Uitleg werkwijze immissietoets
Voor het kunnen uitvoeren van de immissietoets is informatie nodig. De initiatiefnemer is verplicht de benodigde gegevens voor deze toets aan te leveren en de toets uit te voeren. Het bevoegd gezag moet die gegevens beoordelen voordat bijvoorbeeld een vergunning wordt verleend.
Uit de immissietoets volgt of voor een directe of indirecte lozing in het oppervlaktewater nog verdergaande maatregelen nodig zijn. Dit zijn maatregelen die verder gaan dan de maatregelen uit de eerste 2 toetsstappen (bronaanpak en minimalisatie). Die stappen vloeien voort uit de Algemene BeoordelingsMethodiek (hierna: ABM). Of dit nodig is, blijkt uit de toets op basis van:
- De kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater waarop de initiatiefnemer loost.
- Emissiegrenswaarden die op dat stuk oppervlaktewater gelden.
Uit deze immissietoets kan volgen dat het nodig is technieken toe te passen die meer bescherming bieden dan in eerste instantie volgde uit de ABM. In dit geval beoordeelt het bevoegd gezag eerst opnieuw de inspanningen bij bronaanpak. En pas daarna beoordeelt het bevoegd gezag de inspanningen bij minimalisatieaanpak. Tot slot wordt de immissietoets opnieuw uitgevoerd.
Emissie en immissie zijn complementaire begrippen:
- Emissie is de uitstoot of uitworp van stoffen. Het gaat om een installatie (bijvoorbeeld een lozingspijp) of milieucompartiment (bijvoorbeeld de waterbodem), waaruit een stof vrijkomt.
- Immissie is het binnendringen door een stof in bodem, water of lucht. Het gaat om het ontvangende compartiment (bijvoorbeeld het oppervlaktewater of riool). Dus de plek waar de geloosde stof in terechtkomt.
Handboek Immissietoets
De ruimte tussen de actuele waterkwaliteit en de waterkwaliteitsnorm is de immissieruimte. Het Handboek Immissietoets toetst aan deze immissieruimte. Dit is de immissietoets. Het Handboek Immissietoets is ontwikkeld voor de uitvoering van het brongerichte emissiebeleid. Ook staat hier een uitleg hoe een initiatiefnemer deze immissietoets moet gebruiken.
Immissietoets toepassen
Toepassing van de immissietoets geeft onder meer invulling aan de doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Het gaat vooral om het beschermen en verbeteren van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen. De immissietoets kan gebruikt worden voor:
- zoet water (zonder getij)
- estuaria en getijrivieren met een restdebiet
- doodlopende kanaalpanden en havens (zonder restdebiet)
- brede estuaria, zeearmen en gebieden met duidelijk aanwijsbare getijgeulen
- de kust van de open zee
- de open zee
De immissietoets past de initiatiefnemer en het bevoegd gezag toe bij:
- directe puntlozingen op oppervlaktewater
- indirecte puntlozingen op oppervlaktewater
- het storten van baggerspecie in (half)open winputten
- ingrepen in de waterbodem die gekwalificeerd zijn als een lozing
De effecten van deze handelingen beoordeelt men benedenstrooms van het oppervlaktewaterlichaam. Dit met uitzondering van temperatuureffecten. De initiatiefnemer voert de toets uit.
De beoordeling door het bevoegd gezag
Het bevoegd gezag beoordeelt of deze (punt)lozing in lijn is met de maximaal toelaatbare belasting op het oppervlaktewaterlichaam (de immissieruimte). Dit bepaalt men op basis van:
- de geloosde stoffen
- de hoeveelheden geloosde stoffen
- de huidige kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater en de daarin geldende normen
De effecten van de geloosde stoffen beoordeelt men buiten de directe nabijheid van de lozing. Een realistisch beeld is namelijk niet mogelijk in de directe zone waarin de geloosde stoffen mengen met het ontvangende water. Daarom gebeurt de beoordeling benedenstrooms van de lozing. Toetsing aan de normen vindt plaats op de rand van deze mengzone. Binnen de mengzone mogen de milieukwaliteitseisen worden overschreden, daarbuiten niet.
Voor de toepassing van de immissietoets is niet belangrijk of een lozing plaatsvindt in KRW-oppervlaktewaterlichamen. Het Handboek Immissietoets geldt voor de beoordeling van de toelaatbaarheid van lozingen op alle oppervlaktewateren. De bescherming van de speciale functies als drinkwater- of zwemwatervoorziening neemt men ook mee bij de beoordeling van lozingen. Toepassen van de immissietoets verzekert dat er geen achteruitgang in de zin van de KRW plaatsvindt.
Wanneer de Immissietoets gebruiken?
De immissietoets wordt gebruikt bij:
- (de beoordeling van) vergunningaanvragen voor vergunningplichtige lozingen
- (de beoordeling van) een verzoek om verruimend maatwerk bij lozingen die onder algemene regels vallen
- de ambtshalve beoordeling of bij algemeen geregelde lozingen verscherpend maatwerk nodig is. Of dat handhaving op basis van de zorgplicht nodig is.
Aanvullingen in het Handboek Immissietoets per 1 juli 2020
Sinds 1 juli 2020 is het Handboek Immissietoets aangevuld. Eén van de aanvullingen is de actieve informatieplicht voor de initiatiefnemer. De initiatiefnemer moet in de fase van het vooroverleg het relevante drinkwaterbedrijf informeren over de voorgenomen lozing.
Dit moet wanneer uit de immissietoets blijkt dat de voorgenomen lozing negatieve effecten op een waterwinlocatie kan hebben. Dit is het geval bij overschrijding van de normen voor waterwinlocaties of de signaleringsparameter. Initiatiefnemer informeert het relevante drinkwaterbedrijf over alle te lozen stoffen en de ABM-classificaties.
De informatieplicht geldt ter uitvoering van de motie Van Eijs/Kröger. Meer informatie leest u in paragraaf 4.3.2 van het Handboek Immissietoets (pdf, 2.9 MB).
Daarnaast gaat het om de volgende aanvullingen:
- Integratie van de Handreiking Beoordeling lozingen gericht om drinkwaterbronnen te beschermen: de beoordeling voor opkomende stoffen bij waterwinlocaties waarvoor nog geen norm beschikbaar is met een extra toets waterwinlocaties.
- Verduidelijking dat de initiatiefnemer de immissietoets ook uitvoert op nutriënten en het zoutgehalte.
- Uitleg over toetsing aan de norm voor zuurgraad (pH).
- Omgaan met complexe normen (voorlopig alleen melamine).
- Aanpassingen voor de Omgevingswet, zodat het Handboek ook onder de Omgevingswet gebruikt kan worden als onderdeel van het beoordelingskader voor lozingsactiviteiten.
Bijzondere lozingen
Voor ingrepen in de waterbodem die mogelijk leiden tot negatieve beïnvloeding van de waterkwaliteit, heeft men bij de immissietoets een tool ontwikkeld: de waterbodemimmissietoets. Deze bestaat uit een aparte handreiking en bijbehorende Excelapplicatie.
De waterbodemimmissietoets is om de consequenties van ingrepen in de waterbodem op gestandaardiseerde wijze te vertalen. Het gaat daarbij om mogelijke effecten op het behalen van de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water. De emissies van stoffen uit de waterbodem toetst men aan het KRW-principe van geen achteruitgang.
Let op
In deze toetsing gaat het om het effect van stoffen op de waterkwaliteit. Niet om de gevolgen voor bijvoorbeeld de ecologie door een andere inrichting van het watersysteem. Voor het aanpassen van de vorm en inrichting van rijkswateren geldt een ander toetssysteem. Namelijk het Toetsingskader waterkwaliteit uit het Nationaal Water Programma (NWP).
Lees meer over vermijdings- en reductieprogramma ZZS