Overgangsrecht Besluit lozen buiten inrichtingen
Voor het Besluit lozen buiten inrichtingen geldt overgangsrecht voor de instrumenten melding, verstrekken gegevens, gelijkwaardige maatregel, maatwerkvoorschrift en uitzondering of voorwaarde.
Melding
Het overgangsrecht geldt voor de melding voor het lozen (Besluit lozen buiten inrichtingen):
- van grondwater bij bodemsanering en proefbronnering (artikel 3.1)
- van grondwater bij ontwatering (artikel 3.2)
- van afvloeiend hemelwater (artikel 3.5)
- van huishoudelijk afvalwater (artikel 3.6)
- bij werkzaamheden aan vaste objecten (artikel 3.10)
- bij het uitwendig wassen van motorvoertuigen (artikel 3.11)
- bij het opslaan en overslaan van goederen (artikel 3.13)
- bij handelingen in een oppervlaktewaterlichaam (artikel 3.17)
- vanaf een vaartuig (artikel 3.20)
- van water dat als transportmedium is gebruikt bij het transporteren van zand via leidingen (artikel 3.21)
- van afvalwater bij een calamiteitenoefening (artikel 3.24)
- van spoelwater bij het boren voor een bodemenergiesysteem (artikel 3a.2)
Een melding voor een activiteit vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet geldt onder de Omgevingswet als:
- een melding, als het onder het nieuwe recht verboden is die activiteit zonder voorafgaande melding te verrichten. Dit staat in artikel 8.1.1, lid 2, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
- een verstrekking van gegevens en schriftelijke stukken, als onder het nieuwe recht een andere informatieplicht dan een melding van toepassing is. Dit staat in artikel 8.1.1, lid 3, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
Melding ongewoon voorval
Het overgangsrecht geldt voor een ongewoon voorval bij het lozen (artikel 1.20, lid 1, Besluit lozen buiten inrichtingen).
Een melding van een ongewoon voorval vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet geldt onder de Omgevingswet als een verstrekking van gegevens en schriftelijke stukken over dat ongewoon voorval, als het onder het nieuwe recht verplicht is om het bevoegd gezag hierover te informeren. Dit staat in artikel 8.1.1, lid 3, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
Verstrekken gegevens bodemenergiesysteem
Het oude recht blijft van toepassing op het verstrekken van gegevens over een werkend gesloten bodemenergiesysteem (artikel 3a.8), over het kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarin de Omgevingswet in werking treedt. Dit staat in artikel 8.1.2, lid 3, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
Gelijkwaardige maatregel
Een onherroepelijk besluit over een gelijkwaardige maatregel blijft gelden onder de Omgevingswet. Dit staat in artikel 8.1.4, lid 3, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
Het oude recht blijft van toepassing als vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet een aanvraag om een besluit over een gelijkwaardige maatregel is ingediend, tot het besluit onherroepelijk is. Dit staat in artikel 8.1.4, lid 2, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
Maatwerkvoorschrift
Het overgangsrecht geldt voor een maatwerkvoorschrift over:
- lozingen bij specifieke activiteiten of bij bodemenergiesystemen (artikel 1.5)
- zorgplicht (artikel 2.1)
- ontheffing verbod lozen (artikel 2.2)
- voorwaarden scheiding van afvalwater (artikel 2.3)
- lozen van grondwater bij bodemsanering of proefbronnering (artikel 3.1)
- lozen van grondwater bij ontwatering (artikel 3.2)
- lozen van huishoudelijk afvalwater (artikel 3.6)
- lozen bij werkzaamheden aan vaste objecten (artikel 3.10)
- lozen vanaf een vaartuig (artikel 3.20)
- lozen van water dat als transportmedium is gebruikt bij het transporteren van zand via leidingen (artikel 3.21)
- lozen van afvalwater dat vrijkomt bij het schoonmaken en gebruiken van de middelen voor opslag, transport en distributie van drinkwater of warm tapwater (artikel 3.22)
- temperatuur circulatievloeistof gesloten bodemenergiesysteem (artikel 3a.4)
- toestaan warmteoverschot gesloten bodemenergiesysteem (artikel 3a.5)
Een onherroepelijk besluit tot het stellen van een maatwerkvoorschrift geldt onder het nieuwe recht als een maatwerkvoorschrift of een vergunningvoorschrift. Het maatwerkvoorschrift wordt een vergunningvoorschrift als het alleen gaat over een vergunningplichtige milieubelastende activiteit.
Dit overgangsrecht geldt alleen als het bevoegd gezag voor die onderwerpen maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften kan stellen. Dit staat in artikel 8.1.5, leden 5 en 6, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
Is een besluit tot het stellen van een maatwerkvoorschrift nog niet afgerond op het moment dat de Omgevingswet is getreden? Dan blijft het oude recht van toepassing tot het besluit onherroepelijk is, als vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet een van de volgende voorwaarden geldt:
- Een aanvraag om een besluit tot het stellen van maatwerkvoorschriften is ingediend.
- Een ontwerp van een besluit tot het stellen van maatwerkvoorschriften is ter inzage gelegd, en op de voorbereiding is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (uitgebreide procedure) van toepassing.
- Voor een besluit tot het stellen van maatwerkvoorschriften is artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht toegepast (belanghebbenden gelegenheid geven om zienswijze in te brengen).
- Het besluit tot het stellen van maatwerkvoorschriften is bekendgemaakt.
Dit staat in artikel 8.1.5, leden 2, 3 en 4, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
Voorwaarde of uitzondering
Sommige bepalingen uit het Besluit lozen buiten inrichtingen zijn alleen van toepassing onder bepaalde voorwaarden.
Komen deze bepalingen zonder de uitzonderingen of voorwaarden terug in het Besluit activiteiten leefomgeving? Dan hoeft degene die de activiteit verricht tot 2 jaar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet niet aan de nieuwe bepaling te voldoen. Hij kan die tijd gebruiken om een maatwerkvoorschrift aan te vragen.
Het overgangsrecht voor een uitzondering vervalt als de aard of omvang van de activiteit wijzigt.
Dit staat in artikel 8.1.6, leden 2 en 3, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
Het overgangsrecht geldt voor de volgende voorwaarden.
Onderwerp | Artikel voorwaarde |
---|---|
Lozen van huishoudelijk afvalwater op of inde bodem of in een oppervlaktewaterlichaam | 3.1, lid 6 |
Opslaan van goederen behorende tot de stuifklassen S1 en S3 | 3.13, lid 6 |
Lozen van afvalwater dat met opgeslagen goederen in contact is geweest in een vuilwaterriool | 3.13, lid 10 |
Gebruik afvalwater dat in contact is geweest met inerte goeden gebruiken voor het bevochtigen van die goederen | 3.13, lid 11 |