Olie in Bonaire: wat doet Rijkswaterstaat?
Op de kust van Bonaire spoelt olie aan. Deze olie komt mogelijk uit het schip dat 7 februari 2024 kapseisde bij Trinidad en Tobago. De stroming nam een gedeelte mee richting Bonaire.
Rijkswaterstaat houdt de situatie samen met (lokale) partners vanaf het begin nauwlettend in de gaten. Via satellietbeelden, driftmodellen, vliegtuig- en helikopterpatrouilles volgen ze waar de olie mogelijk terecht kan komen, om tijdig maatregelen te kunnen treffen. In dit artikel leest u hoe ze dat samen doen.
Ondanks dat Bonaire op zo’n 800 km afstand van Trinidad en Tobago ligt, kwamen het Bestrijdingsteam Caribisch Nederland, de Landelijke Coördinatiecommissie Milieuverontreiniging (LCM) en het Hydro Meteo Centrum (HMC) van Rijkswaterstaat direct in actie.
Naast de Noordzee en Waddenzee draagt Rijkswaterstaat ook zorg voor de zeewaterkwaliteit van Caribisch Nederland. Marco de Bruijn van het Bestrijdingsteam: ‘Wij zijn meteen gaan monitoren waar de olie heen ging en waar het mogelijk terecht kon komen. Met die informatie kunnen de lokale autoriteiten tijdig maatregelen treffen.’
Monitoren: hoe dat werkt
Dat monitoren doet Rijkswaterstaat niet alleen: de Havenmeester van Bonaire, Dutch Caribbean Coast Guard (Kustwacht) en het European Maritime Safety Agency (EMSA) zijn vaste samenwerkingspartners. De Bruijn: ‘Ik vroeg satellietbeelden aan bij EMSA, waarmee we verstoringen op het wateroppervlak kunnen volgen.
De LCM gebruikt deze satellietbeelden om zogenaamde ‘driftmodellen’ te maken. Aan de hand daarvan maken we verwachtingen van waar de olie terecht kan komen.’ Net als bij weersverwachtingen worden deze verwachtingen continu bijgesteld door het LCM, op basis van de laatste data, waaronder de nieuwste EMSA-satellietbeelden en (stromings)data die het HMC 24/7 verzameld.
3 verstoringen
De Bruijn: ‘Op de satellietbeelden zagen we 3 verstoringen op het wateroppervlak, die zijn we blijven volgen. Zo’n verstoring kán olie zijn, maar dit kan je niet zien vanaf een satellietbeeld. Je moet echt ter plekke gaan kijken.’
‘Wij delen alle informatie die wij verzamelen met de lokale autoriteiten. Toen de vlekken in de buurt van de wateren van Bonaire kwamen is het Kustwachtvliegtuig gaan inspecteren. Ook besloot de Havenmeester van Bonaire om uit voorzorg olieschermen te plaatsen bij Lac Bay, om bijzonder natuurgebied te beschermen.’
Tijdens hun inspectie op 23 februari 2024 zag het Kustwachtvliegtuig 2 vlekken met een dunne laag minerale olie. Deze vlekken passeerden Bonaire op zaterdag 24 februari aan de noordkant richting het noordwesten, waarna ze leken te verdampen. Later die dag voerde de Kustwacht nogmaals een inspectie uit per helikopter.
Oostelijk van Bonaire en op de kust werd toen geen olie waargenomen. Ook op de satellietbeelden waren geen verstoringen meer zichtbaar rondom en richting Bonaire. Het leek er op dat Bonaire niet geraakt zou worden door olie.
Toch olie
Helaas spoelden op maandagochtend 26 februari 2024 toch olieresten en teerballetjes aan bij Sorobon (Lac Bay) en de oostkust van Bonaire. De Bruijn: ‘Zondag op maandagnacht zagen we een kleine verstoring op de nieuwste satellietbeelden, maar die was toen al heel dicht bij de kust. Maandagochtend spoelde de olie al aan.’
‘De Havenmeester van Bonaire en Kustwacht zijn meteen in actie gekomen, maar helemaal voorkomen dat er olie aanspoelt op de stranden is nooit mogelijk. De kwetsbare natuurgebieden waren gelukkig uit voorzorg afgeschermd.’
Het vermoeden is dat de olieresten zich tot dan toe onder water hebben bevonden, waardoor er eerder niets op satellietbeelden te zien was. De Bruijn: ‘Maandagochtend lijkt laat, maar vaker satellietbeelden maken kan helaas niet. Een satelliet kan alleen beelden maken als die op de juiste plek voorbijkomt.’
‘Dat is maximaal 1 keer per dag. Bovendien kun je er ook niet alles op zien. Je moet altijd ter plaatse checken wat je ziet, maar de Kustwacht kon eerder ook niets zien.’
Olie bestrijden
De rol van Rijkswaterstaat is om te ondersteunen met informatie, kennis en materieel. Zo zorgen ze ervoor dat Bonaire voldoende oliebestrijdingsmateriaal heeft. Ook organiseren ze periodiek oliebestrijdingsoefeningen met de lokale autoriteiten. De laatste oefeningen waren in november 2023 en januari van 2024.
De Bruijn: ‘Het materiaal staat altijd klaar op de eilanden en is nu ook tijdig ingezet door de lokale autoriteiten. We sturen ter ondersteuning een oliebestrijdingsexpert, maar uiteindelijk zijn de lokale autoriteiten verantwoordelijk voor de bestrijding. En die weten wat ze doen.’
Zo is het vanwege de lengte niet mogelijk om de gehele kustlijn af te schermen. Daarom is ervoor gekozen om de kwetsbare natuurgebieden af te schermen. De olieresten spoelen nu aan op de stranden, waar het minder schade kan aanrichten.
Natuurbeheersorganisatie STINAPA (Stichting Natuur Parken) en andere hulpverleners zijn bezig met het opruimen van de olie. De Bruijn: ‘Iedereen heeft zijn eigen rol en pakt die op. Wij blijven natuurlijk monitoren. Zo proberen we samen de schade te beperken.’
Bron: Rijkswaterstaat