Omgaan met historische grondwaterverontreiniging
Grondwaterkwaliteitsbeheer is onderdeel van het beheer van watersystemen. Dat kan ertoe leiden dat grondwaterverontreinigingen beheerd of aangepakt moeten worden als deze de grondwaterkwaliteit (dreigen te) beïnvloeden. Met de Omgevingswet regelt het Rijk niet langer de landelijke invulling voor de aanpak van grondwaterverontreiniging.
Verontreiniging en doelen grondwaterkwaliteit
Een bodemverontreiniging kan gevolgen hebben voor de grondwaterkwaliteit. Dit betreft niet alleen een verontreiniging in het grondwater (verzadigde zone). Maar ook in de bodem als deze in het grondwater terecht is gekomen, en zich in of met het grondwater kan verspreiden.
Het beheer van de grondwaterkwaliteit raakt het beheer van verontreinigingen zowel in de vaste bodem als in het grondwater. Het beheer van de grondwaterkwaliteit is onderdeel van het beheer van het watersysteem.
Programma's en regelgeving
Voor het beheer van historische verontreinigingen onder de grondwaterspiegel gelden de doelstellingen en verplichtingen uit de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Grondwaterrichtlijn (GRW). Deze zijn doorvertaald naar de instrumenten van de Omgevingswet. De uitvoering van het grondwaterbeheer vindt plaats via maatregelen in programma's en regelgeving. Soms moeten bodemverontreinigingen beheerd worden als deze de grondwaterkwaliteit (dreigen te) beïnvloeden. Lees hierover meer op Grondwater in het programma.
Grondwatersanering
Een grondwatersanering is een maatregel om de grondwaterkwaliteit te behouden of te verbeteren.
Een grondwatersanering wordt niet door het Rijk gereguleerd. Dit blijkt uit het toepassingsbereik van de milieubelastende activiteit 'saneren van de bodem'. De regels voor een sanering voor de grondwaterkwaliteit volgen uit decentrale regels.
De definitie van grondwatersanering is 'het beheren, beperken of ongedaan maken van verontreiniging van het grondwater Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)' Een grondwatersanering heeft als doel een verbetering van de grondwaterkwaliteit.
Een sanering om de grondwaterkwaliteit te behouden of te verbeteren kan dus gericht zijn op:
- de bron van (mobiele) verontreiniging in de vaste fase van de (onverzadigde zone) bodem (bodemsanering), en/of
- tot de in het grondwater (verzadigde zone) aanwezige verontreiniging (grondwatersanering).
Bevoegd gezag en decentrale regels
Voor het saneren van de bodem (bodemsanering) geeft het Rijk algemene regels mee. De gemeente is hiervoor bevoegd gezag. Voor het saneren van het grondwater stelt het Rijk geen algemene regels.
De noodzaak voor het saneren van grondwater volgt uit verplichtingen vanuit Europese richtlijnen voor grondwater. En/of uit regionale ambities van een gemeente, waterschap of provincie voor de kwaliteit van het grondwater.
Saneringen van mobiele verontreinigingen zijn meestal complex en vragen om lokaal maatwerk.
Regionaal waterprogramma
De provincie kan een verdergaande bronaanpak bij verontreiniging met mobiele eigenschappen voorschrijven. Maatregelen zullen veelal voortvloeien uit het regionaal waterprogramma. De regels die moeten doorwerken naar burgers en bedrijven, volgen uit de decentrale regels (omgevingsplan, omgevingsverordening en waterschapsverordening). De provincie heeft hierin een coördinerende rol.
Verplaatsing verontreiniging bij activiteiten
Een initiatiefnemer moet rekening houden met de aanwezigheid van verontreinigd grondwater bij activiteiten die invloed (kunnen) hebben op de grondwaterkwaliteit. Denk daarbij aan de aanleg en het gebruik van open bodemenergiesystemen of het onttrekken van grondwater ten behoeve van het droog houden van een bouwput.
De wetgever voegt geen regels toe over de beïnvloeding van verontreinigingspluimen door het onttrekken van grondwater. Deze beoordeling vindt voor vergunningplichtige provinciale grondwateronttrekkingen plaats op grond van de beoordelingsregels in artikel 8.84 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).
De provincie mag een vergunning alleen verlenen als deze verenigbaar is met de doelen voor:
- het beschermen en behouden van de kwaliteit van het watersysteem
- het vervullen van maatschappelijke functies door het watersysteem, zoals drinkwater
- maatregelen in het regionale waterprogramma
Waterschappen
Ook de waterschappen houden bij de beoordeling van niet door het Rijk vergunningplichtig gestelde grondwateronttrekkingen rekening met de gevolgen voor de grondwaterkwaliteit. Deze beoordelingsregel is geregeld via artikel 1.2 van de bruidsschat voor de waterschapsverordening.
Verontreinigingspluimen en aanvullende trendbeoordelingen
De provincie bewaakt door monitoring de concentraties van verontreinigende stoffen uit verontreinigingspluimen in een grondwaterlichaam waarvoor aanvullende trendbeoordeling nodig is. Deze beoordeling is nodig om het effect te onderzoeken van verontreinigingspluimen die de doelstellingen in artikel 4 van de KRW bedreigen. Regels hierover staan in hoofdstuk 10 van het Bkl.
Grondwater
Water dat zich onder het bodemoppervlak in de verzadigde zone bevindt en dat in direct contact met de bodem of ondergrond staat. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.