Rol en samenstelling van de werkgroep ‘Aanpak opkomende stoffen'
Waterbeheerders stuiten in het oppervlakte- en grondwater steeds vaker op nieuwe en (relatief) onbekende stoffen die nog geen normering hebben gekregen. Ook zijn er stoffen waarvan uit nieuwe informatie blijkt dat deze stof toch schadelijk kan zijn voor mens en milieu. Deze stoffen noemen we 'opkomende stoffen'. De werkgroep ‘Aanpak opkomende stoffen’ werkt sinds 2015 aan deze opkomende stoffen. In de folder Emissiebeleid voor stoffen naar water en lucht (pdf, 612 kB) staat meer informatie over opkomende stoffen.
Rol en samenstelling van de werkgroep
In de werkgroep ‘Aanpak opkomende stoffen’ zitten behalve het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ook experts van waterschappen, provincies, Rijkswaterstaat, RIVM en drinkwaterbedrijven aan tafel.
De werkgroep ontwikkelt een strategische aanpak voor opkomende stoffen. In deze aanpak komt kennis uit de praktijk en de wetenschap samen. Zo ontstaat meer inzicht in de risico’s van opkomende stoffen en wordt het beter mogelijk iets aan deze stoffen te doen.
De werkgroep valt onder de verantwoordelijkheid van het Bestuurlijk Overleg Water (voorheen Stuurgroep Water) en rapporteert over haar resultaten aan het cluster Monitoring Rapportage en Evaluatie (Cluster MRE).
Werkwijze om opkomende stoffen te traceren
De experts van de werkgroep verzamelen de kennis die nodig is om een stof of stofgroep aan te pakken. Ze verzamelen eerst kennis over voorkomen van stoffen en stofgroepen. Als deze stoffen ook schadelijk zijn dan onderzoekt zij mogelijke bronnen.
Deze informatie is nodig om richtinggevend advies te geven over verder onderzoek of mogelijke maatregelen die risico’s van deze stoffen verminderen. Waterbeheerders en drinkwaterbedrijven zetten dit advies om in concrete acties om het water schoon te houden.
Het werk aan opkomende stoffen is nooit af. Er zullen altijd nieuwe opkomende stoffen gevonden worden, waarvan de schadelijkheid nog niet bekend is. Daarom volgt de werkgroep een cyclisch proces waarbij keer op keer bekeken wordt welke van belang zijnde informatie nog mist en hoe deze het best ingevuld kan worden.
Hoe de werkgroep bepaalt welk onderzoek wordt uitgevoerd, wordt beschreven in het rapport ‘prioritering van stoffen en stofgroepen’.