Gemeentelijke zorgtaak inzameling stedelijk afvalwater
De gemeente heeft een zorgtaak om stedelijk afvalwater van binnen de bebouwde kom in te zamelen. Dit staat in artikel 2.16 lid 1 onder a onder 3 van de Omgevingswet. Deze zorgtaak kunnen ze voor huishoudelijk afvalwater invullen door het aanleggen van rioleringsstelsels. Afvoer van huishoudelijk afvalwater gebeurt dan door een vuilwaterriool. Een gemeente kan een gemeentelijk rioleringsprogramma vaststellen om invulling te geven aan de gemeentelijke watertaken (artikel 3.14 Omgevingswet).
Het rioleringsbeheer is gebaseerd op het totaal aan water dat vrijkomt en de rol van de riolering in de afvoer van dit totaal. Ook het aansluiten van huishoudelijke lozingen op de gemeentelijke riolering of een Individuele Behandeling van Afvalwater (IBA behoort tot de activiteiten.
De zorgtaak van de gemeente vloeit voort uit de (Europese) Richtlijn stedelijk afvalwater. Dit is opgenomen in de Omgevingswet: in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) staat dat de gemeente zorg draagt voor aanleg, beheer en onderhoud van een openbaar vuilwaterriool (artikel 3.16 Bkl).
Vuilwaterriool voor huishoudelijk afvalwater
De gemeente hoeft het lozen van bedrijfsafvalwater en vloeibare afvalstoffen op het openbaar vuilwaterriool niet toe te staan. In tegenstelling tot huishoudelijk afvalwater. Sanitair afvalwater is altijd huishoudelijk afvalwater en wordt daarom niet aangemerkt als bedrijfsafvalwater.
De gemeente is verantwoordelijk voor aanleg en beheer van vuilwaterriolen binnen de bebouwde kom. En ook voor het transport van het afvalwater naar een zuiveringtechnisch werk, bijvoorbeeld een rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi).
Eigenlijk geldt ook buiten de bebouwde kom (het buitengebied) de gemeentelijke taak voor de inzameling van huishoudelijk afvalwater. Soms is er sprake is van locaties waarbij huishoudelijk afvalwater vrij kan komen met minder dan 2000 inwonerequivalenten. Als de aanleg van een vuilwaterriool dan niet doelmatig is, dan hoeft de gemeente deze taak niet in te vullen. Bij het beoordelen van doelmatigheid spelen milieubelangen ook een rol.
IBA in plaats van riool
In plaats van riolering kan een gemeente of een waterschap ook besluiten om een IBA, een Individuele Behandeling van Afvalwater, te (laten) installeren. Voorwaarde is wel dat het milieu net zo goed wordt beschermd als bij lozing in een vuilwaterriool.
De voorwaarden voor deze voorzieningen horen weer wel in het omgevingsplan of waterschapsverordening te staan. Hierin staat ook wie de IBA in beheer heeft: de gemeente of de perceeleigenaar. Gemeenten en waterbeheerder doen dit in onderlinge afstemming en zo nodig in overleg met provincie.
Eisen IBA in beheer bij de gemeente
Deze IBA's hoeven door de gemeentelijke zorgplicht niet aan NEN-EN 12566-1 te voldoen. De voorwaarden voor deze IBA's staan in de Omgevingswet, in artikel 2.16, lid 3. De aanleg, het beheer en het onderhoud van gemeentelijke IBA's betaalt de gemeente uit de opbrengst van de gemeentelijke rioolheffing.
In die gevallen wordt de lozer gezien als iemand die is aangesloten op de riolering. Ook financieel gezien. Dit blijkt uit artikel 228a van de Gemeentewet.
Eisen IBA in beheer bij een particulier of bedrijf
Als er geen aansluiting mogelijk is op een vuilwaterriool en als de gemeente de zorgplicht niet anders invult, dan hebben inwoner en bedrijf een eigen verantwoordelijkheid als lozer van (huishoudelijk) afvalwater.
Bedrijven of particulieren mogen géén ongezuiverd (huishoudelijk) afvalwater lozen. Ze zijn in deze gevallen dan zelf verantwoordelijk voor een zuiveringsvoorziening. En dus voor aankoop, installatie en onderhoud van een IBA, die aan de wettelijke eisen voldoet.
Binnen de bebouwde kom is het ook mogelijk dat een particulier gebruik maakt van een IBA. De gemeente mag deze verantwoordelijkheid wél van deze lozers overnemen.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.