Kennisagenda Waterveiligheid 2018
Directoraat Generaal Water en Bodem (DGWB) heeft als verantwoordelijkheid om actueel, degelijk, effectief en uitvoerbaar waterveiligheidsbeleid te maken. Dit kan alleen gerealiseerd worden als er continu geïnvesteerd wordt in kennis over het waterveiligheidsdomein.
De stap naar de overstromingskansbenadering is gezet. En de eerste versie van het wettelijk beoordelingsinstrumentarium is af. Nu is het belangrijk om de ontwikkelingen door te zetten om het nieuwe beleid goed toe te kunnen passen en uit te voeren.
Daarnaast is de minister ook totaalverantwoordelijk voor het waterveiligheidsbeleid. Dit betekent dat niet alleen het beleid en de regelgeving bij het ministerie ligt. De minister wordt ook op systeemkennis en aangrenzende beleidsterreinen aangesproken. Vanuit deze verantwoordelijkheden investeert DGWB in kennis over het waterveiligheidsdomein.
Wat is de kennisagenda?
De kennisagenda presenteert de thema’s, criteria en bijbehorende onderwerpen waar DGWB de komende jaren op wil inzetten. De thema’s en criteria zijn vanuit verantwoordelijkheden en visie afgeleid. Ze bepalen op hun beurt weer welke onderzoeken er op de kennisagenda komen te staan.
De criteria per thema bepalen of een onderzoek voldoet aan de doelen en verantwoordelijkheden die DGWB nastreeft. Na vaststelling en overeenstemming gaat DGWB verder werken aan de daadwerkelijke invulling en uitvoering. Dit gebeurt samen met de partners.
Er wordt in een volgende stap onder andere bepaald welke vragen al lopen in bestaande (wetenschappelijke) onderzoeken. Ook wordt bepaald hoe DGWB omgaat met een eventuele overlap van onderwerpen tussen de DGWB-kennisagenda en bijvoorbeeld onderzoeken die bij het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) lopen.
Dit proces is onderdeel om een nationale kennisagenda waterveiligheid te maken. Hierin worden de kennisagenda’s waterveiligheid van Directoraat Generaal Water en Bodem (DGWB), Rijkswaterstaat, HWBP en Stichting toegepast onderzoek waterbeheer (STOWA)/UvW samengevoegd.
DGWB maakt onderscheid tussen kennisontwikkeling en instrumentontwikkeling. Die laatste maakt in principe geen onderdeel uit van de kennisagenda. Maar dit is niet altijd een harde scheidslijn. Er wordt daarom bij twijfel pragmatisch mee omgegaan.
Prioriteit
De onderwerpen en voorstellen worden per thema met elkaar vergeleken. Ze worden ingedeeld naar prioriteit: hoog, laag of onbekend. Die wordt bepaald aan de hand van de criteria.
Vanzelfsprekend worden de voorstellen met hoge prioriteit sneller opgepakt dan die met lage prioriteit. Voorstellen waarvan de prioriteit onbekend is, moeten verder uitgewerkt worden.
Voor ieder thema is er budget aanwezig. Voor het thema ‘techniek’ wordt het meeste budget beschikbaar gesteld. De verwachting is namelijk dat deze onderzoeken nog veel kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van de uitvoering van het nieuwe beleid.
De verwachting is dat een verscherpte beoordeling mogelijk de waterveiligheidsopgave voor 2050 verkleint. Het voorstel voor het thema ‘systeem’ is om door te gaan met de huidige programma’s. Waarbij we steeds scherp zijn op de vraag wat een onderzoek voor het waterveiligheidsbeleid betekent. Bij het nieuwe thema ‘leefomgeving’ wordt onderzocht op welke manier waterveiligheid kan bijdragen aan aangrenzende beleidsdossiers, zoals wateroverlast.
Van kennisagenda naar kennisprogrammering
De onderwerpen op de kennisagenda worden met het beschikbare budget en manier van sturing, omgezet naar een kennisprogrammering. Op deze programmering staan de onderzoeken die daadwerkelijk worden uitgevoerd met het begrote budget. Ook de voortgang van de onderzoeken wordt bijgehouden. De kennisagenda wordt 1 keer per jaar geactualiseerd. De kennisprogrammering wordt continu bijgehouden.