Stedelijk afvalwater en omgevingsplan
De gemeente heeft een aantal (zorg)taken voor het stedelijk afvalwater. Dit staat in artikel 2.16 lid 1 onder a onder 3 van de Omgevingswet. In het omgevingsplan geeft de gemeente aan hoe en op welke manier ze stedelijk afvalwater inzamelt en transporteert. Het gemeentelijk water- en rioleringsprogramma kan hierbij als onderbouwing worden gebruikt.
Stedelijk waterbeheer richt zich op het totaal aan water dat vrijkomt in de stedelijke omgeving: huishoudelijk afvalwater, grondwater en hemelwater. Ook waterschappen en particulieren hebben een verantwoordelijkheid als het gaat om de gemeentelijke watertaken.
Gemeentelijke zorgtaken in het omgevingsplan
Het omgevingsplan bevat de regels over het beheer van stedelijk afvalwater voor het gehele grondgebied van de gemeente. Dit is nodig om te zorgen voor een evenwichtige toedeling van functies aan locaties Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Dit staat in artikel 4.2 van de Omgevingswet.
De zorgtaak van de gemeente vloeit voort uit de (Europese) Richtlijn stedelijk afvalwater. Dit is opgenomen in de Omgevingswet. In het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) staat dat de gemeente zorg draagt voor het beheer en onderhoud van een openbaar vuilwaterriool (artikel 3.16 Bkl).
Het omgevingsplan dat op 1 januari 2024 van rechtswege is ontstaan, is nog geen volwaardig omgevingsplan. Zo vormen de regels nog geen integraal geheel en voldoen ze nog niet aan de eisen die de Omgevingswet aan een omgevingsplan stelt. Het Rijk geeft de gemeenten een overgangsperiode om het omgevingsplan in lijn te brengen met de Omgevingswet.
Lees voor meer informatie: Omgevingsplan van rechtswege: tijdelijk en nieuw deel.
Gemeentelijk rioleringsplan niet langer verplicht
Het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) is niet langer wettelijk verplicht (zoals dat voorheen wel verplicht was gesteld in de Wet milieubeheer). Onder de Omgevingswet is het GRP een vrijwillig document. Het eerder vastgestelde GRP blijft gelden totdat de periode is verstreken waarvoor het plan is vastgesteld. Of totdat de gemeente het plan laat vervallen (artikel 4.93 van de Invoeringswet Omgevingswet). De inhoud van het voormalige GRP kan gedeeltelijk worden opgenomen in het omgevingsplan. Een andere mogelijkheid is om van het gemeentelijk rioleringsplan een programma te maken en eventueel uit te breiden met meer watertaken.
Regionale samenwerking
De regionale samenwerking tussen gemeente en waterbeheerder voor stedelijk afvalwater is belangrijk. Dit doet zich voor in gevallen van lozingen vanuit eigen zuivering, rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi's) en centrale zuivering. Centrale zuivering vindt bijvoorbeeld plaats als een aantal bedrijven op een bedrijventerrein één gezamenlijke zuiveringsinstallatie gebruikt.
Lozingsregels beheer van stedelijk afvalwater (bruidsschat)
De voormalige rijksregels over het beheer van stedelijk afvalwater zijn overgegaan naar het omgevingsplan. Totdat de gemeente zelf lozingsregels heeft opgesteld, geldt het tijdelijk deel van het omgevingsplan: de bruidsschat. Gemeenten kunnen de bruidsschatregels aanpassen. En kiezen voor regels die beter passen bij de lokale situatie. Bijvoorbeeld regels opnemen over:
- hemelwaterberging van x m3/uur op eigen terrein
- het voorschrijven van bouwpeilen
- maximale verharding
- groene daken
- verplicht infiltreren en de verplichting om regenwater niet meer te lozen, maar af te koppelen van gemengde riolen
Volgens het omgevingsplan lozen van bedrijfsafvalwater
Bedrijfsafvalwater dat afkomstig is van een activiteit die niet in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) is aangewezen, mag alleen worden geloosd op het openbaar vuilwaterriool. Ook deze lozing is geregeld in het omgevingsplan.
De lozing moet voldoen aan de eisen van bijlage I, afdeling C, bij de Richtlijn stedelijk afvalwater. Dat betekent onder meer dat dit water soms een voorbehandeling moet ondergaan om ervoor te zorgen dat:
- de opvangsystemen en de waterzuiveringsinstallatie niet beschadigd raken
- de werking van de waterzuiveringsinstallatie niet wordt gehinderd
- slib op een uit milieuoogpunt verantwoorde wijze veilig kan worden afgevoerd
Dit is nodig om de doelmatige werking van het gemeentelijk riool en de rioolwaterzuiveringsinstallatie te garanderen. Dit volgt uit artikel 5.165 van het Bkl.
De gemeente kan in het omgevingsplan op verschillende manieren aan deze instructieregel uitvoering geven:
- met een specifieke zorgplicht voor milieubelastende activiteiten, waaronder lozingen van bedrijfsafvalwater op het gemeentelijk riool
- met regels over de lozing van bedrijfsafvalwater op het gemeentelijk riool afkomstig van specifieke bedrijfsactiviteiten
Voorbeeld: afvalwater vanuit horeca
Een gemeente neemt een regel op in het omgevingsplan over het lozen van afvalwater vanuit horeca. Deze regel stelt het gebruik van een olie- en vetafscheider verplicht. Hierdoor voorkomt de gemeente dat horecaondernemers grote hoeveelheden olie en vetten in het gemeentelijk riool lozen.
Geur bij rwzi's
In het omgevingsplan staan ook direct werkende regels voor geur van rioolwaterzuiveringsinstallaties. Deze regels baseert de gemeente op de instructieregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (paragraaf 5.1.4.6.2).
Meer informatie
Evenwichtige toedeling van functies aan locaties
Evenwichtige toedeling van functies aan locaties (ETFAL) betekent dat er een balans bestaat tussen verschillende functies die locaties binnen een gebied kunnen vervullen. Deze regels houden meer in dan alleen het bestemmen in een bestemmingsplan. Denk bij een functie bijvoorbeeld aan een netwerkfunctie (kabels en leidingen) of waterbergende functie (milieu).
Lees meer over evenwichtige toedeling van functies aan locaties.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.