Onderhoud bij minerale olieafscheiders volgens NEN-EN 858
Olie mag niet direct in het milieu terechtkomen. Maar soms zit er toch olie in het afvalwater. Vaak wordt er dan een olieafscheider gebruikt. Er zijn onderhoudseisen voor een minerale slibvangput en olieafscheider om te voldoen aan de normen NEN-EN 858-1 en NEN-EN 858-2. Dit onderhoud is nodig om te voorkomen dat er alsnog te veel olie in het riool terechtkomt. Deze pagina geeft uitleg.
Inhoud deze pagina
Wat u moet weten over het onderhoud bij minerale olieafscheiders volgens NEN-EN 858:
- Eisen voor onderhoud
- Afvoer van de inhoud van de olieafscheider
- Registratie
- 5-jaarlijkse controle
- Mogelijke verplichtingen uit arbowetgeving
- Houd ook rekening met
Eisen voor onderhoud
In het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) staan geen aparte regels voor onderhoud van de olieafscheider en slibvangput. Die staan namelijk al in NEN-EN 858-2:2003. De artikelen van het Bal verwijzen direct naar de NEN-EN 858-1:2002 en NEN-EN 858-2:2003. De NEN-onderhoudsvoorschriften in de norm zijn daarom leidend.
Onderhoudsvoorschriften
In de NEN-EN 858-2:2003 staat dat onderhoud aan de olieafscheider minimaal 1 keer per 6 maanden nodig is. Er staat (vrij vertaald):
Alle regelmatig te onderhouden onderdelen van de olieafscheider moeten altijd bereikbaar zijn. Onderhoud aan het systeem vindt ten minste 1 keer per 6 maanden plaats door vakkundig personeel. Het onderhoud vindt plaats in overeenstemming met de instructies van de fabrikant en bevat ten minste de volgende onderdelen:
- slibvanggedeelte: bepaling slibvolume
- afscheider: meting dikte olielaag, controle functioneren automatische vlotter, controle van het waarschuwingsinstrument
- bemonsteringsschacht: schoonmaken van het afvoerkanaal
- Zo nodig verwijderen van olie en slib en daarna de afscheider vullen met schoon water
Als de helft van het slibvolume in het slibvanggedeelte is gevuld, is het aan te bevelen de installatie te legen. Dat geldt ook als 80% van het opvangvolume van de afscheider vol is.
Naar gelang de uitkomsten van het halfjaarlijkse onderhoud van de olieafscheider, zal de afscheider geleegd moeten worden. Dit staat precies beschreven in de NEN-EN 858-1:2002 en NEN-EN 858-2:2003.
Aanvullend
- In het effluent (uitvloei afvalwater) mag nooit te veel minerale olie zitten
- Volgens NEN-EN 858-2:2003 moet het onderhoud gebeuren door vakkundig personeel
Wat betreft het begrip vakkundig personeel, is een diploma niet nodig. Praktijkervaring wél. Onderhoud mag dus ook gebeuren door de ondernemer of een medewerker van het bedrijf. Het bevoegd gezag oordeelt of de persoon vakbekwaam is.
Wanneer zit er te veel minerale olie in het afvalwater dat uit een slibvangput en olieafscheider stroomt? Dit is onder de Omgevingswet niet wettelijk vastgelegd. Daarmee valt dit onder de specifieke zorgplicht van het Besluit activiteiten leefomgeving. De initiatiefnemer moet zich bij zijn activiteiten altijd houden aan de specifieke zorgplicht. Als dit naar het oordeel van het bevoegd gezag onvoldoende gebeurt, kan het bevoegd gezag hierop handhaven.
Adequaat functioneren
Uitgangspunt bij het mogen lozen van oliehoudend afvalwater is een norm van 20 mg/l minerale olie in enig steekmonster. Deze norm is het milieuhygiënisch aanvaardbare gehalte aan minerale olie in een lozing. Het gebruik van een slibvangput en olieafscheider die voldoet aan de normen NEN-EN 858-1 en NEN-EN 858-2, wordt gezien als een erkende maatregel. In de eerste toelichting op het gebruik van deze maatregel, namelijk in het Besluit inrichtingen voor motorvoertuigen milieubeheer, was wel een norm genoemd voor het effluent en de reden van de norm.
De reden van de norm was erin gelegen dat het bevoegd gezag eenvoudig kan beoordelen of de olieafscheider en slibvangput adequaat functioneert. De norm: 200 mg/l minerale olie in enig steekmonster. De norm diende echt als controle van de werking van de erkende maatregel.
Als de slibvangput en olieafscheider in de ogen van het bevoegd gezag niet adequaat functioneert, zijn er punten waar het bevoegde gezag dan eerst naar moet kijken:
- Gaat het wel om een goed gedimensioneerde, geplaatste en onderhouden slibvangput en olieafscheider?
- Maakt de werkwijze bij de activiteiten de goede werking van de afscheider niet onmogelijk?
Voldoet de slibvangput en olieafscheider wel aan de gestelde eisen?
Als de gebruikte combinatie van slibvangput en olieafscheider niet goed is gedimensioneerd, of geplaatst, of wordt onderhouden, dan moet de lozer hier eerst aan gaan voldoen. Daarbij kan het voor de handhaver noodzakelijk zijn om maatwerk op te leggen. Dit kan op basis van de zorgplicht. Ook is een nacontrole altijd nodig.
Noodzakelijke aanpassingen in de werkwijze
Bij gebruik van een slibvangput en olieafscheider moet de werkwijze bij de activiteiten de goede werking van de afscheider niet onmogelijk maken. Aandachtspunten hierbij zijn vooral de keuze van de reinigingsmiddelen en de wijze waarop bijvoorbeeld een hogedrukreiniger wordt gebruikt.
Het juiste gebruik van een hogedrukreiniger voorkomt vorming van emulsies. Emulsies, of het gaan gebruiken van heet water, hebben namelijk een negatieve werking op het functioneren van een slibvangput en olieafscheider.
Technische en bouwkundige eisen die bijdragen aan het voorkomen dat opgevangen olie ontsnapt
Bij gebruik van een slibvangput en olieafscheider mag de opgevangen olie niet meer uit het afscheidingssysteem verdwijnen. Daarvoor gelden verschillende eisen aan het ontwerp. Zo moet een slibvangput en olieafscheider zijn uitgerust met meerdere automatische waarschuwingssystemen. Het doel van deze waarschuwingsvoorzieningen is om een signaal of alarm af te geven wanneer een bepaalde grenswaarde wordt bereikt. Bijvoorbeeld bij een
- te dikke olielaag,
- te hoog vloeistofniveau, of
- storing in de afscheider
Deze waarschuwingsvoorzieningen dragen zo bij aan het tijdig kunnen onderhouden van de installatie.
Veder moeten afscheidingssystemen zo zijn ontworpen en aangelegd dat het vloeistofniveau in het afscheidingsgedeelte hoger kan liggen dan in het gedeelte waar het van olie en slib geschoonde afvalwater wordt afgevoerd naar het vuilwaterriool. Of naar een door het bevoegde gezag eerder al voorgeschreven extra zuiveringsstap. Op die manier wordt bouwkundig voorkomen dat lichte vloeistoffen uit het geplaatste opvangsysteem lekken.
Het relevante waterniveau dat in het afscheidingsgedeelte van een slibvangput en olieafscheider moet kunnen passen, is
- bij gemengde afvoer van afvalwater en regenwater: het hoogste waterniveau dat kan ontstaan bij hevige regenval.
- bij uitsluitend afvalwaterafvoer: het bovenvlak van de laagst geplaatste afvoer. Voor kleinere afscheiders (tot NS 6) wordt in NEN-EN 858-2 uitgegaan van een hoogteverschil (ook wel overstek genoemd) van 130 mm.
Bij grotere systemen (NS > 6) moeten de overstekken voor zowel de slibvangput als de afscheider worden berekend.
Als niet aan de vereiste overstek of de berekende overstek wordt voldaan, moet daar een waarschuwingsvoorziening voor lichte vloeistoffen komen (zie de artikelen 5.3 en 5.6 van NEN-EN 858-2). Dit staat beter bekend als een opstuwingssensor (niveau-alarm). Belangrijk om te weten is dat deze waarschuwingsvoorziening niet hetzelfde is als een olielaagdiktesysteem uit paragraaf 6.5.4 van NEN-EN 858-1.
Detail is nog wel dat lokale autoriteiten kunnen toestaan dat afscheiders zonder automatische waarschuwingsinrichting worden toegepast. Het wettelijke uitgangspunt blijft daarbij wel staan: dat bij het mogen lozen van oliehoudend afvalwater de norm geldt van maximaal 20 mg/l minerale olie in enig steekmonster.
Afvoer van de inhoud van de olieafscheider
De inhoud van een olieafscheider is gevaarlijk afval (EURAL 13.05). Dit geldt ook voor de inhoud van de slibvangput die erbij hoort. Dit mag niet geloosd worden en moet op een andere manier worden afgevoerd. Daarvoor geldt titel 10.6 van de Wet milieubeheer (Wm):
- Het afval moet worden afgegeven aan een erkende inzamelaar (artikel 10.37 Wm);
- De gegevens hierover moeten worden bewaard (artikel 10.38 Wm).
Dit geldt mogelijk ook voor andere afvalstoffen vanuit deze afvalwaterstroom. Zie ook EURAL 16.10.
De ondernemer mag de olieafscheider wel zelf leeg halen. Maar het is beter om dit door een inzamelaar te laten doen. De ondernemer moet namelijk altijd kunnen aantonen wat er met het gevaarlijk afval gebeurt. Bijvoorbeeld door het hebben van een onderhoudscontract met een erkende inzamelaar.
Registratie
Volgens de NEN-EN is het bijhouden van een registratie (logboek) van het onderhoud verplicht. Het bijhouden van de data van legen en reinigen en onderhoud van de afscheider past binnen de zorgplicht van de ondernemer. Het bevoegd gezag moet het logboek kunnen controleren.
5-jaarlijkse controle
Naast het halfjaarlijkse onderhoud, staat er ook een 5-jaarlijkse controle in de NEN-EN 858-2:2003. Hierover staat het volgende (ook vrij vertaald):
Het legen van de afscheider en het uitvoeren van een algemene controle in intervallen van maximaal 1 keer per 5 jaar staat voorgeschreven. Dit omvat de volgende aspecten:
- controle op lekkage van het systeem
- controle van de constructie
- controle van eventueel aangebrachte coatings
- het functioneren van de verschillende onderdelen
- het functioneren van elektronische instrumenten en installaties
- controle van de instelling van de automatische afsluiting, bijvoorbeeld op drijvende bestanddelen
De eisen die worden gesteld aan degene die deze controle uitvoert, zijn dezelfde als bij het halfjaarlijks onderhoud. Uiteraard kan deze controle alleen maar grondig gebeuren als de afscheider leeg is.
Voor de ondernemer is deze controle belangrijk, omdat bij lekkage van de olieafscheider bodemverontreiniging kan ontstaan. Voor het oplossen van de gevolgen van deze mogelijke lekkage is de ondernemer verantwoordelijk. Het saneren van een bodemverontreiniging kan een kostbare zaak zijn. De verantwoordelijkheid bij eventuele lekkage van de aanvoerleidingen naar de olieafscheiders, en de daardoor mogelijke bodemverontreiniging, ligt ook bij de ondernemer.
Mogelijke verplichtingen uit arbowetgeving
Voor het onderhouden van de olieafscheider en slibvangput kunnen arboregels gelden. Voor afvalbedrijven geldt de arbocatalogus afvalbedrijven.
Houd ook rekening met
Naast de informatie over onderhoud bij minerale olieafscheiders volgens NEN-EN 858 moet u ook rekening houden met:
- Olieafscheiders in regelgeving
- Handhaving slibvangput en olieafscheider
- Capaciteitsberekening olieafscheider
- CE-markering in de Europese Unie: regels en richtlijnen op rvo.nl
- CE-markeringsteken op Contactpunt Bouwproducten van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening