Afsluitdijk: de eerste kolossale spuischuiven zijn geplaatst
De eerste 2 uit de serie van 16 nieuwe spuischuiven zitten sinds 17 september 2024 op hun plek in de nieuwe spuisluizen bij Den Oever. Elke spuischuif is zo’n 9 m hoog. Dat is iets hoger dan een gemiddeld huis.
Zo’n stalen schuif is ook nog eens 12 meter breed, 1 meter dik en zo’n 45 ton zwaar. Wederom een grote hijsoperatie bij de versterking van de Afsluitdijk.
Er komen 2 nieuwe spuisluizen met 8 nieuwe spuikokers bij Den Oever. In elke koker komen 2 spuischuiven te hangen. In totaal komen er dus 16 grote stalen schuiven. Daarna volgen de liercassettes (motor plus lier) aan de zijkanten van de schuiven.Die zorgen ervoor dat de schuiven kunnen bewegen. Er worden 2 schuiven per dag geplaatst. Als het niet te hard waait, is het hijswerk vanaf het water eind deze maand klaar.
Volg deze werkzaamheden
De hijsoperatie is via webcam en korte updates te volgen via de website van de Afsluitdijk .
Waterafvoeren en waterkeren
Deze enorme grote stalen platen gaan straks het water van het IJsselmeer en de Waddenzee scheiden. Ze hebben 2 belangrijke functies.
- De schuiven kunnen opgehaald worden, als het water uit het IJsselmeer hoger staat dan het water van de Waddenzee. Hierdoor kan het teveel aan water vanuit het IJsselmeer afgevoerd worden (het zogenaamde spuien).
- Als ze dicht staan, dan zijn ze onderdeel van de primaire waterkering die ons beschermt tegen water uit de Waddenzee. Deze zware schuiven zijn bestand tegen een superstorm die eens in de 10.000 jaar kan voorkomen.
Vergroten waterafvoer IJsselmeer
Bouwconsortium Levvel (BAM, Van Oord, Rebel en Invesis) bouwt de nieuwe spuisluizen in opdracht van Rijkswaterstaat. Deze zorgen, samen met het nieuwe gemaal met de 6 pompen, vanaf 2026 voor het vergroten van de waterafvoer vanuit het IJsselmeer naar de Waddenzee.
Als spuien niet mogelijk is, dan voert het gemaal met 6 enorme pompen dat overtollige water van het IJsselmeer af naar de Waddenzee. Zo wordt Nederland ook in de toekomst beschermd tegen het water.
Bron en foto's: Rijkswaterstaat