Koraal verdwijnt in hoog tempo
Te hoge temperaturen van het oceaanwater zorgen ervoor dat koraalriffen op grote schaal afsterven. En dat heeft enorme gevolgen voor het zeeleven. Koraalriffen worden wel de regenwouden van de oceaan genoemd omdat ze krioelen van het leven. Ongeveer een kwart van al het zeeleven is afhankelijk van koraalriffen. Op veel plekken is het kantelpunt al bereikt. Wetenschappers verwachten dat er aan het eind van deze eeuw nauwelijks meer levend koraal over zal zijn als de opwarming van de aarde boven de 1,5 ˚C uitstijgt.
Koraal is afhankelijk van algen
Iedereen heeft wel een beeld bij koraal, of dat nou van televisie, tijdschrift of vakantie komt, maar wat is het eigenlijk? Koraal is een klein, onbeweeglijk dier, dat in kolonies leeft. Samen bouwen ze een uitwendig kalkskelet, dat over meerdere generaties heen langzaam een koraalrif vormt. We hebben het hier over warmwaterkoraal, dat alleen in warme zeeën voorkomt. De optimale watertemperatuur voor koraal is zo’n 25˚C.
Om te overleven hebben koralen de nabijheid nodig van eencellige algen; zij leven met elkaar in symbiose. Het zijn deze algen die aan koraal de mooie kleur geven. Deze algen zetten door middel van fotosynthese zuurstof en kooldioxide om in glucose, net als planten dat doen. Die glucose dient onder andere als voedsel voor het koraal. De afhankelijkheid van fotosynthese betekent wel dit soort koraal alleen in ondiepe zee voorkomt, waar genoeg licht doordringt.
Koraal verbleekt bij te hoge temperaturen
Wanneer het water te warm wordt, stoot koraal de symbiotische algen af. Dat punt kan al bereikt worden als het water 1˚C of meer boven het normale zomerse maximum uitkomt. En met de verdergaande opwarming gebeurt dat natuurlijk steeds vaker. Door het verlies van de algen verliest het koraal zijn kleur (“koraalverbleking”), krijgt te kampen met een voedseltekort en wordt vatbaarder voor ziektes. Als dit te lang duurt of te vaak voorkomt, sterft het koraal af.
Koraal heeft ook last van oceaanverzuring
Door het verbranden van fossiele brandstoffen stijgt de hoeveelheid CO2 in de lucht. Dat zorgt naast opwarming ook voor verzuring van de oceaan. CO2 vormt namelijk koolzuur in water, en zoals de naam al zegt: dat maakt het water zuurder. Kalkvormende organismen zoals koraal hebben daar last van. Het kost dan bijvoorbeeld meer energie om een kalkskelet te bouwen, terwijl het aanbod van energie, in de vorm van glucose afkomstig van algen, juist onder druk staat door de hogere temperaturen.
Koraal krijgt klappen uit verschillende hoeken
Tel daar nog eens de vervuiling, gebrek aan zuurstof, zeespiegelstijging en de toename in zware stormen bij op en het plaatje wordt duidelijk: koraalriffen staan onder grote druk. Sinds eind 19de eeuw is ongeveer de helft van het levende koraal verdwenen, zo concludeert het IPBES, een internationaal platform dat namens 94 landen de toestand van het leven op aarde in de gaten houdt. Met name grootschalige koraalverbleking door te hoge temperaturen treedt in de laatste decennia steeds vaker en heviger op.
Koraal ook in Caribisch Nederland snel achteruit
Ook in Caribisch Nederland is een duidelijke afname waargenomen in de koraalbedekking. De koraalbedekking is het percentage van het rif dat bedekt is met levend koraal. Op 115 onderzochte locaties langs de gehele kust van Bonaire blijkt dat de bedekking gemiddeld nog maar 6 procent is in het ondiepe deel (tussen 5 en 7 meter diepte) en nog maar 19 procent rond 10 meter diepte, de zone waar het meeste koraal zich bevindt. Met de gezondheid van het koraal is het redelijk tot slecht gesteld. Het rif van Karpata was altijd en is nog steeds een zeer mooi rif. De huidige bedekking door levend koraal is met 40 procent nog steeds hoog in vergelijking met veel andere locaties, maar was 40 jaar geleden nog 70 procent.
Het koraal bij Saba is in 25 jaar ook ernstig achteruitgegaan van rond de 30 procent bedekking in de jaren 90’ naar 8 procent nu. De status van de koralen rond Sint Eustatius is vergelijkbaar met die rond Saba.
Naast dat het koraal lijdt onder klimaatverandering zijn er ook lokale stressfactoren zoals watervervuiling, erosie, afvoer van regenwater, overbevissing en ziekten. Hoe troebeler het water, hoe minder licht het koraal ontvangt. Daardoor kunnen de algen, die immers van zonlicht afhankelijk zijn, het koraal minder goed van voeding voorzien. Erosie van het land zorgt voor vervuiling van het water. Herstel van de natuurlijke begroeiing door overbegrazing door geiten aan te pakken is één van de maatregelen die genomen kunnen worden om de erosie te verminderen en zo de gezondheid van het koraal te versterken.
Ook tropische orkanen die langs Saba en Sint Eustatius trekken tasten de koraalriffen aan. Een gezond koraal kan in relatief korte tijd daarvan herstellen.
Al ongeveer een jaar is de zeewatertemperatuur in de Noord Atlantische oceaan ongekend warm. Doordat het zeewater al zo’n lange periode meer dan 1°C warmer is dan normaal heeft het koraal op dit moment veel te lijden.
Kantelpunt is op veel plekken al bereikt
Op regionale schaal hebben koraalriffen al een kantelpunt bereikt. Volgens een recent overzicht ligt de kritische grens voor het grootschalig afsterven van koraalriffen ergens tussen 1 tot 1,5˚C wereldwijde opwarming, met als beste schatting 1,2˚C. Dat is precies de mate opwarming die in de tienjarige periode 2014–2023 al bereikt is.
Koraalriffen die eenmaal zijn afgestorven, komen daarna niet snel weer terug. Het kantelpunt is in die zin onomkeerbaar op tijdschalen van decennia. Het afsterven van koraalriffen heeft vergaande effecten op het zeeleven. Ook de visserij, toerisme en kustbescherming worden erdoor geraakt.
De prognose is dat bij een opwarming van 1,5˚C 70 tot 90 procent van de koraalriffen afgestorven zal zijn. Dat loopt op tot 99 procent bij een opwarming van 2˚C. Het zeeleven zou daar onherstelbaar door beschadigd worden.
Bron: KNMI