Toelichting algemene regels vetafscheiders
Er zijn activiteiten waarbij relatief grote hoeveelheden plantaardige of dierlijke oliën of vetten in afwater terecht kan komen. De voorkeursroute voor het lozen van het afvalwater uit deze activiteiten is op het vuilwaterriool. Alleen mag dit dan niet zonder (voor)zuivering in de vorm van een vetafscheider, ook wel vetvangput genoemd. Het verplicht gebruiken van vetafscheiders die voldoen aan NEN-EN 1825-1 en -2 volgt uit algemene regels of een omgevingsvergunning.
Op deze pagina
Wat u moet weten over algemene regels en vetafscheiders:
- Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
- Waar vindt u regels voor plantaardige of dierlijke oliën of vetten in afwater in het Bal
- Waar vindt u regels voor plantaardige of dierlijke oliën of vetten in afwater in de decentrale regels
- Beste beschikbare technieken (BBT)
- Capaciteit van de vetafscheider: dimensionering
- Maatwerk bruidsschat
- Riooltekening
- Overgangsrecht
- Gerelateerde wetgeving
- Controleaspecten
- Houd ook rekening met
Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
Bij het bereiden van voedingsmiddelen wordt gewerkt met verschillende soorten producten en processen. Naast het gebruik van schoonmaak- en ontsmettingsmiddelen, kunnen daardoor plantaardige en/of dierlijke oliën en of vetten in afvalwater terechtkomen.
Als plantaardige en of dierlijke oliën en of vetten via afvalwater in het riool terechtkomen, stolt dit door afkoeling. Als dit in de riolering gebeurt, wordt de afvoercapaciteit van het riool langzaam minder. Het kan zelfs tot verstopping leiden. Het lozen van relatief grote hoeveelheden plantaardige en/of dierlijke oliën of vetten op de riolering is daarom ongewenst.
Waar vindt u regels voor plantaardige of dierlijke oliën of vetten in afwater in het Bal
Situaties waarbij plantaardige of dierlijke oliën of vetten in afwater terecht kunnen komen, staan in
- paragraaf 4.28 voedingsmiddelenindustrie van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Voor een aantal categorieën voedingsmiddelen geldt een vergunningplicht. Zie artikel 3.129 tot en met 3.131 van het Bal. De algemene regels voor lozen gelden ook voor deze vergunningplichtige gevallen.
Waar vindt u regels voor plantaardige of dierlijke oliën of vetten in afwater in de decentrale regels
Totdat de gemeente in het omgevingsplan zelf lozingsregels heeft gesteld, gelden de regels van de bruidsschat omgevingsplan. U vindt de regels in:
Onder het professioneel bereiden van voedingsmiddelen valt de niet-industriële voedselbereiding, zoals dat gebeurt in bijvoorbeeld de horeca, winkels en bedrijfskantines.
Bruidsschat aanpassen
Per 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Na deze datum kunnen gemeenten en waterschappen de bruidsschatregels omzetten naar regels die beter passen bij de lokale situatie. Bij deze omzetting moeten gemeente én waterschap wel rekening houden met de taken en bevoegdheden van het andere bestuursorgaan. Men moet met elkaar rekening houden vanwege de samenhang van de instrumenten.
Beste beschikbare technieken (BBT)
Er zijn activiteiten waarbij relatief grote hoeveelheden plantaardige of dierlijke oliën of vetten in afwater terecht kunnen komen. Dan is het gebruik van een vetafscheider de beste beschikbare techniek Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Een vetafscheider moet voldoen aan NEN-EN 1825-1 en -2. Deze moet zo zijn geplaatst dat menging met andere soorten afvalwaterstromen wordt voorkomen. Dit verplichte gebruik volgt uit algemene regels of uit een omgevingsvergunning.
Een vetafscheider moet ook een CE-markering hebben. Een vetafscheider met slibvangput voorkomt problemen in de riolering.
Capaciteit vetafscheiders: dimensionering
De dimensionering is belangrijk bij het plaatsen van een vetafscheider. De capaciteit of dimensionering volgens NEN-EN 1825-1 en -2 kunt u berekenen met een rekenhulp voor de berekening op basis van de keukenapparatuur (voorkeur). En voor het soort keuken.
Het bevoegd gezag kan de berekeningsmethode opvragen. Deze berekening geldt alleen voor afscheiders met een grotere capaciteit. Om de capaciteit goed te houden, is het onderhoud van de vetafscheider onderdeel van een belangrijk (BBT-)onderdeel.
Maatwerk bruidsschat
Een gemeente kan de verplichting tot het plaatsen van een vetafscheider en slibvangput bij het professioneel bereiden van voedingsmiddelen opheffen en maatwerk toestaan. Dat kan als er geen, of zeer beperkt, vethoudend afvalwater ontstaat. Bijvoorbeeld omdat men altijd eerst het keukengerei en de vaat droog van vet- en etensresten ontdoet. Het kan ook als het plaatsen van een vetafscheider onredelijk en te duur is. Het bevoegd gezag beoordeelt dan of er wel een vetafscheider nodig is.
Is het wél nodig om een vetafscheider en slibvangput te plaatsen? Dan kan het bevoegd gezag nagaan of het ook betaalbaar op een andere locatie kan. In de openbare ruimte bijvoorbeeld.
Het is ook mogelijk een maatwerkvoorschrift aan te vragen voor het afwijken van het voorgeschreven onderhoud. Bijvoorbeeld voor een lagere frequentie voor het legen van de afscheider.
Riooltekening
Bij lozing op een riool is er een riooltekening beschikbaar waar duidelijk op staat:
- op welke punten welk afvalwater wordt geloosd
- of de lozingspunten zijn aangesloten op het eigen vuilwaterriool of een schoonwaterriool
- op welke lozingsroutes het eigen vuilwaterriool en het schoonwaterriool uitkomen
Overgangsrecht
U heeft geen vetafscheider en slibvangput volgens NEN 1825-1 en -2 nodig, als:
- het apparaat dat u nu heeft, is geplaatst voor 14 september 2004
- het apparaat de hoeveelheid te lozen afvalwater aankan
- u een flocculatieafscheider gebruikt die is geplaatst voor 1 januari 2013
De voor de voedingsmiddelenindustrie verplichte lozing op het riool in artikel 4.406 van het Bal (water: lozingsroute) is niet van toepassing op het lozen op een oppervlaktewaterlichaam van afvalwater, afkomstig van het maken of bewerken van levensmiddelen of voeder dat voor 1 januari 2024 al was toegestaan. De voorwaarde is wel dat de lozingsactiviteit nu naar aard en omvang niet verschilt van de activiteit zoals deze voor 1 januari 2024 was toegestaan.
Gerelateerde wetgeving
Voor de afgifte van bedrijfsafvalstoffen geldt titel 10.6 van de Wet milieubeheer (Wm):
- afgifte aan een erkende inzamelaar: artikel 10.37 Wm
- het bewaren van de gegevens: artikel 10.38 Wm
Het slib en het vet uit een vetafscheider zijn geen gevaarlijk afval en mogen als bedrijfsafvalstoffen afgevoerd worden naar een erkende inzamelaar.
Een vetafscheider en slibvangput is een voorziening in het riool. Daarom moet de installatie ook voldoen aan de verordening bouwproducten (CE-markering).
Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Er zijn ontsmettingsmiddelen of een combinatie van ontsmettings- en reinigingsmiddel die zijn toegelaten op basis van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb). Deze middelen moeten worden gebruikt volgens het productspecifieke gebruiksvoorschrift. Het niet juist toepassen van deze middelen is een overtreding van de Wgb.
Controleaspecten
Let bij het controleren van de vetafscheider goed op de volgende zaken:
- Gelden de regels van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)?
- Gelden de regels voor het omgevingsplan of voor de bruidsschat omgevingsplan?
- Gelden de regels van de nieuwe waterschapsverordening of de regels van de bruidsschat waterschapsverordening?
- is de installatie en het onderhoud uitgevoerd volgens de bijgeleverde gebruikshandleiding en komt het geheel overeen met de prestatieverklaring? Zie daarvoor ook de pagina CE-markering, met name onder de tussenkop Controle door ander bevoegd gezag.
Zie verder Handhaving vetafscheiders.
Houd ook rekening met
Houd naast de informatie over vetafscheider en slibvangput in de regelgeving ook rekening met:
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Beste beschikbare technieken (BBT)
Het meest doeltreffende en geavanceerde ontwikkelingsstadium van de activiteiten en exploitatiemethoden waarbij de praktische bruikbaarheid van speciale technieken om het uitgangspunt voor de emissiegrenswaarden en andere vergunningvoorwaarden te vormen is aangetoond, met als doel emissies en gevolgen voor het milieu in zijn geheel te voorkomen, of wanneer dit niet mogelijk is, te beperken, waarbij wordt verstaan onder:
- technieken: zowel de toegepaste technieken als de wijze waarop de installatie wordt ontworpen, gebouwd, onderhouden, geëxploiteerd en ontmanteld
- beschikbare: op zodanige schaal ontwikkeld dat de betrokken technieken, kosten en baten in aanmerking genomen, economisch en technisch haalbaar in de betrokken industriële context kunnen worden toegepast, onafhankelijk van de vraag of die technieken wel of niet binnen Nederland worden toegepast of geproduceerd, mits zij voor de exploitant op redelijke voorwaarden toegankelijk zijn,
- beste: het meest doeltreffend voor het bereiken van een hoog algemeen niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel
Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.