Overgangsrecht Drinkwaterwet
Voor de Drinkwaterwet geldt overgangsrecht voor het instrument 'gedoogplicht'.
Gedoogplicht
De Drinkwaterwet merkt 'werken voor aanleg, herstel, vernieuwing of uitbreiding van de infrastructuur van een drinkwaterbedrijf' aan als 'openbare werken van algemeen nut' uit de Belemmeringenwet Privaatrecht (artikel 7, lid 3, Drinkwaterwet). Voor aanleg of instandhouding van deze werken geldt de gedoogplicht uit artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht. Het overgangsrecht voor de gedoogplicht volgt uit artikel 4.2 van de Invoeringswet Omgevingswet.
Gelijkstelling
Een opgelegde gedoogplicht voor het tot stand brengen en in stand houden van de infrastructuur die noodzakelijk is voor de productie en distributie van drinkwater (artikel 7, lid 1, onder b, Drinkwaterwet) geldt als gedoogplicht als bedoeld in artikel 10.13, lid 1, onder b, van de Omgevingswet. Dit volgt uit artikel 4.16, lid 1, van de Invoeringswet Omgevingswet.
Lopende procedure gedoogplicht
Als de procedure voor het opleggen van de gedoogplicht nog niet is afgerond, dan blijft het oude recht daarop van toepassing tot:
- het besluit onherroepelijk is, als tegen het besluit beroep openstaat
- het besluit van kracht is, als tegen het besluit geen beroep openstaat
Dit staat in artikel 4.3, 4.4 of 4.5, Invoeringswet Omgevingswet.
Vordering schadevergoeding
Als door een gedoogplicht schade is ontstaan vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet, dan blijft het oude recht van toepassing op:
- een vordering tot schadevergoeding die is ingesteld binnen 5 jaar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet
- toewijzing van die vordering, totdat de toegewezen schadevergoeding volledig is betaald
Dit staat in artikel 4.16, lid 3, van de Invoeringswet Omgevingswet.