Baggertechnieken
Er zijn veel verschillende baggertechnieken beschikbaar. De inzet van baggertechnieken is afhankelijk van een aantal factoren.
Factoren bij keuze baggertechniek
- De omvang van het baggerwerk
- De locatie van het baggerwerk
- De chemische kwaliteit van het te baggeren materiaal
- De fysische samenstelling van het materiaal (zand/slib/klei; aanwezigheid grof vuil)
Vaak zijn meerdere of een combinatie van baggertechnieken geschikt voor een bepaald baggerwerk. Bij bestekken worden uitsluitend randvoorwaarden gegeven, waaraan de techniek moet voldoen. Er wordt dus niet 1 bepaalde baggertechniek voorgeschreven.
Omvang van het werk
Met name bij aanleg van nieuwe werken, zandwinning en onderhoud van vaarwegen worden grote hoeveelheden waterbodem gebaggerd. De meest toegepaste baggertechnieken bij deze vormen van baggeren zijn de hydraulische kraan, emmerbaggermolen en diverse zuigertechnieken.
Bij baggeren van materiaal > Interventiewaarde is de keuze van het baggermaterieel afhankelijk van eventuele effecten op de waterkwaliteit (zie onderdeel chemische kwaliteit). Ook de laagdikte en de variatie bepalen welke baggertechnieken geschikt zijn om in te zetten.
Locatie van het werk
De keuze voor een baggertechniek is afhankelijk van de bereikbaarheid, waterdiepte, stroomsnelheid en afmetingen van de watergang die moet worden gebaggerd. In de Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit (deel G: baggeren en baggertechnieken) is hierover meer informatie te vinden.
Chemische kwaliteit te baggeren materiaal
Bij baggeren in den natte ontstaan vertroebeling en vindt mors plaats. Bij baggeren van materiaal met een kwaliteit > Interventiewaarde kunnen vertroebeling en mors effecten hebben op de waterkwaliteit. Dit stelt ook eisen aan de baggertechnieken die wordt ingezet. Meer informatie over lozingen bij baggerwerkzaamheden vindt u op de pagina Ingrepen in de waterbodem.
Fysische samenstelling te baggeren materiaal
De inzet van een baggertechniek wordt ook bepaald door de fysische samenstelling van het te baggeren materiaal. Bij het baggeren van slap slib moeten andere technieken worden ingezet dan bij baggeren van zand of klei. In de Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit (deel G. baggeren en baggertechnieken) is hierover meer informatie te vinden. Een andere factor die bepaald welke baggertechnieken kunnen worden ingezet is de aanwezigheid van grof vuil. In de Handreiking onderzoek bodemvreemde materialen in waterbodems (pdf, 309 kB) kunt u hierover meer informatie vinden.