Lozingsvoorschriften bij het kleinschalig slachten van dieren (decentrale regels)
Voor het kleinschalig slachten van dieren gelden de lozingsvoorschriften uit paragraaf 22.3.17 van de bruidsschat omgevingsplan. Kleinschalig wil zeggen: maximaal 10.000 kg levend gewicht per week. De voorkeursroute voor lozing is het vuilwaterriool.
Op deze pagina
Wat u moet weten over deze lozingsvoorschriften:
- Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
- Wanneer de regels van toepassing zijn
- Beste beschikbare technieken
- Verboden en voorwaarden
- Maatwerk
- Overgangsrecht
- Gerelateerde wetgeving
- Controleaspecten
Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
Het gaat om het afvalwater dat vrijkomt bij het kleinschalig slachten en het bewerken van dierlijke bijproducten. Deze activiteiten vallen daar ook onder:
- het broeien, koken of pekelen van hierdoor vrijkomende dierlijke bijproducten
- het uitsnijden van vlees van karkassen of karkasdelen
- het uitsnijden van vis
- het uitsnijden en pekelen van organen
Wanneer de regels van toepassing zijn
In het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal) staan geen regels voor het lozen van afvalwater bij deze activiteiten. Die staan alleen in het omgevingsplan.
Totdat de gemeente in het omgevingsplan zelf lozingsregels heeft opgesteld, geldt het tijdelijk deel van het omgevingsplan: de bruidsschat. U vindt de regels in paragraaf 22.3.17.
Deze paragraaf geldt niet voor het afvalwater dat vrijkomt bij de activiteit wonen.
Voor grootschalig slachten gelden de lozingsvoorschriften van paragraaf 3.4.8 Voedingsmiddelenindustrie van het Bal. Grootschalig betekent hier: meer dan 10.000 kg levend gewicht per week.
Bruidsschat aanpassen
Na inwerkingtreding van de Omgevingswet kunnen gemeenten de bruidsschatregels omzetten naar regels die beter passen bij de lokale situatie. Bij deze omzetting moet de gemeente wel rekening houden met de taken en bevoegdheden van het andere bestuursorgaan. Men moet met elkaar rekening houden vanwege de samenhang van de instrumenten.
Beste beschikbare technieken (BBT)
Het slachten van dieren en het broeien, koken of pekelen van hierdoor vrijkomende dierlijke bijproducten moet inpandig gebeuren. Zo komt het afvalwater niet in de bodem of het oppervlaktewater.
BBT is het lozen van afvalwater in het vuilwaterriool, nadat het door een goed gedimensioneerde, goed onderhouden vetafscheider is geleid.
Bij het pekelen van dierlijke bijproducten kunnen mest en andere stoffen lekken. Good housekeeping Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) moet ervoor zorgen dat er zo min mogelijk stoffen in het afvalwater zitten:
- Vang mest en vaste delen zoveel mogelijk apart op.
- Zorg dat mest en vaste delen zo min mogelijk met schoonmaakwater worden weggespoeld.
- Gemorste pekel moet droog worden verwijderd. Het mag niet weggespoeld of geloosd worden (artikel 22.208 bruidsschat omgevingsplan).
Verboden en voorwaarden
Afvalwater van het bewerken van dierlijke bijproducten, moet worden geloosd in het vuilwaterriool. Dat geldt ook voor afvalwater van het reinigen en desinfecteren van ruimtes waar deze activiteiten plaatsvinden.
Vethoudend afvalwater moet eerst door een vetafscheider en slibvangput. Daarna mag het pas geloosd worden op een vuilwaterriool. Deze vetafscheider en slibvangput moet voldoen aan NEN-EN 1825-1 en NEN-EN 1825-2. Een flocculatieafscheider mag ook, als alternatief voor de vetafscheider.
Het afvalwater mag niet door een biologische zuivering.
Maatwerk
Het is mogelijk om een maatwerkvoorschrift aan te vragen. Om af te wijken van het voorgeschreven onderhoud bijvoorbeeld. Zoals het minder vaak legen van de afscheider.
Overgangsrecht
Onder deze voorwaarden is geen vetafscheider en slibvangput volgens NEN 1825-1 en -2 nodig:
- De huidige vetafscheider en slibvangput is geplaatst voor 14 september 2004.
- De vetafscheider en slibvangput kan de hoeveelheid te lozen afvalwater aan.
- Er wordt een flocculatieafscheider gebruikt die de hoeveelheid te lozen afvalwater aankan en is geplaatst voor 1 januari 2013.
Gerelateerde wetgeving
Het slib en het vet uit een vetafscheider is geen gevaarlijk afval en mag als bedrijfsafvalstoffen afgevoerd worden. Daarvoor geldt titel 10.6 van de Wet milieubeheer (Wm). Dit betekent dat het afval moet worden afgegeven aan een erkende inzamelaar (artikel 10.37 Wm) en dat de gegevens hierover moeten worden bewaard (artikel 10.38 Wm).
Een vetscheider in het riool moet ook voldoen aan de verordening bouwproducten (CE-verklaring).
Controleaspecten
Let bij het controleren van de regels goed op de volgende zaken:
- Gelden de regels van het omgevingsplan of de regels van de bruidsschat?
- Wordt voldoende voorkomen dat mest en pekel in het afvalwater terechtkomen?
- Is er een vetafscheider?
- Ja? Check de regels voor handhaving vetafscheiders.
- Ja, alleen is er geen controlevoorziening. Dat klopt: de vetconcentratie in het afvalwater na de afscheider kan men niet gebruiken om de werking van een scheider te bepalen. Een steekmonster geeft namelijk geen goed beeld. Het nemen van een representatief monster vergt een onevenredige inspanning. Daarom is er geen eis voor een controlevoorziening.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.