Overgangsrecht Activiteitenbesluit milieubeheer
Voor het Activiteitenbesluit milieubeheer (Activiteitenbesluit) geldt overgangsrecht voor de instrumenten: melding, kennisgeving, ontheffing, verstrekken van gegevens, maatwerkvoorschrift en uitzondering of voorwaarde. Ook geldt overgangsrecht voor specifieke regels voor activiteiten.
Melding
Dit overgangsrecht geldt voor een melding:
- van het oprichten van een inrichting (artikel 1.10, lid 1, Activiteitenbesluit)
- van het lozen van afvalwater afkomstig van agrarische activiteiten buiten een inrichting (artikel 1.10a, Activiteitenbesluit)
Een melding voor een activiteit vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet geldt onder de Omgevingswet als:
- een melding, als het onder het nieuwe recht verboden is die activiteit zonder voorafgaande melding te verrichten. Dit staat in artikel 8.1.1, lid 2, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
- een verstrekking van gegevens en schriftelijke stukken, als onder het nieuwe recht een andere informatieplicht dan een melding van toepassing is. Dit staat in artikel 8.1.1, lid 3, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
Praktisch gezien komt dit neer op het volgende:
Volledige melding
Een volledige melding Activiteitenbesluit die voor 1 januari is ingediend, is rechtsgeldig. Na 1 januari geldt hij als een melding of een andere informatieplicht op basis van het Bal. Of het bevoegd gezag de melding wel of niet al in behandeling heeft genomen, is niet relevant.
Onvolledige melding
Een onvolledige melding Activiteitenbesluit is geen melding. Er is pas voldaan aan de meldingsplicht van het Activiteitenbesluit als alle benodigde gegevens zijn aangeleverd.
Daarom moet degene die de activiteit verricht na 1 januari 2024 de gegevens die het Bal eist aanleveren. Gegevens waar het Activiteitenbesluit om vraagt maar het Bal niet, hoeft hij niet meer aan te leveren. Gegevens die hij al eerder heeft aangeleverd (bijvoorbeeld bij de onvolledige melding Activiteitenbesluit), hoeft hij niet nog een keer aan te leveren.
Geen of onvolledige melding bij aanvraag omgevingsvergunning
Op basis van artikel 8.41a (oud) van de Wet milieubeheer moest er bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning Wabo een melding Activiteitenbesluit zitten als:
- de aangevraagde activiteit tegelijkertijd meldingsplichtig was op basis van het Activiteitenbesluit en
- nog niet eerder een volledige melding was gedaan.
Wanneer de aanvrager dit niet had gedaan, moest het bevoegd gezag hem de gelegenheid geven om de aanvraag aan te vullen met de melding. Wanneer er alsnog geen melding binnenkwam, moest het bevoegd gezag de aanvraag buiten behandeling laten.
Omdat het hier gaat om een vereiste voor de afhandeling van een aanvraag om een omgevingsvergunning is op deze procedure, inclusief de in te dienen melding, het oude recht van toepassing. Zie artikel 4.3 van de Invoeringswet.
Het feit dat de AIM niet meer in werking is, is geen probleem. De melding Activiteitenbesluit was vormvrij, dus het maakt niet uit hoe de informatie binnenkomt bij het bevoegd gezag.
Kennisgeving
Dit overgangsrecht geldt voor de kennisgeving financiële zekerheid bij verontreiniging van de bodem (artikel 2.25, onder b, Activiteitenbesluit).
Een kennisgeving voor een activiteit vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet geldt onder de Omgevingswet als:
- een melding, als het onder het nieuwe recht verboden is die activiteit zonder voorafgaande melding te verrichten. Dit staat in artikel 8.1.1, lid 2, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet
- een verstrekking van gegevens en schriftelijke stukken, als onder het nieuwe recht een andere informatieplicht dan een melding van toepassing is. Dit staat in artikel 8.1.1, lid 3, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet
Ontheffing
Dit overgangsrecht geldt voor een aanvraag om ontheffing van de verplichting om een havenafvalplan op te stellen (artikel 3.26j, lid 6, Activiteitenbesluit).
Een aanvraag om een ontheffing voor een activiteit die is gedaan vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet geldt als een melding als bedoeld in de Omgevingswet, als het onder het nieuwe recht verboden is die activiteit zonder voorafgaande melding te verrichten. Het overgangsrecht van artikel 4.3 van de Invoeringswet Omgevingswet (afhandelen aanvraag volgens oud recht) is dan niet van toepassing. Dit staat in artikel 8.1.1, lid 4, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
Jaarlijks verstrekken van gegevens
Het oude recht blijft van toepassing op het verstrekken van gegevens over:
- gesloten bodemenergiesystemen (artikel 3.16, lid 2, Activiteitenbesluit)
- water en meststoffen glastuinbouw (artikel 3.68, lid 1 en 3.73, lid 1, Activiteitenbesluit)
over het kalenderjaar dat voorafgaat aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Dit staat in artikel 8.1.2, lid 1, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
Melding ongewoon voorval
Dit overgangsrecht geldt voor de melding van een ongewoon voorval binnen een inrichting (artikel 17.2, lid 1, Wet milieubeheer).
Een melding van een ongewoon voorval vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet geldt onder de Omgevingswet als een verstrekking van gegevens en schriftelijke stukken over dat ongewoon voorval, als het onder het nieuwe recht verplicht is om het bevoegd gezag hierover te informeren. Dit staat in artikel 8.1.1, lid 3, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
Gelijkwaardige maatregel
Een onherroepelijk besluit over een gelijkwaardige maatregel blijft gelden onder de Omgevingswet. Dit staat in artikel 8.1.4, lid 3, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
Het oude recht blijft van toepassing als vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet een aanvraag om een besluit over een gelijkwaardige maatregel is ingediend, tot het besluit onherroepelijk is. Dit staat in artikel 8.1.4, lid 2, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
Maatwerkvoorschrift
Een onherroepelijk besluit tot het stellen van een maatwerkvoorschrift geldt onder het nieuwe recht als een maatwerkvoorschrift of een vergunningvoorschrift. Het maatwerkvoorschrift wordt een vergunningvoorschrift als het alleen gaat over een vergunningplichtige milieubelastende activiteit.
Dit overgangsrecht geldt alleen als het bevoegd gezag voor die onderwerpen maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften kan stellen. Dit staat in artikel 8.1.5, leden 5 en 6, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
Is een besluit tot het stellen van een maatwerkvoorschrift nog niet afgerond op het moment dat de Omgevingswet is getreden? Dan blijft het oude recht van toepassing tot het besluit onherroepelijk is, als vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet een van de volgende voorwaarden geldt:
- Een aanvraag om een besluit tot het stellen van maatwerkvoorschriften is ingediend.
- Een ontwerp van een besluit tot het stellen van maatwerkvoorschriften is ter inzage gelegd, en op de voorbereiding is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (uitgebreide procedure) van toepassing.
- Voor een besluit tot het stellen van maatwerkvoorschriften is artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht toegepast (belanghebbenden gelegenheid geven om zienswijze in te brengen).
- Het besluit tot het stellen van maatwerkvoorschriften is bekendgemaakt.
Dit staat in artikel 8.1.5, leden 2, 3 en 4, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
Maatwerkvoorschrift lozen vethoudend afvalwater zonder vetafscheider en slibvangput
Op basis van het Activiteitenbesluit milieubeheer kon een horecabedrijf bij maatwerkvoorschrift worden toegestaan om vethoudend afvalwater te lozen zonder vetafscheider en slibvangput (artikel 3.131, lid 5, Activiteitenbesluit milieubeheer).
Daarbij kan ook sprake zijn van een horecabedrijf dat al voor 1 januari 2008 geen vetafscheider en slibvangput had. Op basis van artikel 3.131, lid 8, Activiteitenbesluit milieubeheer viel dit horecabedrijf, als aan alle voorwaarden werd voldaan, onder het overgangsrecht van het Activiteitenbesluit milieubeheer. Dit betekent dat de ontheffing die hiervoor gold een maatwerkvoorschrift werd zoals bedoeld in artikel 3.131, lid 5, Activiteitenbesluit milieubeheer. Dit maatwerkvoorschrift is op basis van artikel 8.1.5, lid 5, Invoeringsbesluit Omgevingswet ook een maatwerkvoorschrift onder de Omgevingswet.
Voorwaarde of uitzondering
Sommige bepalingen uit het Activiteitenbesluit zijn alleen van toepassing onder bepaalde voorwaarden. Andere bepalingen gelden niet in uitzonderingssituaties.
Komen deze bepalingen zonder de uitzonderingen of voorwaarden terug in het Besluit activiteiten leefomgeving? Dan hoeft degene die de activiteit verricht tot 2 jaar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet niet aan de nieuwe bepaling te voldoen. Hij kan die tijd gebruiken om een maatwerkvoorschrift aan te vragen.
Het overgangsrecht voor een uitzondering vervalt als de aard of omvang van de activiteit wijzigt.
Dit staat in artikel 8.1.6, leden 2 en 3, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
Meer informatie over de onderwerpen waarvoor voorwaarden of uitzonderingen gelden staat op de pagina Artikelen Activiteitenbesluit waarin voorwaarden en uitzonderingen staan.
Regels in gemeentelijke verordeningen
Verordening geluid
Regels over geluid in een gemeentelijke verordening (artikel 2.17, lid 7, artikel 2.17a, lid 5, artikel 2.18, lid 5, artikel 2.19a, lid 2, artikel 2.21, lid 1, artikel 2.21, lid 2, Activiteitenbesluit) die bij inwerkingtreding van de Omgevingswet van kracht zijn, blijven gelden tot een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip. Dit staat in artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
Verordening afvalwater
Regels over afvalwater in een gemeentelijke verordening (artikel 3.63, lid 5, Activiteitenbesluit) die bij inwerkingtreding van de Omgevingswet van kracht zijn, blijven gelden tot een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip. Dit staat in artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
Verordening licht
Regels over licht in een gemeentelijke verordening (artikel 3.148, lid 2, Activiteitenbesluit) die bij inwerkingtreding van de Omgevingswet van kracht zijn, blijven gelden tot een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip. Dit staat in artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.