Bekostiging maatregelen primaire keringen
De regeling hiervoor is te vinden in de artikelen 7.23 tot en met 7.26 Waterwet. Deze regeling is vooralsnog niet overgegaan naar de Omgevingswet. Voorwaarden zijn:
- de primaire kering voldoet niet langer aan de veiligheidsnorm. Omdat het Rijk wijzigingen heeft aangebracht in de norm, de hydraulische randvoorwaarden of het voorschrift toetsen op veiligheid.
- de maatregelen moeten zijn opgenomen in het jaarlijks door de minister van Infrastructuur en Waterstaat vast te stellen subsidieprogramma voor dergelijke hoogwaterbeschermingsmaatregelen
Dat subsidieprogramma kan beschouwd worden als een uitvoeringsprogramma van de begroting van het deltafonds waarvan de regeling ook nog te vinden is in de Waterwet.
Vergoeding beperkt
De subsidie is beperkt tot 90% van de geraamde kosten van maatregelen. Tenzij het maatregelen betreft die op grond van artikel 7.23, vijfde lid, Waterwet worden aangewezen in bijlage V van het Waterbesluit (de maatregelen van de waterschappen die deel uitmaken van het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma). Voor die laatste categorie aan maatregelen blijven de tot dan toe geldende subsidieregels van kracht.
Doelmatigheid en beheersbaarheid
De wijziging van de subsidievoorwaarden moet de doelmatigheid en de beheersbaarheid van het hoogwaterbeschermingsprogramma vergroten. Alleen de kosten van maatregelen om de kering weer aan de veiligheidsnorm te laten voldoen en de kosten van noodzakelijke inpassingsmaatregelen komen in aanmerking voor een subsidie.
De kosten van additionele voorzieningen die niet vereist zijn om de veiligheidsdoelstelling te realiseren, bijvoorbeeld ten behoeve van natuurontwikkeling of vergroting van de ruimtelijke kwaliteit, komen niet voor subsidie in aanmerking. Daarbij worden alleen de kosten van de variant die van de onderzochte oplossingen het meest doelmatig is, gesubsidieerd.
Risicobeheersing
Omdat de vergoeding plaatsvindt op basis van de begrote kosten, komt het uitvoeringsrisico van het project ten laste van de beheerder. Risicobeheersing is dan ook nog belangrijker dan het al was.
Omdat de subsidie wordt beperkt tot 90% van de begrote kosten van de meest doelmatige maatregel, betekent dit dat het waterschap zelf 10% van de kosten dient te dragen. Ook hiervan gaat een doelmatigheidsprikkel uit zoals bedoeld in het Bestuursakkoord Water dat het Rijk met o.a. de waterschappen in mei 2011 heeft gesloten. De wettelijke regeling is dan ook als een uitvloeisel te zien van dit bestuursakkoord.
Nadere regeling kosten en procedures
In de ministeriële regeling 'Regeling subsidies hoogwaterbescherming 2014', staat:
- welke kosten subsidiabel zijn
- hoe de kostenraming moet plaatsvinden
- welke procedures gelden voor de aanvragen en de toekenning
De Regeling bijzondere subsidies waterkeren en waterbeheren is echter nog van toepassing op de projecten die zijn aangewezen in bijlage V van het Waterbesluit. Deze regeling gold ook al onder de Wet op de waterkering,
Bijdragen van waterschappen aan de bekostiging
Met ingang van 2011 dragen de waterschappen zelf een deel van de kosten van de subsidies. Artikel 7.24 Waterwet bepaalt dat elk waterschap jaarlijks een bijdrage voor dat doel dient te betalen. De jaarlijkse gezamenlijke bijdrage van de waterschappen is sinds 2011 € 81 miljoen.
In het Bestuursakkoord Water 2011 is afgesproken dat de bijdrage van de waterschappen aan de bekostiging van het Hoogwaterbeschermingsprogramma vanaf 2014 wordt verhoogd. Versterkingsmaatregelen die nodig zijn in verband met aanpassing van de hydraulische randvoorwaarden of het voorschrift toetsen op veiligheid worden sinds 2014 voor 50% door het Rijk en voor 50% door de gezamenlijke waterschappen bekostigd.
In de Waterwet is ter uitvoering van deze afspraak bepaald dat de bijdrage van de gezamenlijke waterschappen gelijk is aan het bedrag dat het Rijk in het desbetreffende jaar via het deltafonds voor deze maatregelen beschikbaar stelt. Daarbij geldt dat de bijdrage van de waterschappen in 2014 maximaal € 131 miljoen en vanaf 2015 maximaal € 181 miljoen is. Vanaf 2016 wordt het laatstgenoemde bedrag geïndexeerd.
Deltafonds
De bijdragen van de waterschappen komen ten goede aan het Deltafonds. De bijdragen bekostigen hoogwaterbeschermingsmaatregelen die waterschappen moet treffen als de primaire waterkeringen die zij beheren vanwege wijziging van de hydraulische randvoorwaarden of het voorschrift toetsen op veiligheid niet meer voldoen aan de wettelijke veiligheidsnorm. Als de gelden voor andere doeleinden zouden worden gebruikt, zijn zij onverschuldigd betaald.
Watersysteemheffing
De waterschappen berekenen hun bijdrage door in de watersysteemheffing, die de belastingplichtigen verschuldigd zijn. Omdat een waterschap dat een grotere bijdrage betaalt dan het zelf aan subsidies voor hoogwaterbeschermingsmaatregelen ontvangt, per saldo meebetaalt aan dijkversterkingsprojecten buiten het eigen gebied, is de bevoegdheid om de bijdrage te betalen uit de opbrengst van de watersysteemheffing uitdrukkelijk in de Waterschapswet geregeld (artikel 117, tweede lid).