Lozingsvoorschriften pleziervaart (paragraaf 17.2.1 Bal)
Voor het afvoeren van afvalwater dat ontstaat bij pleziervaart gelden de regels uit paragraaf 17.2.1 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Het gaat erom dat er geen toiletwater in het water komt. Vang dit afvalwater zelf op in het pleziervaarttuig. En lever het verzamelde afvalwater op een later moment in bij een inzamelpunt. Of maak het water aan boord zo schoon dat het wel in het oppervlaktewater mag.
Op deze pagina
Wat u moet weten over deze lozingsvoorschriften:
- Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
- Wanneer de regels van toepassing zijn
- Beste beschikbare technieken (BBT)
- Verboden en voorwaarden Bal
- Gerelateerde wetgeving
- Controleaspecten
Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
Aan boord van pleziervaartuigen Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) ontstaat afvalwater. Voor de regels is het toiletwater het belangrijkste afvalwater. En nog specifieker: de vaste delen uit het toiletwater
Bij vaste delen uit het toiletwater gaat het om menselijke uitwerpselen. En ook om toiletpapier. Een duur woord voor poep is feces. In poep zitten ziekmakende bacteriën en virussen. Daarom is het opvangen van de vaste delen uit het toiletwater noodzakelijk.
Als iedereen poep en wc-papier opvangt, kan je daardoor niet ziek worden. En het is ook goed voor de kwaliteit van het water.
Andere voorbeelden van afvalwater zijn bijvoorbeeld het afwaswater uit een keukenblok. Of het water van een douche. Of het water uit een wasmachine.
Al deze soorten afvalwater noemt de overheid 'huishoudelijk afvalwater'. Een andere omschrijving voor dit soort afvalwater is 'afvalwater van huishoudelijke aard'.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In hoofdstuk 17 van het Bal staat of de regels van toepassing zijn voor de activiteit pleziervaartuig. De regels gelden als de activiteit valt onder het toepassingsbereik van paragraaf 17.2.1. van het Bal. Dit is het geval als een gebruiker van een pleziervaartuig huishoudelijk afvalwater loost op een binnenwater Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Dit is niet het geval als u loost vanaf een type pleziervaartuig zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet pleziervaartuigen 2016. Deze uitzondering wordt nog via Staatsblad 2024, 235, via artikel I, onder B, op een later tijdstip toegevoegd. Voor dergelijke vaartuigen gelden de regels van paragraaf 17.2.1 pleziervaart van het Bal niet.
Beste beschikbare technieken (BBT)
De gebruiker van een pleziervaartuig moet zich realiseren dat de omgeving waarin het pleziervaartuig zich bevind kwetsbaar is. De omgeving waarin een pleziervaartuig zich meestal bevindt, vraagt ook om aanpassingen die het Bal niet letterlijk regelt. De gebruiker van een pleziervaartuig moet daarom alle passende preventieve maatregelen nemen om milieuverontreiniging te voorkomen of zo veel mogelijk te beperken. Dat is hier de beste beschikbare techniek (BBT) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Voor het lozen van afvalwater uit het toilet heeft het Bal wel regels. BBT is daarom voor een gebruiker van een pleziervaartuig:
- om het toiletwater in de boot zelf op te vangen.
- in een vuilwatertank of chemisch toilet
- in een speciale opvangzak
- of toiletwater aan boord zo schoon maken dat het wel in het water mag
- of maak gebruik van voorzieningen op de wal
- of alleen urine lozen, met als voorwaarde dat de vaste bestanddelen van het toiletwater zijn opgevangen.
Al het andere huishoudelijk afvalwater mag wel in het oppervlaktewater komen. Denk hierbij aan douchewater of afwaswater.
Niet alle schoonmaakmiddelen gebruiken
Een voorbeeld van een onderwerp dat het Bal niet regelt, is het schoonmaken en het gebruik van schoonmaakmiddelen. Gebruik op een pleziervaartuig bij voorkeur schoonmaakmiddelen zoals:
- natuurlijke zeep (matig gebruikt)
- azijnhoudend water
- soda
- waterstofperoxide
- mechanische hulpmiddelen bij ontstoppen en andere schoonmaakwerkzaamheden
Neem afval(water) zo veel mogelijk mee en lever in
Wat het Bal wel voor de gebruiker van een pleziervaartuigen regelt, is de mogelijkheid om in een jachthaven verschillende soorten afval(water) aan te bieden. Deze mogelijkheid is voor gebruikers van de ligplaatsen in de jachthaven.
Opvangen menselijke uitwerpselen in een vuilwatertank of alternatief
Het opvangen of verwijderen van de vaste delen uit het toiletwater kan op verschillende manieren.
Vuilwatertank of chemisch toilet en uitpompstations
Het opvangen van toiletwater kan bijvoorbeeld in een vuilwatertank of chemisch toilet. Daarna moet de schipper dit opgevangen toiletwater afgeven. Dit kan op verschillende punten.
Voor het legen van een vuilwatertank is een speciaal netwerk van uitpompstations. Meer informatie vindt u op de pagina Schoonwatercampagne van varendoejesamen.nl.
Grotere jachthavens zijn verplicht om een inzamelvoorziening te hebben. Daar kunt u dus altijd uw vuilwatertanks legen. Dit geldt ook voor het legen van een chemisch toilet. Dit laatste kan vaak ook op andere plekken. Bijvoorbeeld bij een toiletgebouw van een camping
Opvangzak
Een andere manier om toiletwater op te vangen is het gebruik van een speciale opvangzak in het bestaande toilet. In deze opvangzak zit een absorberend materiaal. Na het opvangen van alle vaste bestanddelen en vloeistoffen, verandert het materiaal in een vaste gel. Ook neemt het de geur op.
Een opvangzak werkt op alle toiletten. Dus ook als de afvoer is afgesloten of verwijderd. Een dichtgeknoopte zak kan afgevoerd worden via het huishoudelijke afval.
Urinoir
Op een pleziervaartuig is de verblijftijd belangrijk. De verblijftijd hangt af van veel onderwerpen. De op te vangen hoeveelheid toiletwater is er daar één van.
Een urinoir is een bijzondere wc-vorm. Het vangt alleen urine op, wat direct geloosd mag worden. Het gebruik van een urinoir samen met een andere wc in combinatie met een vuilwatertank kan een voordeel opleveren. De gebruikers van een pleziervaartuig kunnen dan namelijk langer aan boord verblijven.
Door de regels voor pleziervaart kan een urinoir niet het enige toilet aan boord zijn. Een urinoir is wel prima te gebruiken samen met een ander toilet. Daarvan moeten de mensen het toiletwater wel kunnen opvangen, scheiden of zuiveren.
Droogtoilet of composttoilet
Een droogtoilet of composttoilet is een wettelijk alternatief voor een vuilwatertank. Ook hier geldt dat urine niet belangrijk is voor de opvangcapaciteit van deze wc-vorm. Een droogtoilet of composttoilet scheidt urine namelijk van de vaste bestanddelen. Het verzamelde afval kan daarna afgevoerd worden via het huishoudelijke afval.
Zuiveren aan boord
Een apparaat dat toiletwater schoonmaakt, mag ook. Het schoongemaakte toiletwater loost het apparaat dan op het water. Op een pleziervaartuig mag dit alleen als dit apparaat een typegoedkeuring heeft.
Nu zijn er nog geen apparaten met een bewijs van typegoedkeuring. Daarmee is het legaal schoonmaken van toiletwater op een pleziervaartuig nog niet mogelijk.
Verboden en voorwaarden Bal
De voorkeursroute voor het afvoeren van toiletwater is op het vuilwaterriool.
Door een gebruiker van een pleziervaartuig mag geen toiletwater op oppervlaktewater worden geloosd (artikel 17.16 van het Bal), tenzij:
- het toiletwater wordt geleid door een zuiveringsvoorziening met een certificaat van typegoedkeuring, verstrekt door een erkende certificatie-instantie; of
- het toilet zodanig is geconstrueerd dat via dat toilet alleen urine en spoelwater kunnen worden geloosd.
Een zuiveringsvoorziening moet ook voldoen aan de verordening bouwproducten (CE-markering).
Gerelateerde wetgeving
Voor hotel- en passagiersschepen die geschikt zijn voor meer dan 50 passagiers, geldt sinds 2009 een lozingsverbod van al het huishoudelijk afvalwater. Dit staat in het 'Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en Binnenvaart' (CDNI-verdrag). Het CDNI-verdrag voor de beroepsvaart gaat daarin verder dan paragraaf 17.2.1 van het Bal voor pleziervaart.
Het CDNI-verdrag is van toepassing op de hele Rijn en op alle binnenvaarwegen in Nederland, Duitsland, België en Zwitserland en op de internationale Moezel in Luxemburg en Frankrijk.
Wet pleziervaartuigen 2016
In de Wet pleziervaartuigen 2016 is een duidelijke definitie opgenomen van een pleziervaartuig:
'voor sport- en vrijetijdsdoeleinden bedoeld vaartuig, niet zijnde een waterscooter, ongeacht het type of de wijze van voortstuwing, met een romplengte van 2,5 tot 24 meter.'
Voor de regels uit paragraaf 17.2.1 van het Bal is het ook belangrijk om te weten dat deze wet in combinatie met de richtlijn nr. 2013/53/EU over pleziervaartuigen en waterscooters eisen stellen aan het ontwerp en bouwvoorschriften van pleziervaartuigen. Deze staan in Bijlage I, deel A, van de richtlijn 2013/53/EU onder punt 5.8. En daar staat:
'Voorkoming van lozing en voorzieningen die het aan land brengen van afval vergemakkelijken:
- Vaartuigen moeten zo zijn gebouwd dat verontreinigende stoffen (olie, brandstof enz.) niet per ongeluk overboord kunnen raken.
- Elk in een pleziervaartuig gemonteerd toilet mag uitsluitend worden aangesloten op een opvangtank- of waterzuiveringssysteem.
- Pleziervaartuigen waarin opvangtanks zijn gemonteerd, moeten voorzien zijn van een standaardverbindingsstuk om de buizen van de ontvangstinrichting te kunnen aansluiten op de afvoerleiding van het pleziervaartuig.
- Bovendien moeten door de romp aangelegde afvoerbuizen voor menselijk afval voorzien zijn van kleppen die in de gesloten stand kunnen worden geborgd.'
Dit is belangrijk omdat in lid 2 van de Wet pleziervaartuigen 2016 staat, dat juist deze regels niet van toepassing zijn op de volgende type pleziervaartuigen:
- uitsluitend voor wedstrijden bedoelde vaartuigen, met inbegrip van wedstrijdroeiboten en trainingsroeiboten, die als zodanig door de fabrikant worden aangeduid;
- kano’s en kajaks die ontworpen zijn om uitsluitend met menselijke kracht te worden voortgestuwd, gondels en waterfietsen;
- surfplanken die uitsluitend zijn ontworpen om door de wind te worden voortgestuwd en die worden bediend door een of meer staande personen;
- surfplanken;
- originele historische vaartuigen en individuele replica’s daarvan die vóór 1950 zijn ontworpen en hoofdzakelijk met de oorspronkelijke materialen zijn gebouwd, en als zodanig door de fabrikant worden aangeduid;
- experimentele vaartuigen, mits zij niet in de Europese Unie in de handel worden gebracht;
- voor eigen gebruik gebouwde vaartuigen, onder de voorwaarde dat zij daarna gedurende een periode van vijf jaar, gerekend vanaf het in bedrijf stellen van het vaartuig, niet in de Europese Unie in de handel worden gebracht;
- onverminderd het tweede lid, vaartuigen die specifiek bestemd zijn om te worden bemand en passagiers te vervoeren voor commerciële doeleinden, ongeacht het aantal passagiers;
- duikboten;
- luchtkussenvoertuigen;
- draagvleugelboten;
- met stoomkracht aangedreven vaartuigen met externe verbranding die als brandstof kolen, cokes, hout, olie of gas gebruiken;
- amfibische vaartuigen, te weten motorvoertuigen, op wielen of rupsbanden, die zowel op water als aan land kunnen worden gebruikt;
Als het vaartuig onder punt 8 ook kan worden gebruikt voor de verhuur of voor sport- en vrijetijdscursussen is deze wet van toepassing, als het vaartuig voor recreatiedoeleinden in de Europese Unie in de handel wordt gebracht.
Controleaspecten
Het is nodig om deze regels te kunnen controleren. Daarom is het noodzakelijk om bij het pleziervaartuig binnen te kunnen gaan. Hier is een juridisch punt van aandacht. Dit omdat pleziervaartuigen wettelijk te zien zijn als een als woning. Daarvoor is speciale toestemming nodig. Onder de Omgevingswet kan een handhaver deze toestemming vooraf hebben gekregen. Dus vóór het bezoek zelf.
Controlepunten aan boord
Let bij het controleren van de regels goed op de volgende zaken:
- Zijn deze regels wel van toepassing op het pleziervaartuig in kwestie?
- Is er sprake van een droog-, compost-, chemisch of een gewoon (scheeps-) toilet?
- Bij een gewoon (scheeps-) toilet:
- is er onder de waterlijn een standpijp verbonden aan het toilet?
- Is deze standpijp met een afsluiter afgesloten en kan deze afsluiter in gesloten toestand worden geborgd?
- verbonden aan een vuilwatertank waarop het toilet is aangesloten?
- Wordt er in het toilet gebruik gemaakt van een opvangzak of andere maatregel om te voorkomen dat er vaste bestanddelen worden geloosd?
Let bij het controleren van de zuiveringsinstallatie of er wijzigingen zijn in:
- het ontwerp
- de onderdelen en kenmerken
- de prestaties van de zuiveringsvoorziening
- de afstellingen die van invloed zijn op de effectiviteit van de toiletwaterzuivering
Dan voldoet de installatie namelijk niet meer aan de typegoedkeuring (artikel 17.24 van het Bal). Controleer ook of de zuiveringsinstallatie voldoet aan de prestatieverklaring die hoort bij de CE-markering
Meer informatie
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Pleziervaartuig
Een pleziervaartuig is een voor sport- en vrijetijdsdoeleinden bedoeld vaartuig, niet zijnde een waterscooter, ongeacht het type of de wijze van voortstuwing, met een romplengte van 2,5 tot 24 meter.
Deze definitie is ontleend aan de Wet pleziervaartuigen 2016 en kan ook voor de regels van het Besluit activiteiten leefomgeving worden toegepast.
Lees verder over lozingsvoorschriften voor pleziervaart.
Binnenwater
Binnenwateren is al het water landinwaarts van de laagwaterlijn langs de kust. De laagwaterlijn is de lijn van 0 meter Normaal Amsterdams Peil (NAP). Soms is de laagwaterlijn juridisch. De laagwaterlijn vormt de grens tussen de zee en de binnenwateren. De bestuurlijke taak van binnenwater kan liggen bij een waterschap. Maar ook bij het Rijk.
Voorbeelden van binnenwateren zijn de Waddenzee en de Ringvaart van de Haarlemmermeer.
Een nauwkeurige juridische uitleg staat op de pagina de grenzen tussen de Nederlandse territoriale zee en het binnenwater
Beste beschikbare technieken (BBT)
Het meest doeltreffende en geavanceerde ontwikkelingsstadium van de activiteiten en exploitatiemethoden waarbij de praktische bruikbaarheid van speciale technieken om het uitgangspunt voor de emissiegrenswaarden en andere vergunningvoorwaarden te vormen is aangetoond, met als doel emissies en gevolgen voor het milieu in zijn geheel te voorkomen, of wanneer dit niet mogelijk is, te beperken, waarbij wordt verstaan onder:
- technieken: zowel de toegepaste technieken als de wijze waarop de installatie wordt ontworpen, gebouwd, onderhouden, geëxploiteerd en ontmanteld
- beschikbare: op zodanige schaal ontwikkeld dat de betrokken technieken, kosten en baten in aanmerking genomen, economisch en technisch haalbaar in de betrokken industriële context kunnen worden toegepast, onafhankelijk van de vraag of die technieken wel of niet binnen Nederland worden toegepast of geproduceerd, mits zij voor de exploitant op redelijke voorwaarden toegankelijk zijn,
- beste: het meest doeltreffend voor het bereiken van een hoog algemeen niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel
Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.