Maaiproef voor stevige dijken en meer biodiversiteit
Hoogheemraadschap van Delfland start deze maand met het maaien van het groot hoefblad en kool- en raapzaad op een aantal dijken in Maasland. Onderzoek toont aan dat deze dominante soorten een negatief effect hebben op de stevigheid van dijken. Delfland wil deze soorten daarom vroeg maaien, zodat ze zich niet kunnen verspreiden.
De pilot die deze maand start, moet kool- en raapzaad op termijn van de dijken verwijderen. Deze planten verspreiden zich snel en 'groeien als kool'. De stengels met de gele bloemen kunnen soms wel een meter hoog worden en groeien dicht op elkaar. Dat resulteert in een prachtige gele bloemenzee, maar ook in kwetsbare dijken.
Met het bestrijden van het groot hoefblad op dijken begon Delfland al in 2019. Ook deze plant heeft een sterke neiging tot woekeren. De grote bladeren houden veel licht tegen, waardoor andere planten niet kunnen groeien.
Waarom maaien we dominante soorten?
Doordat deze soorten veel licht tegenhouden en andere planten niet kunnen groeien, ontstaan er kale plekken op de dijk. Die maken een dijk minder bestand tegen droogte en erosie. De grond kan makkelijker worden weggespoeld door water en wind. Eventuele schade aan de dijk is daarnaast moeilijk te ontdekken door het dichte bladerendek.
Een gezonde, gevarieerde en dichte begroeiing houdt een dijk stevig. Dat heeft te maken met de verschillende wortels van planten. De variatie in diepte en breedte, houdt de dijk namelijk op z’n plek. Door dominante soorten op het juiste moment te maaien, krijgen andere planten de ruimte om te groeien. Dat is goed voor de biodiversiteit en dus ook voor de dijk.
Hoe maaien we?
Groot hoefblad verspreidt zich via wortels. Dat betekent dat je die plant moet uitputten en steeds voor de bloei moet maaien. Kool- en raapzaad verspreiden zich via de zaden. Die moeten we dus weghalen, voordat ze loslaten en zich verspreiden. Dat doen we met een maaimachine met een soort stofzuiger eraan. Door de zaden direct op te zuigen, voorkomen we de verspreiding.
De pilot voor het maaien van kool- en raapzaad duurt 3 jaar. Na die periode kijken we of de dijken weer een gezonde, dichte en diverse begroeiing hebben. Als deze methode niet heeft gewerkt, gaan we op zoek naar andere maatregelen.
Voorlopen in het voorjaar
In het voorjaar hebben we extra aandacht voor de natuur. Een ecoloog inspecteert het gebied, voordat het werk start. Dat noemen we voorlopen. De ecoloog markeert plekken waar nesten zitten. Binnen een straal van 5 meter om de markering mag niet worden gemaaid.