Op deze pagina
Wat u moet weten over algemene regels en vetafscheiders
Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
In de voedingsmiddelenindustrie en bij het professioneel bereiden van voedingsmiddelen kan gewerkt worden met verschillende soorten voedingsmiddelen en processen, waardoor plantaardige en dierlijke oliën en vetten in afvalwater terecht kan komen. Onder het professioneel bereiden van voedingsmiddelen valt de niet-industriële voedselbereiding, zoals dat gebeurt in bijvoorbeeld de horeca, winkels en bedrijfskantines.
Vet dat in afvalwater is geloosd, stolt in het riool door afkoeling. Hierdoor wordt de afvoercapaciteit van het riool minder. Het kan zelfs tot verstopping leiden. Stollend vet zorgt ervoor dat het openbaar riool zijn werk niet goed meer kan doen. Het lozen van plantaardige of dierlijke oliën of vetten op de riolering is daarom ongewenst.
Waar staan de algemene regels?
Als er plantaardige en dierlijke oliën en vetten in afvalwater worden geloosd, kunnen algemene regels vetafscheiders voorschrijven. Deze algemene regels staan:
- voor de voedingsmiddelenindustrie: in paragraaf 4.28 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
- voor het professioneel bereiden van voedingsmiddelen: in het omgevingsplan en de waterschapsverordening (decentrale regels)
Voor een aantal categorieën voedingsmiddelen geldt een vergunningplicht. Zie artikel 3.129 tot en met 3.131 van het Bal. De algemene regels voor lozen gelden ook voor deze vergunningplichtige gevallen.
Beste beschikbare technieken (BBT)
Een vetafscheider met slibvangput voorkomt problemen in de riolering. Behalve het voorkomen van deze lozing, is een vetafscheider de beste beschikbare techniek Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) bij lozingen van vet en plantaardige olie. Een vetafscheider moet voldoen aan NEN-EN 1825-1 en -2. Deze moet zo zijn geplaatst dat menging met andere afvalwaterstromen zo veel mogelijk wordt voorkomen. De vetafscheider moet een CE-markering hebben.
Capaciteit vetafscheiders: dimensionering
De dimensionering is belangrijk bij het plaatsen van een vetafscheider. De capaciteit of dimensionering volgens NEN-EN 1825-1 en -2 kunt u berekenen met een rekenhulp voor de berekening op basis van de keukenapparatuur (voorkeur). En voor het soort keuken. Het bevoegd gezag kan de berekeningsmethode opvragen. Deze berekening geldt alleen voor afscheiders met een grotere capaciteit. Om de capaciteit goed te houden, is het onderhoud van de vetafscheider onderdeel van een belangrijk (BBT-)onderdeel.
Wanneer is een vetafscheider nodig?
Een vetafscheider is alleen nodig als droog verwijderen van het olie- en vethoudende afval niet mogelijk is. Wanneer u kunt aantonen dat u geen vet loost, is een vetafscheider misschien niet nodig. Het bevoegd gezag bepaalt of u inderdaad geen vetafscheider nodig heeft.
Overgangsrecht
Is er wel een vetafscheider en slibvangput aanwezig, maar voldoet deze niet aan NEN-EN 1825-1 en NEN-EN 1825-2? Dan kan er sprake zijn van overgangsrecht. Dit is het geval als het afvalwater:
- door een vetafscheider en slibvangput stroomt, die is geplaatst voor 14 september 2004. Deze installatie moet de hoeveelheid afvalwater wel aankunnen.
- door een flocculatieafscheider stroomt, die is geplaatst voor 1 januari 2013. Deze installatie moet de hoeveelheid afvalwater aankunnen
Controleaspecten
Let bij het controleren van de vetafscheider goed op de volgende zaken:
- Gelden de regels van het Bal?
- Gelden de regels voor het omgevingsplan of voor de bruidsschat omgevingsplan?
- Gelden de regels van de nieuwe waterschapsverordening of de regels van de bruidsschat waterschapsverordening?
Zie verder Handhaving vetafscheiders.
Riooltekening
Bij lozing op een riool is er een riooltekening waar duidelijk op staat:
- op welke punten welk afvalwater wordt geloosd
- of de lozingspunten zijn aangesloten op het eigen vuilwaterriool of een schoonwaterriool
- op welke lozingsroutes het eigen vuilwaterriool en het schoonwaterriool uitkomen.