Specifieke zorgplicht voor beperkingengebiedactiviteit in een waterstaatswerk in het Bal
Voor een beperkingengebiedactiviteit in een waterstaatswerk die in het beheer is van het Rijk geldt een specifieke zorgplicht. De specifieke zorgplicht houdt in dat handelingen niet schadelijk mogen zijn voor de leefomgeving.
Specifieke zorgplicht
Voor een beperkingengebiedactiviteit in een waterstaatswerk die in het beheer is van het Rijk geldt een specifieke zorgplicht. Deze staat in artikel 6.6 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Voor een activiteit in de Noordzee staat dit in artikel 7.6 van het Bal. De specifieke zorgplicht houdt in dat handelingen niet schadelijk mogen zijn voor de leefomgeving. Hierin zijn drie dingen belangrijk:
Voorkomen waterstijging
Bij 'beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een waterstaatswerk' houdt de zorgplicht in ieder geval in dat:
- belemmeringen voor de afvoercapaciteit moeten worden voorkomen en
- gezorgd moet worden voor een zo gering mogelijke waterstandsverhoging of -afname van het bergend vermogen als gevolg van het gebruik. Als waterstandsverhoging onvermijdelijk is, moet de veroorzaker deze compenseren. Dit kan door bijvoorbeeld gedeeltelijke afgraving van het maaiveld in de buurt van de locatie waar de activiteit plaatsvindt. Niet alle activiteiten in het stroomvoerend deel van het rivierbed leiden overigens tot een verhoging van de waterstand. Het afdekken van een archeologische vondst in het rivierbed, zoals een scheepswrak, leidt bijvoorbeeld meestal niet tot een waterstandsverhoging van enige omvang.
- degene die de activiteit verricht ervoor zorgt dat nadelige gevolgen voor de ecologische toestand van oppervlaktewaterlichamen zo veel mogelijk worden voorkomen. Dit moet ook in het licht van de Kaderrichtlijn Water. Denk bijvoorbeeld aan het zo veel mogelijk behouden van waardevolle planten en ondiepe zones als paaiplaats voor vis.
Bescherming van het werk
Zorgplicht voor beperkingengebiedactiviteiten houdt ook in dat bij de uitvoering van activiteiten gezorgd moet worden dat
- het waterstaatswerk zelf zo min mogelijk beschadigt.
- de stabiliteit van oeverconstructies steeds is gegarandeerd.
- na afloop van de activiteit het waterstaatwerk weer zo veel mogelijk in de oorspronkelijke staat wordt gebracht. Ook bij bijvoorbeeld bij het verwijderen van tijdelijke bouwwerken aan het einde van het zomerseizoen.
- de waterbeheerder tijdens de activiteit het waterstaatswerk kan inspecteren en eventueel kan onderhouden.
- materiaal en materieel tijdig worden verwijderd als hoog water dreigt. Niet alleen vanwege het gevaar dat voorwerpen op drift kunnen raken, maar ook ter bescherming van de waterkwaliteit.
Vrije doorvaart van schepen
De specifieke zorgplicht voor waterstaatswerken die als vaarweg dienen is verder uitgewerkt in het derde lid van artikel 6.6 (Bal). Of een waterstaatswerk die functie heeft, blijkt uit het nationale waterprogramma.
In de beperkingengebieden met betrekking tot die waterstaatswerken:
- mogen bouwwerken, andere werken en objecten niet zo worden gebouwd of geplaatst dat hierdoor hinder kan ontstaan voor de scheepvaart.
- moet de vrije doorvaart van schepen zijn gewaarborgd zijn. Zowel in de breedte en diepte van de vaargeul, als in de hoogte boven de vaargeul.
- mogen er geen werken uit de damwand langs vaarwegen steken. Dit omdat die gevaarlijk zijn voor aanmerende of langsvarende schepen. Bouwwerken, andere werken en objecten mogen het zicht vanaf het schip of de werking van navigatieapparatuur ook niet verstoren.
De onder 'Vrije doorvaart van schepen' opgenoemde onderdelen zijn vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet opgenomen als algemene regel in de Waterregeling. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn ze opgenomen in de zorgplicht. Dit vanwege hun generieke werking.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.