Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)

Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.

Pleziervaartuig

Een pleziervaartuig is een voor sport- en vrijetijdsdoeleinden bedoeld vaartuig, niet zijnde een waterscooter, ongeacht het type of de wijze van voortstuwing, met een romplengte van 2,5 tot 24 meter.

Deze definitie is ontleend aan de Wet pleziervaartuigen 2016 en kan ook voor de regels van het Besluit activiteiten leefomgeving worden toegepast.

Lees verder over lozingsvoorschriften voor pleziervaart.

Binnenwater

Binnenwateren is al het water landinwaarts van de laagwaterlijn langs de kust. De laagwaterlijn is de lijn van 0 meter Normaal Amsterdams Peil (NAP). Soms is de laagwaterlijn juridisch. De laagwaterlijn vormt de grens tussen de zee en de binnenwateren. De bestuurlijke taak van binnenwater kan liggen bij een waterschap. Maar ook bij het Rijk.

Voorbeelden van binnenwateren zijn de Waddenzee en de Ringvaart van de Haarlemmermeer.

De nauwkeurige juridische grenzen tussen de Nederlandse territoriale zee en het binnenwater staan in de artikelen 2 en 3 van de Wet grenzen Nederlandse territoriale zee.

Beste beschikbare technieken (BBT)

Het meest doeltreffende en geavanceerde ontwikkelingsstadium van de activiteiten en exploitatiemethoden waarbij de praktische bruikbaarheid van speciale technieken om het uitgangspunt voor de emissiegrenswaarden en andere vergunningvoorwaarden te vormen is aangetoond, met als doel emissies en gevolgen voor het milieu in zijn geheel te voorkomen, of wanneer dit niet mogelijk is, te beperken, waarbij wordt verstaan onder:

  1. technieken: zowel de toegepaste technieken als de wijze waarop de installatie wordt ontworpen, gebouwd, onderhouden, geëxploiteerd en ontmanteld
  2. beschikbare: op zodanige schaal ontwikkeld dat de betrokken technieken, kosten en baten in aanmerking genomen, economisch en technisch haalbaar in de betrokken industriële context kunnen worden toegepast, onafhankelijk van de vraag of die technieken wel of niet binnen Nederland worden toegepast of geproduceerd, mits zij voor de exploitant op redelijke voorwaarden toegankelijk zijn,
  3. beste: het meest doeltreffend voor het bereiken van een hoog algemeen niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel

Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.