Op deze pagina
Wat u moet weten over het afvoeren van stoffen, warmte of water via een vuilwaterriool:
Wanneer gelden welke regels?
De gemeente is meestal het bevoegd gezag als het gaat om het afvoeren van afvalwater in het vuilwaterriool. Soms is de provincie het bevoegd gezag. Juridisch gezien is dit een milieubelastende activiteit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en géén lozingsactiviteit. De term lozingsactiviteit is gereserveerd voor het afvoeren van afvalwater op oppervlaktewater of rechtstreeks op een zuiveringtechnisch werk ofwel rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi).
Bij een groot deel van de milieubelastende activiteiten staan de regels over het afvoeren van afvalwater op de vuilwaterriool in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Naast de rijksregels en activiteiten in het Bal staan er decentrale regels over het afvoeren van afvalwater op het vuilwaterriool in het omgevingsplan.
Decentrale regels in het omgevingsplan
Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet is ook de bruidsschat omgevingsplan Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) in werking getreden. Deze bevat voormalige rijksregels voor lozingen op het riool. Dat is een belangrijke verandering in het nieuwe stelsel van het omgevingsrecht. Gemeenten kunnen de bruidsschatregels omzetten naar regels die beter passen bij de lokale situatie. Bij deze omzetting moeten gemeenten wel rekening houden met de taken en bevoegdheden van het andere bestuursorgaan: het waterschap. Men moet met elkaar rekening houden vanwege de samenhang van de instrumenten.
Meer informatie vindt u op de pagina Stedelijk afvalwater en het omgevingsplan.
Let op: de gemeente kan de ruimtelijke regels en de regels van de bruidsschat omgevingsplan hebben gewijzigd. De actuele regels van het omgevingsplan raadpleegt u in het onderdeel Regels op de kaart van het Omgevingsloket.
Vergunningplicht afvoer afvalwater of andere afvalstoffen via vuilwaterriool en beoordelingsregels
In hoofdstuk 3 van het Bal staat ook per paragraaf aangegeven wanneer een milieubelastende activiteit vergunningplichtig is. Deze vergunningplicht geldt dan ook voor een lozing op het vuilwaterriool. In het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) staan de beoordelingsregels voor lozingen op het vuilwaterriool bij een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit.
In het omgevingsplan van de gemeente kunnen regels staan over milieubelastende activiteiten die het Bal niet regelt. En ook kunnen daar regels staan die aanvullend zijn op de regels uit het Bal of afwijkend zijn van de regels uit het Bal.
Geen vangnetvergunningplicht voor lozingen op riool, wel zorgplicht
Er is in de bruidsschat omgevingsplan geen (vangnet)vergunningplicht opgenomen voor het afvoeren van afvalwater van een niet-geregelde milieubelastende activiteit op het vuilwaterriool. Maar de gemeente kan in sommige gevallen wel extra vergunningplichten opnemen als dat gewenst is.
Voor een niet-geregelde milieubelastende activiteit geldt in de bruidsschat omgevingsplan ook geen meldingsplicht voor het afvoeren van afvalwater of andere afvalstoffen via het riool.
Voor het afvoeren van afvalwater van een niet-geregelde milieubelastende activiteit geldt op grond van afdeling 1.3 van de Omgevingswet wél altijd de zorgplicht. Dit houdt in dat overheden, bedrijven én burgers verantwoordelijk zijn voor een veilige en gezonde fysieke leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). En dus niet alleen de overheid. Deze algemene zorgplicht is niet van toepassing als er specifieke decentrale of rijksregels zijn. Dan is er sprake van een specifieke zorgplicht.
In de bruidsschat omgevingsplan is wel een vangnetvergunningplicht opgenomen voor het lozen van hemelwater op het schoonwaterriool of op of in de bodem. Dit staat in artikel 22.268 en artikel 22.269 van de bruidsschat omgevingsplan. Daarom is daar de specifieke zorgplicht van toepasing. Dit volgt uit artikel 1.8 van de Omgevingswet.
Zorgplicht bij lozing op het riool
Een initiatiefnemer van een (nog) niet-geregelde milieubelastende activiteit die het afvalwater ervan via het vuilwaterriool wil afvoeren, is wettelijk gezien mede verantwoordelijk voor een veilige en gezonde fysieke leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Daarom moet een initiatiefnemer van een (nog) niet-geregelde milieubelastende activiteit die het afvalwater ervan via het vuilwaterriool wil afvoeren, altijd vóóraf eerst zelf beoordelen of de af te voeren afvalwaterstroom wel past binnen de omgevingswaarden. De voorkeursvolgorde voor afvalwater is daar onderdeel van.
Let wel: deze beoordeling lozing door aanvrager leidt niet tot een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het afvoeren van afvalwater via het vuilwaterriool. Dat is juridisch gezien namelijk niet mogelijk. Voor de initiatiefnemer leidt dit wel wel tot een zekerheid dat het milieu in brede zin is beschermd. Dit is van belang omdat het op basis van de zorgplicht ook verboden is om een activiteit te verrichten of na te laten als daardoor aanzienlijke nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving (dreigen te) ontstaan. Wat dat inhoudt, staat in artikel 3 van het Omgevingsbesluit. En dit algemeen verbod is strafrechtelijk handhaafbaar.
Deze algemene zorgplicht is niet van toepassing als er specifieke decentrale of rijksregels zijn. Zoals een specifieke zorgplicht. Zie artikel 1.8 van de Omgevingswet.
Rijksregels voor lozingen op het riool
De rijksregels die van toepassing zijn op milieubelastende activiteiten voor het afvoeren van stoffen, warmte of water via het vuilwaterriool staan in hoofdstuk 4 en 5 van het Bal. De regels moeten de riolering, de rioolwaterzuiveringsinstallatie en de kwaliteit van het oppervlaktewater beschermen.
Algemene regels
De algemene regels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) in hoofdstuk 4 van het Bal gaan onder andere over:
- opnieuw gebruiken van water als koelmiddel, spoelmiddel of smeermiddel en bij andere activiteiten
- verplichte lozingsroute
- emissiegrenswaarden
- aanwezig zijn van een riooltekening
In artikel 5.18a van het Bal is geregeld dat een bodembeschermende voorziening niet mag zijn aangesloten op het vuilwaterriool.
Maatwerk
Uitgangspunt van de Omgevingswet is dat de overheid voor alle activiteiten maatwerk voor lozingen op het riool kan stellen. Dit kan op 2 manieren: via een maatwerkregel Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) of via een maatwerkvoorschrift Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Waar afvalwater mag op riool: riooltekening
Als een lozing volgens het Bal of het omgevingsplan op een rioolstelsel mag, moet de initiatiefnemer eigenlijk altijd een actuele riooltekening hebben. Ook als er een andere lozingsroute is toegestaan.
Op de riooltekening staat duidelijk:
- op welke punten welk afvalwater wordt geloosd
- of de lozingspunten zijn aangesloten op het eigen vuilwaterriool of een schoonwaterriool
- op welke lozingsroutes het eigen vuilwaterriool en het schoonwaterriool uitkomen
De handhaver kan hiervan gebruikmaken bij een controle.
Specifieke zorgplicht vuilwaterriool
In eerdere wetgeving stonden veel vanzelfsprekende maatregelen die helemaal waren uitgeschreven. Als een bedrijf bijvoorbeeld een filter moest hebben, stond er dat het bedrijf dat filter ook moest onderhouden. En als een lekbak voor olie verplicht was, moest het bedrijf de lekbak regelmatig legen.
Dit soort maatregelen horen bij 'good housekeeping'. Het ligt zó voor de hand, dat de wet dit niet precies hoeft uit te spellen. Onder de Omgevingswet vallen dit soort gevallen onder het begrip van de specifieke zorgplicht milieubelastende activiteit. Dit geldt voor algemene regels uit het Bal, omgevingsplan of een eventuele vergunningplicht.
Voorbeeld
Het Bal bevat emissiegrenswaarden voor het lozen van afvalwater in een vuilwaterriool. Er zijn vele handelingen denkbaar die niet in het Bal staan, maar die wel de werking van dat riool kunnen verstoren. Denk daarbij aan:
- stoffen lozen die de riolering verstoppen
- stoffen lozen die de werking van pompen en gemalen verstoren
- stoffen lozen die de riolering kunnen aantasten; een voorbeeld is sulfaat, tenzij de concentratie is minder dan 300 mg/l
- vluchtige stoffen lozen waardoor ergens anders stankoverlast kan ontstaan
- water lozen met een te hoge temperatuur (niet hoger dan 30 °C)
- de lozing heeft een zuurgraad tussen 6,5 < pH < 10.
- de lozing kan geen brand- of explosiegevaar veroorzaken
- de lozing gaat niet via een beerput, rottingsput of septic tank
De wetgever had al deze mogelijke nadelige gevolgen voor het riool in uitgewerkte regels kunnen vertalen. Maar dan zouden er regels in het Bal staan die voor veel situaties niet relevant zijn. Zo is het voor de riolering en een zuiveringtechnisch werk vaak geen probleem als er eens een emmer water van 60 °C in het systeem komt. Maar bij een grote continue afvalwaterstroom van deze temperatuur zijn er wel duidelijk ongewenste effecten. Bijvoorbeeld stoomwolken uit de rioolputten in de directe omgeving ervan – dat is wel het minste effect. Daarom valt het nalaten van deze handelingen onder de specifieke zorgplicht.
Voorbeelden van ongewenste rioollozingen
Er zijn ook lozingen op het riool die vanuit milieubelang ongewenst zijn. Bijvoorbeeld bij:
- het reinigen van gevels. Vooral de gebruikte methode en de gebruikte reinigingsmiddelen kunnen van grote invloed zijn op de schadelijkheid van de lozingen.
- het lozen van bemalingswater van bijvoorbeeld bouwputten. Het geloosde volume kan de doelmatige werking van het openbaar riool en het zuiveringtechnisch werk in gevaar brengen.
Handhaving op basis van de specifieke zorgplicht
De specifieke zorgplicht geldt nadrukkelijk voor alle geregelde lozingen. Ook voor een (in het Bal, omgevingsplan of een omgevingsvergunning) geregelde afvoer van afvalwater (stoffen, warmte of water) via het vuilwaterriool geldt een specifieke zorgplicht. Bij een handhavingsactie op basis van de specifieke zorgplicht moet het bevoegd gezag aan de initiatiefnemer wel duidelijk kunnen maken aan welke eisen een specifieke lozing had moeten voldoen.
Het is daarom aan het bevoegd gezag om in die situaties zelf eerst na te gaan of aan de specifieke zorgplicht en de voorkeursvolgorde voor afvalwater wordt voldaan. Hierbij kan de handhaver van dezelfde instrumenten gebruiken als een lozer.
Afhankelijk van de (water)bezwaarlijkheid kan het bevoegd gezag wel direct handhavend optreden op basis van de specifieke zorgplicht. Soms is het voor de handhaver handiger dat het bevoegd gezag een maatwerkvoorschrift Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) opstelt.
Maatwerk op basis van specifieke zorgplicht
Op basis van de zorgplicht kan het bevoegd gezag aan een initiatiefnemer vragen om een aanpak van via het vuilwaterriool af te voeren stoffen, water, temperatuur of bijvoorbeeld zuurgraad.
Soms is niet direct duidelijk of een specifieke lozing de specifieke zorgplicht nu wel of niet overtreedt. Of is er sprake van specifieke omstandigheden. Dan is het handiger dat het bevoegd gezag eerst een maatwerkvoorschrift opstelt. Dit maakt in het concrete geval duidelijker wat de specifieke zorgplicht inhoudt. De maatwerkmogelijkheid op basis van de zorgplicht is bedoeld als vangnet.
Bij het opstellen van maatwerk voor een lozing op het riool is overleg tussen de rioolbeheerder en de waterkwaliteitsbeheerder aan te raden.
Voorbeeld
Loost een bedrijf afvalwater in het vuilwaterriool? Dan mag dat bedrijf op basis van de specifieke zorgplicht niet willens en wetens meer lozen dan het riool aankan. Hoeveel afvalwater een riool kan verwerken, is afhankelijk van de capaciteit. Die kan per locatie sterk verschillen. Daarom staan hierover geen algemene regels in het Bal. Als een bedrijf een grote lozing overweegt, moet het dus eerst zelf nagaan wat de capaciteit van het riool is. Om daarna de lozing op de capaciteit aan te passen. Zo voldoet het bedrijf aan de specifieke zorgplicht.
Stel dat in een gebied meerdere bedrijven hun normale hoeveelheden afvalwater lozen op hetzelfde rioolstelsel. En de gemeente stelt vast dat deze normale lozingen samen de capaciteit van het riool overschrijden. Dan kan het voor één van deze lozers niet altijd duidelijk zijn dat de lozing van zijn bedrijf bijdraagt aan de door de gemeente vastgestelde overschrijding. Er kan van deze bedrijven dan niet verwacht worden dat zij zelf weten wat de specifieke zorgplicht hier inhoudt. Het bevoegd gezag kan dan een maatwerkvoorschrift stellen om de specifieke zorgplicht te verduidelijken. In dit geval kan het maatwerk de totale hoeveelheid geloosd afvalwater per bedrijf begrenzen, of over 24 uur verspreid laten lozen.
Particulier versus openbaar riool
De lozingsvoorwaarden voor een lozing op de riolering gelden niet alleen voor het gemeentelijk riool. Dezelfde voorwaarden geldt ook voor een particulier stelsel. Lozingsvoorwaarden voor een lozing op een riool zijn namelijk bedoeld voor de bescherming van het milieu én het rioolstelsel.
Vervuiler betaalt heffing
Voor de hoeveelheden en de eigenschappen van de stoffen die in een kalenderjaar worden afgevoerd, moet de vervuiler belasting betalen. Dit wordt een heffing genoemd. De hoogte van de heffing hangt af van de vervuilingswaarde en wordt uitgedrukt in vervuilingseenheden.
Zuiveringsheffing of verontreinigingsheffing
Er is een verschil tussen zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing. De zuiveringsheffing gaat over indirecte lozingen. Dat zijn lozingen via de riolering op een zuiveringtechnisch werk, en lozingen rechtstreeks op een zuiveringtechnisch werk. De verontreinigingsheffing gaat over lozingen direct op het oppervlaktewater.
Rioolheffing
De gemeente kan via een rioolheffing haar watertaken bekostigen. Het gaat om kosten voor de hemelwatertaak, de grondwatertaak en de taak voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater.