Verplichte programma's (meestal volgend uit Europese regelgeving)
Verplichte programma's zijn meestal een voortzetting van de al bestaande plannen en programma's die volgen uit Europese regelgeving.
Voorbeelden
Het gaat onder meer om de Richtlijn omgevingslawaai, de Kaderrichtlijn Water, de Europese Richtlijn Overstromingsrisico's en de Richtlijn luchtkwaliteit. De artikelen 3.6 tot en met 3.9 van de Omgevingswet verplichten gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk om voor deze domeinen programma's vast te stellen.
Afstemming versterken
Het verplichte programma volgend uit Europese regelgeving biedt kansen om zowel de verticale als horizontale afstemming tussen bevoegde gezagen te versterken. Denk bijvoorbeeld aan overleg tussen waterbeheerders (Rijk of waterschap) en gemeenten.
Tabel met verplichte programma's per overheidslaag
In een tabel staan de verplichte programma's volgend uit Europese regelgeving per overheidslaag op een rij.
Overheidslaag | Omschrijving | Artikel in Omgevingswet |
---|---|---|
Rijk | Stroomgebiedbeheerplannen | Artikel 3.9 |
Rijk | Overstromingsrisicobeheerplannen | Artikel 3.9 |
Rijk |
Programma mariene strategie |
Artikel 3.9 |
Rijk | Artikel 3.9 | |
Rijk | Maritiem ruimtelijk plan | Artikel 3.9 |
Rijk | Beheerplan Natura 2000 | Artikel 3.9 |
Rijk | Actieplan geluid | Artikel 3.9 |
Rijk | Programma voor emissiereductie NEC-stoffen | Artikel 3.9 |
Provincie | Regionaal waterprogramma | Artikel 3.8 |
Provincie | Beheerplan Natura 2000 | Artikel 3.8 |
Provincie | Actieplan geluid | Artikel 3.8 |
Gemeente | Actieplan geluid | Artikel 3.6 |
Waterschap | Waterbeheerprogramma | Artikel 3.7 |
Overgangsrecht
Overgangsrecht regelt dat verplichte programma's op grond van het oude recht blijven gelden onder de Omgevingswet. Het Europese recht bepaalt de datum waarop vernieuwing nodig is.
Wetgeving in voorbereiding
Er is wetgeving in voorbereiding die programma's toevoegt aan de Omgevingswet.
Verplicht gemeentelijk warmteprogramma
In de toekomst wordt met de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie geregeld dat gemeenten verplicht een warmteprogramma vaststellen. Dit warmteprogramma is de verankering van de transitievisie warmte in de Omgevingswet. In het warmteprogramma nemen gemeenten de plannen voor de verduurzaming van wijken op.
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) gaat diverse inhoudelijke eisen aan het warmteprogramma stellen. Ook komen er instructieregels over de inhoud van de met het warmteprogramma samenhangende regels in het omgevingsplan. Bijvoorbeeld over de zogenoemde aanwijsbevoegdheid. De aanwijsbevoegdheid houdt in dat een gemeente binnen haar grondgebied bepaalde wijken kan aanwijzen die overgaan op een duurzame energievoorziening ter vervanging van het aardgas. Voor die wijken bepaalt de gemeente in het omgevingsplan dat er op een bepaald moment niet langer gebruik mag worden gemaakt van aardgas en dat op dat moment het transport van aardgas (door de netbeheerder) wordt beëindigd. In plaats daarvan komt in die aangewezen wijk een alternatieve energie-infrastructuur met duurzame energie beschikbaar.
De Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie is op 19 juli 2022 voor advies naar de Raad van State gezonden. Zie Documenten bij Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie | Overheid.nl | Wetgevingskalender
Het Besluit gemeentelijke instrumenten warmtetransitie is in 2022 in consultatie geweest. Zie Overheid.nl | Consultatie Besluit gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (internetconsultatie.nl)
Inwerkingtreding van de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie en het Besluit gemeentelijke instrumenten warmtetransitie is voorzien op 1 januari 2024.
Verplicht volkshuisvestingsprogramma
Op dit moment is een Wet versterking regie volkshuisvesting in voorbereiding. Voor de consultatieversie zie Overheid.nl | Consultatie Wet versterking regie volkshuisvesting (internetconsultatie.nl). Deze wet zorgt ervoor dat overheden het juiste gereedschap hebben om nu en in de toekomst te sturen op hoeveel, waar en voor wie we bouwen.
Om de landelijke bouwopgave te realiseren, wordt aan de Omgevingswet een verplicht volkshuisvestingsprogramma toegevoegd. In dit programma maken Rijk, provincies en gemeenten hun beleid voor woningbouw en locaties concreet en werken ze samen, als één overheid, aan dezelfde doelen. Rijk en de provincies kunnen gemeenten juridisch sturen via instructies, bijvoorbeeld om een knoop door te hakken over een nieuwbouwlocatie.