Overgangsrecht Belemmeringenwet Privaatrecht
Voor de Belemmeringenwet Privaatrecht (Belwp) geldt overgangsrecht voor de instrumenten: erkenning van openbaar belang, bevel tot verplaatsing en gedoogplicht.
Erkenning van openbaar belang van een openbaar werk
Het overgangsrecht regelt dat een onherroepelijk besluit tot erkenning van het openbaar belang van een openbaar werk (artikel 1, Belwp) blijft gelden. Dit staat in artikel 4.26, lid 1, van de Invoeringswet Omgevingswet. Die erkenning kan dan grondslag zijn voor een gedoogplichtbeschikking op grond van artikel 10.21, lid 1, van de Omgevingswet. Dit overgangsrecht geldt ook als het bevoegde bestuursorgaan nog geen gedoogplichtbeschikking heeft afgegeven.
Bevel tot verplaatsing van een werk
Een onherroepelijk bevel tot verplaatsing van een werk (artikel 5, Belwp) geldt als een wijziging van een gedoogplichtbeschikking als bedoeld in artikel 10.23, lid 1, van de Omgevingswet. Dit staat in artikel 4.26, lid 2, van de Invoeringswet Omgevingswet.
Gedoogplicht
In de Belemmeringenwet Privaatrecht staan verschillende gedoogplichten. Het overgangsrecht voor de gedoogplichten volgt uit paragraaf 4.3.1, van de Invoeringswet Omgevingswet.
Gelijkstelling
Een opgelegde gedoogplicht voor aanleg of instandhouding van openbare werken (artikel 2, lid 5, Belwp) geldt als gedoogplicht voor het tot stand brengen of opruimen van een werk van algemeen belang als bedoeld in artikel 10.21 van de Omgevingswet. Dit volgt uit artikel 4.16, lid 1, van de Invoeringswet Omgevingswet.
Een opgelegde gedoogplicht voor het rooien of snoeien van bomen of beplanting (artikel 10, lid 2, Belwp) geldt als gedoogplicht voor het rooien, inkorten of snoeien van bomen en beplantingen als bedoeld in artikel 10.24 van de Omgevingswet. Dit volgt uit artikel 4.26, lid 3, van de Invoeringswet Omgevingswet.
Een opgelegde gedoogplicht voor het graven, opmeten of stellen van tekens (artikel 11, Belwp) geldt als gedoogplicht voor het uitvoeren van meetwerkzaamheden of graafwerkzaamheden, het aanbrengen van tekens in, aan of op een onroerende zaak als bedoeld in artikel 10.20 van de Omgevingswet. Dit volgt uit artikel 4.26, lid 4, van de Invoeringswet Omgevingswet.
Lopende procedure gedoogplicht
Als de procedure voor het opleggen van de gedoogplicht nog niet is afgerond, dan blijft het oude recht van toepassing tot het besluit onherroepelijk is. Dit staat in artikel 4.27 van de Invoeringswet Omgevingswet
Vordering schadevergoeding gedoogplicht
Als door een gedoogplicht schade is ontstaan vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet, dan blijft het oude recht van toepassing op:
- een vordering tot schadevergoeding die is ingesteld binnen 5 jaar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet
- toewijzing van die vordering, totdat de toegewezen schadevergoeding volledig is betaald
Dit staat in artikel 4.16, lid 3, van de Invoeringswet Omgevingswet.