tenzij via een maatwerkregel of maatwerkvoorschrift een alternatieve lozingsroute is aangewezen.
Verandert de aard en omvang van de activiteit nadat de Omgevingswet ingaat? Dan vervalt het overgangsrecht ook. Het gaat om een verandering vergeleken met de situatie bij de laatste (wijzigings)melding voor de Omgevingswet inging.
Het overgangsrecht geldt ook niet voor lozingen na inwerkingtreding van het Bal. Is het nodig en aanvaardbaar dat ook na 1 januari 2027 van de lozingsroute wordt afgeweken? Dan moet daarin via een maatwerkregel of maatwerkvoorschrift worden voorzien.
Keuze lozingsroute
Een gemeente of waterschap is niet bevoegd om de voorkeursroute van een lozing op te heffen. Is er een andere lozingsroute in Bal, het omgevingsplan of de waterschapsverordening toegestaan? Dan is de voorkeursroute geen verplichting voor de initiatiefnemer.
Gerelateerde wetgeving
Drainwater of spoelwater van filters bij substraatteelt in een kas kan ook als bedrijfsafval worden afgevoerd. Daarvoor geldt titel 10.6 van de Wet milieubeheer (Wm):
- het afval moet worden afgegeven aan een erkende inzamelaar (artikel 10.37 Wm)
- de gegevens hierover moeten worden bewaard (artikel 10.38 Wm)
Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Handelingen met gewasbeschermingsmiddelen en biociden vallen ook onder de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb). Het Bal stelt ook eisen aan handelingen met gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Daarin is geregeld dat het toezicht ook door de waterschappen kan worden uitgevoerd.
Artikel 18.2 van de Omgevingswet wordt nog aangepast met de Invoeringswet Omgevingswet. Dit gebeurt om de extra regels die in het Bal staan ook met de bestuursrechtelijke handhavingsmogelijkheden van de gewasbeschermingsmiddelen- en biocidenwetgeving te kunnen handhaven.
Controleaspecten voor de ondernemer
De meetverplichtingen en rapportageplicht gelden voor de emissies van stikstof en spuiwater. Ze moeten worden uitgevoerd door het bedrijf waar paragraaf 4.74 Bal op van toepassing is. De rapportageplicht geldt ook voor kleine kassen. Een ondernemer moet zelf de juistheid en volledigheid van de metingen en de rapportage kunnen waarborgen. Er is geen verplichting om daarbij een deskundige in te schakelen.
Meetverplichtingen volgens artikel 4.791f van het Bal
In dit artikel staat de meetverplichting voor het lozen van drainwater voor de substraatteelt.
Voor het vaststellen van de hoeveelheid totaal stikstof in het geloosde drainwater worden per gewas de teeltoppervlakte en de teeltperiode vastgelegd. Dit is nodig omdat voor verschillende gewassen verschillende lozingsnormen gelden.
Daarbij wordt gemeten:
- De hoeveelheid geloosd drainwater in kubieke meters, per 4 weken.
Het meten begint op de eerste dag van de eerste week.
De afwijking van het meetinstrument mag maximaal 10% zijn. - Het gehalte aan nitraatstikstof en ammoniumstikstof in het geloosde drainwater. Er moet minimaal 1 keer per 8 weken gemeten worden én minimaal 1 keer in de weken 49 tot 52.
De resultaten van de metingen moeten minimaal vijf jaar bewaard worden.
Let op: Er mag alleen worden geloosd op het vuilwaterriool, als wordt voldaan aan de emissiegrenswaarden voor totaal stikstof in tabel 4.791e.
Rapportageverplichtingen volgens artikel 4.791fa van het Bal
Jaarlijks ontvangt het waterschap uiterlijk op 30 april een rapportage van de ondernemer. De rapportage van de emissiegegevens loopt via de Uitvoeringsorganisatie glastuinbouw en milieu (UO).
De rapportage bevat de volgende gegevens per gewas over het afgelopen kalenderjaar (de meetgegevens onder 1 en 2):
- het teeltoppervlak en de teeltperiode
- de hoeveelheid geloosd drainwater in kubieke meters, per 4 weken
- het gehalte aan nitraatstikstof en ammoniumstikstof in het geloosde drainwater
Bedrijfsemissiegrenswaarde bepalen
Bepaal de bedrijfsemissiegrenswaarde van totaal stikstof per kalenderjaar met behulp van tabel 4.791e. Doe dat op basis van het teeltoppervlak en de teelt periode per gewas. Als het gewas niet jaarrond is geteeld, vermindert de bedrijfsemissiegrenswaarde in verhouding tot de teelt.
Om te bepalen of u als bedrijf voldoet aan de bedrijfsemissiegrenswaarde van totaalstikstof in het geloosde drainwater wordt het volgende berekend: de geloosde hoeveelheid totaal stikstof (met hulp van de meetgegevens onder 1 en 2) per gewas, per periode.
Vervolgens telt u de uitkomsten van alle periodes bij elkaar op.
Controleaspecten bij handhaving
Let bij het controleren van de regels goed op de volgende zaken:
- is er sprake van het lozen van drainwater of spoelwater van filters bij substraatteelt in een kas? Als er geen sprake is van lozen van drainwater of spoelwater geldt deze paragraaf niet. Dan gelden alleen de regels voor het lozen van condenswater.
- Wordt voldaan aan BBT?
- Gelden de regels voor het omgevingsplan of voor de bruidsschat omgevingsplan?
- Gelden de regels van het overgangsrecht of de nieuwe waterschapsverordening of de regels van de bruidsschat waterschapsverordening?
- Is er maatwerk voor een andere lozingsroute?
- Is uiterlijk op 30 april een rapportage ontvangen via het UO?
- Wordt volgens de rapportage voldaan aan de emissiegrenswaarden?
- Wordt het (vloeibare) bedrijfsafval correct afgevoerd?
- Heeft het bedrijf een Skal-certificaat?
- Ieder bedrijf dat biologische producten produceert, verwerkt, verpakt, importeert, verhandelt of opslaat, moet over een Skal-certificaat beschikken. Bij een melding zit dan een kopie van het Skal-certificaat.
- De term 'biologisch' is wettelijk beschermd. De Stichting Skal controleert dit.
Riooltekening
Bij lozing op een riool is er een riooltekening waar duidelijk op staat:
- op welke punten welk afvalwater wordt geloosd
- of de lozingspunten zijn aangesloten op het eigen vuilwaterriool of een schoonwaterriool
- op welke lozingsroutes het eigen vuilwaterriool en het schoonwaterriool uitkomen
Let op: er gelden ook andere voorschriften
Hou ook rekening met:
- Opslaan van gebruikt substraatmateriaal
- Sectoroverstijgende agrarische lozingsaspecten
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Beste beschikbare technieken (BBT)
Het meest doeltreffende en geavanceerde ontwikkelingsstadium van de activiteiten en exploitatiemethoden waarbij de praktische bruikbaarheid van speciale technieken om het uitgangspunt voor de emissiegrenswaarden en andere vergunningvoorwaarden te vormen is aangetoond, met als doel emissies en gevolgen voor het milieu in zijn geheel te voorkomen, of wanneer dit niet mogelijk is, te beperken, waarbij wordt verstaan onder:
- technieken: zowel de toegepaste technieken als de wijze waarop de installatie wordt ontworpen, gebouwd, onderhouden, geëxploiteerd en ontmanteld
- beschikbare: op zodanige schaal ontwikkeld dat de betrokken technieken, kosten en baten in aanmerking genomen, economisch en technisch haalbaar in de betrokken industriële context kunnen worden toegepast, onafhankelijk van de vraag of die technieken wel of niet binnen Nederland worden toegepast of geproduceerd, mits zij voor de exploitant op redelijke voorwaarden toegankelijk zijn,
- beste: het meest doeltreffend voor het bereiken van een hoog algemeen niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel
Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.