Minimalisatieplicht Zeer Zorgwekkende Stoffen in het Bal
De minimalisatieplicht voor Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) volgt uit de specifieke zorgplicht in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). De specifieke zorgplicht geldt voor meldingsplichtige en vergunningplichtige activiteiten.
Minimalisatieplicht in specifieke zorgplicht
De specifieke zorgplicht voor milieubelastende activiteiten staat in artikel 2.11 van het Bal. Lid 1 geeft aan dat iedereen die een milieubelastende activiteit uitvoert die het milieu kan schaden (bijvoorbeeld een bedrijf) alle maatregelen moet nemen om nadelige gevolgen te voorkomen. Als dat niet mogelijk is, dan moet het bedrijf de nadelige gevolgen zoveel mogelijk beperken of ongedaan maken. Deze specifieke zorgplicht geldt voor alle stoffen, dus ook voor Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS). Het kan daarbij gaan om emissies van ZZS, maar ook om ZZS in afval en producten of om gebruik van bestrijdingsmiddelen.
Lid 2 en lid 3 van artikel 2.11 geven een verdere invulling van het zoveel mogelijk voorkomen, beperken of ongedaan maken van de nadelige gevolgen. Zo moet een bedrijf in ieder geval de beste beschikbare technieken toepassen. Maar daarnaast moet het bedrijf ook:
- alle passende preventieve maatregelen nemen tegen milieuverontreiniging
- alle passende preventieve maatregelen nemen ter bescherming van de gezondheid
- geen significante verontreiniging veroorzaken
De afweging welke maatregelen passend zijn voor een bedrijf is dus breder dan het kijken naar de beste beschikbare techniek. Zo kan ook bijvoorbeeld de immissie van een stof, depositie of cumulatie een rol spelen in deze afweging. Dit kunnen dus aanvullende maatregelen zijn op de maatregelen die worden genomen als beste beschikbare technieken. Het bedrijf neemt deze maatregelen op basis van de specifieke zorgplicht. Het bevoegd gezag kan daarnaast dit soort maatregelen in maatwerk vastleggen op basis van de specifieke zorgplicht.
Voortzetting van minimalisatieverplichting uit oude regelgeving
De minimalisatieplicht in de specifieke zorgplicht van het Bal is een voortzetting van de minimalisatieverplichting voor ZZS emissies uit regelgeving van voor 2024. Voor luchtemissies stond de minimalisatieplicht voor ZZS in artikel 2.4 lid 2 van het Activiteitenbesluit. Ook voor emissies naar water bestond er voor 2024 al een minimalisatieplicht voor ZZS. Deze volgde uit de Algemene Beoordelingsmethodiek 2016 (ABM2016).
Voorkomen heeft de voorkeur
In de specifieke zorgplicht zit een voorkeursvolgorde. De voorkeur gaat uit naar het voorkomen van nadelige gevolgen voor de leefomgeving of de gezondheid. Dit kan door het vervangen van de ZZS door een stof die niet of veel minder gevaarlijk is. Ook kunnen ZZS-emissies worden voorkomen door het stoppen, wijzigen of optimaliseren van het productieproces. Voorbeelden zijn terugwinnen en hergebruiken van de ZZS in het proces, of het voorkomen dat de ZZS in contact komt met bijvoorbeeld het lozen van proceswater.
Zolang het nog niet mogelijk is om ZZS-emissies helemaal te voorkomen, moet het bedrijf de emissie van ZZS zoveel mogelijk beperken door het toepassen van nageschakelde technieken.
Zijn er al nadelige gevolgen ontstaan als gevolg van ZZS-emissies, dan moet de veroorzaker deze gevolgen zoveel mogelijk ongedaan maken. Bijvoorbeeld het saneren van de bodem als de bodem verontreinigd is.
Een blijvende verplichting
De zorgplicht is een blijvende verplichting om nadelige gevolgen voor mens en milieu te voorkomen. Via vergunningen, milieukwaliteitsnormen en andere specifieke vereisten wordt voor specifieke situaties en bedrijven bepaald wat het startpunt is voor de verplichting om die gevolgen te voorkomen.
Nadelige gevolgen
Bij de nadelige gevolgen in de specifieke zorgplicht gaat het om nadelige gevolgen voor het bereiken van de doelen genoemd in artikel 2.2 van het Bal. Deze doelen zijn onder andere het beschermen van de gezondheid en het beschermen van het milieu. Bij lucht, bodem en de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen gaat het niet alleen om het beschermen, maar ook om het verbeteren van de kwaliteit.
Minimalisatieplicht ZZS in hoofdstuk 6 tot en met 17 van het Bal
De specifieke zorgplicht staat ook in andere hoofdstukken van het Bal. Voorbeelden zijn:
- activiteiten in of bij waterstaatswerken in beheer bij het Rijk: artikel 6.6
- activiteiten op de Noordzee: artikel 7.6
- afval van schepen in binnenwateren: artikel 17.6
Daarin staat een vergelijkbare tekst als in artikel 2.11 van het Bal. Daarom geldt de minimalisatieplicht voor ZZS ook voor deze activiteiten.