Regionaal waterprogramma
De provincie stelt een regionaal waterprogramma vast. Dat doet ze om uitvoering te geven aan verschillende Europese richtlijnen zoals de KRW en de GWR (artikel 3.8 Omgevingswet).
Europese verplichtingen en provinciaal waterbeleid
Het regionale waterprogramma wijst regionale oppervlaktewaterlichamen, grondwaterlichamen en waterwinlocaties aan. In het regionaal waterprogramma neemt de provincie het provinciaal waterbeleid op. En ze coördineert de gebiedsgerichte uitoefening van taken en bevoegdheden door gemeenten en waterschappen (artikel 2.18 lid 1a Omgevingswet). De provincie is verantwoordelijk voor het behalen van de doelen uit de Europese richtlijnen. In bepaalde gevallen staat in het programma een beschrijving voor de monitoring.
Het Bkl geeft aan welke maatregelen het regionaal waterprogramma moet bevatten:
- maatregelen ter uitvoering van de KRW en GWR voor grondwater
- maatregelen om te voldoen aan de omgevingswaarden voor oppervlaktewaterkwaliteit
- maatregelen voor waterlichamen waarin waterwinlocaties liggen
Voor zwemwater moet het programma voldoen aan de doelstellingen van de Europese zwemwaterrichtlijn.
Soms blijkt bij het opstellen van het regionale waterprogramma dat het niet mogelijk is een omgevingswaarde of andere doelstelling te halen. In dat geval kan de provincie gemotiveerd gebruikmaken van de uitzonderingsmogelijkheden die de Europese richtlijnen hiervoor bieden.
Maatschappelijke functies
Het regionale waterprogramma moet in ieder geval de maatschappelijke functie drinkwateronttrekking toekennen aan regionale wateren die worden gebruikt voor de onttrekking van voor menselijke consumptie bestemd water. De toevoeging 'in ieder geval' maakt duidelijk dat er ook andere maatschappelijke functies kunnen worden vastgelegd. Bijvoorbeeld dat een watergebied wordt vastgelegd als zwemwater, voor scheepvaart of voor recreatie. Het is van belang om deze maatschappelijke functies toe te kennen. Het bevoegd gezag gebruikt dit namelijk om te kunnen beslissen over een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een wateractiviteit. Daarbij worden maatschappelijke functies in het regionale én in het nationale waterprogramma bekeken (artikel 8.84 Bkl).
Procedurele bepalingen
Specifieke procedurele bepalingen voor het regionale waterprogramma zijn opgenomen in het Omgevingsbesluit, namelijk in artikel 10.16:
- Het programma wordt elke 6 jaar geactualiseerd.
- Het programma is operationeel uiterlijk 3 jaar na de actualisatie.