Lozingsvoorschriften professioneel bereiden van voedingsmiddelen (decentrale regels)
Voor het bereiden van voedingsmiddelen gelden lozingsvoorschriften uit het omgevingsplan. Bij deze activiteit gaat het om afvalwater dat vrijkomt bij het bereiden van voedingsmiddelen, bijvoorbeeld in bedrijfskantines of in de horeca. De voorkeursroute is lozen op het vuilwaterriool.
Op deze pagina
Wat u moet weten over deze lozingsvoorschriften:
- Hoe afvalwater bij de ze activiteit ontstaat
- Wanneer de regels van toepassing zijn
- Best beschikbare technieken (BBT)
- Verboden en voorwaarden bruidsschat
- Maatwerk
- Gerelateerde wetgeving
- Controleaspecten
- Let op: er gelden ook andere voorschriften
Hoe afvalwater bij deze activiteit ontstaat
Het gaat om afvalwater dat het bij bereiden van voedingsmiddelen vrijkomt bij het gebruik en/of schoonmaken van:
- keukenapparatuur
- grootkeukenapparatuur
- 1 of meerdere bakkerijovens die 'chargegewijs' worden beladen
- 1 of meerdere bakkerijovens die continu worden beladen met een nominaal vermogen van ten hoogste 130 kW
Toelichting keukenapparatuur en grootkeukenapparatuur
Onder keukenapparatuur wordt verstaan: apparatuur die ook bij huishoudens wordt toegepast.
De term 'grootkeuken' wordt gebruikt voor professionele keukens in de horeca en bij instellingen. De apparatuur in professionele keukens is een slag groter dan huishoudelijke apparatuur en wordt gekocht bij gespecialiseerde leveranciers.
Grootkeukenapparatuur komt zowel in elektrische als gasgestookte varianten voor. Het maximale vermogen van grootkeukenapparatuur is ongeveer 80 kilowatt. Zware grootkeukenapparaten zijn bijvoorbeeld pastakokers voor een mensa of instelling of de bakwand van een snackbar.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal) staan geen regels voor de horeca. Die staan in het omgevingsplan en/of in de waterschapsverordening. Welke regel geldt, hangt af van de lozingsroute.
Totdat de gemeente in het omgevingsplan zelf lozingsregels heeft opgesteld, geldt het tijdelijk deel van het omgevingsplan: de bruidsschat. U vindt de regels in paragraaf 22.3.15.
Deze paragraaf is niet van toepassing op het bereiden van voedingsmiddelen door de voedingsmiddelenindustrie (artikel 3.128 van het Bal). Wel op het bereiden van voedingsmiddelen voor personen die werken op deze locatie.
Bruidsschat aanpassen
Na inwerkingtreding van de Omgevingswet kunnen gemeenten de bruidsschatregels omzetten naar regels die beter passen bij de lokale situatie. Bij deze omzetting moet de gemeente wel rekening houden met de taken en bevoegdheden van het andere bestuursorgaan. Men moet met elkaar rekening houden vanwege de samenhang van de instrumenten.
Beste beschikbare technieken (BBT)
BBT bij voedselbereiding is het voorkomen van lozen van vethoudend afvalwater. Bijvoorbeeld door schoon te werken (good housekeeping Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)) en het afvalwater te leiden door een vetafscheider. Daarna komt het afvalwater dan in samenstelling overeen met huishoudelijk afvalwater.
Voedselresten moeten droog worden afgevoerd en niet via het riool. Er mag geen versnijdende of vermalende apparatuur (gootsteenvermaler of voedselrestenvermaler) worden gebruikt (artikel 22.193, derde lid van de bruidsschat omgevingsplan).
Verboden en voorwaarden bruidsschat
De voorkeursroute is lozen op het vuilwaterriool.
Afvalwater waarin dierlijke vetten of plantaardige oliën zitten, moet eerst door een vetafscheider en slibvangput (volgens NEN-EN 1825-1 en -2) geleid worden. De vetafscheider en slibvangput moet ook onderhouden worden volgens de genoemde norm.
Maatwerk
Een gemeente kan de verplichting tot het plaatsen van een vetafscheider en slibvangput opheffen en maatwerk toestaan.
Dat kan als er geen of zeer beperkt vethoudend afvalwater ontstaat. Bijvoorbeeld omdat men altijd eerst het keukengerei en vaat droog van vet- en etensresten ontdoet. Het kan ook als het plaatsen van een vetafscheider onredelijk en te duur is. Het bevoegd gezag beoordeelt dan of er wel een vetafscheider nodig is.
Is het wél nodig is om een vetafscheider en slibvangput te plaatsen? Dan kan het bevoegd gezag nagaan of het ook betaalbaar op een andere locatie kan. In de openbare ruimte bijvoorbeeld.
Het is ook mogelijk een maatwerkvoorschrift aan te vragen voor het afwijken van het voorgeschreven onderhoud. Voor een lagere frequentie voor het legen van de afscheider bijvoorbeeld.
Gerelateerde wetgeving
Het slib en het vet uit een vetafscheider is geen gevaarlijk afval en mag als bedrijfsafvalstoffen afgevoerd worden. Daarvoor geldt titel 10.6 van de Wet milieubeheer (Wm). Dit betekent dat het afval moet worden afgegeven aan een erkende inzamelaar (artikel 10.37 van de Wm) en dat de gegevens hierover moeten worden bewaard (artikel 10.38 van de Wm).
Een vetscheider in het riool moet ook voldoen aan de verordening bouwproducten (CE-verklaring).
Overgangsrecht
Is de huidige vetafscheider en slibvangput geplaatst voor 14 september 2004 en berekend op de hoeveelheid te lozen afvalwater? Dan is een vetafscheider volgens NEN 1825-1 en -2 niet nodig (artikel 4.407 van het Bal).
Controleaspecten
Let bij het controleren van de regels goed op de volgende zaken:
- Gelden de regels van het omgevingsplan of de regels van de bruidsschat omgevingsplan?
- Gelden de regels van de nieuwe waterschapsverordening of de regels van de bruidsschat waterschapsverordening?
- Is er een voedselrestenvermaler?
Welke maatregelen worden genomen om te voorkomen dat vet in het afvalwater komt?
Is er een vetafscheider aanwezig?
- Nee: is de vetafscheider geplaatst voor september 2004 en geldt overgangsrecht?
- Nee: afscheider plaatsen, tenzij maatwerk is verleend.
- Ja, voldoet de vetafscheider aan en wordt gebruikt volgens NEN-EN 1825-1 en 2
- Ja, alleen is er geen controlevoorziening. Dat klopt: de vetconcentratie in het effluent van een afscheider kan men niet altijd gebruiken om de werking van een scheider te bepalen. Een steekmonster geeft daarom geen goed beeld. Het nemen van een representatief monster vergt een onevenredige inspanning. Er is daarom geen eis voor een controlevoorziening.
Bij lozing op een riool is er een riooltekening waar duidelijk op staat:
- op welke punten welk afvalwater wordt geloosd
- of de lozingspunten zijn aangesloten op het eigen vuilwaterriool of een schoonwaterriool
- op welke lozingsroutes het eigen vuilwaterriool en het schoonwaterriool uitkomen
Let op: er gelden ook andere voorschriften
Naast lozingsvoorschriften zijn er ook andere relevante voorschriften. Denk aan:
- het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), bijvoorbeeld over brandveiligheid, gezondheid en energiebesparing
- het omgevingsplan van de gemeente, bijvoorbeeld over geluid en geur
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.