Overgangsrecht Mijnbouwbesluit
Voor het Mijnbouwbesluit geldt overgangsrecht voor de instrumenten: vergunning en kennisgeving.
Vergunning
Vergunning voor verkenningsonderzoek
Een vergunning voor een verkenningsonderzoek in of boven de delen van de territoriale zee en het continentale plat die bij ministeriële regeling zijn aangewezen als ankergebieden voor aanloophavens (artikel 18, Mijnbouwbesluit) geldt als omgevingsvergunning voor een mijnbouwlocatieactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, lid 2, onder e, van de Omgevingswet.
Een vergunning voor een verkenningsonderzoek in of boven de delen van de territoriale zee en het continentale plat die bij ministeriële regeling zijn aangewezen als oefen- en schietgebied (artikel 19, Mijnbouwbesluit) geldt als omgevingsvergunning voor een mijnbouwlocatieactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, lid 2, onder e, van de Omgevingswet.
Een vergunning voor een verkenningsonderzoek in of boven de delen van de territoriale zee en het continentale plat die bij ministeriële regeling zijn aangewezen als aanloopgebied Hoek van Holland (artikel 20, Mijnbouwbesluit) geldt als omgevingsvergunning voor een mijnbouwlocatieactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, lid 2, onder e, van de Omgevingswet.
Dit volgt uit artikel 4.13, lid 1, van de Invoeringswet Omgevingswet.
Vergunning voor plaatsen mijnbouwinstallatie
Een vergunning voor het plaatsen van een mijnbouwinstallatie (met de veiligheidszone) in de delen van de territoriale zee en het continentale plat die bij ministeriële regeling zijn aangewezen als oefen- en schietgebied (artikel 44, Mijnbouwbesluit) geldt als omgevingsvergunning voor een mijnbouwlocatieactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, lid 2, onder e, van de Omgevingswet.
Een vergunning voor het plaatsen van een mijnbouwinstallatie in de druk bevaren gebieden die bij ministeriële regeling zijn aangewezen (artikel 45, Mijnbouwbesluit) geldt als omgevingsvergunning voor een mijnbouwlocatieactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, lid 2, onder e, van de Omgevingswet.
Dit volgt uit artikel 4.13, lid 1, van de Invoeringswet Omgevingswet.
Lopende procedure vergunning
Er is overgangsrecht voor de gevallen waarin een aanvraag om een omgevingsvergunning is ingediend vóór inwerkingtreding van de Omgevingswet. Als de vergunningprocedure op de datum van inwerkingtreding nog niet is afgerond, dan blijft het oude recht van toepassing tot:
- het besluit onherroepelijk is, als tegen het besluit beroep openstaat
- het besluit van kracht is, als tegen het besluit geen beroep openstaat
Het oude recht blijft van toepassing, dus het oude bevoegd gezag neemt een besluit op basis van de oude regels. Het handelt de aanvraag af alsof het nog 31 december 2023 is. Het uitgangspunt is dus onder andere de oude beoordelingsregels, de oude totstandkomingsprocedure en de oude rechtsmiddelen.
Enkele bijzondere gevallen:
Lex silencio: Er is 1 uitzondering op de hoofdregel dat het oude recht van toepassing blijft: De inwerkingtreding van rechtswege op grond van paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (lex silencio positivo), is niet van toepassing.
Vergunningplicht vervalt onder Omgevingswet: Een aanvraag voor een activiteit waarvoor de vergunningplicht onder de Omgevingswet verandert in een meldingsplicht, wordt automatisch een melding. Het bevoegd gezag hoeft dan geen besluit meer op de aanvraag te nemen. Bij een aanvraag voor meerdere activiteiten waarbij slechts een gedeelte meldingsplichtig wordt, gebeurt het volgende: Het bevoegd gezag neemt op grond van het oude recht een besluit over de activiteiten die na inwerkingtreding vergunningplichtig zijn. De rest van de aanvraag geldt als een melding voor activiteiten die na inwerkingtreding meldingsplichtig zijn.
Aanvraag omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM): Sommige OBM’s golden onder het oude systeem alleen voor oprichten of veranderen van een activiteit. Niet voor in werking zijn. Het bevoegd gezag handelt zo’n aanvraag af op grond van het oude recht en verleent dus een OBM. Dan is de vraag of zo’n OBM dan een omgevingsvergunning milieu in de zin van de Omgevingswet wordt. Deze geldt namelijk ook voor in werking zijn. Niet alleen voor oprichten of veranderen.
Navraag bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft opgeleverd dat artikel 4.13 van de Invoeringswet Omgevingswet er voor zorgt dat de OBM een omgevingsvergunning milieu in de zin van de Omgevingswet wordt. Het overgangsrecht sluit dus aan bij de reikwijdte van de vergunningplicht in de Omgevingswet. Niet bij de reikwijdte van de vergunningplicht in het oude systeem.
Onlosmakelijk verbonden toestemming: Artikel 2.7 van de Wabo verplichtte tot het in één aanvraag aanvragen van onlosmakelijk verbonden activiteiten. Bij een aanvraag van vóór 1 januari 2024, waarbij een onlosmakelijk verbonden activiteit ontbreekt, gebeurt het volgende: Het bevoegd gezag verzoekt om aanvulling van de aanvraag met de ontbrekende activiteit. Het bevoegd gezag handelt ook de aanvulling af op grond van het oude recht. De aanvulling is immers onderdeel geworden van een vóór 1 januari ingediende aanvraag.
Vooruitlopen op het nieuwe recht: Het bevoegd gezag handelt een aanvraag van vóór 1 januari 2024 af op grond van het oude recht. Het is wel toegestaan om in de vergunningvoorschriften al vooruit te lopen op het nieuwe recht. Dus bijvoorbeeld uit te gaan van de algemene regels van het Bal of het Bbl. Vergunningvoorschriften mogen immers ook uitgaan van een 'toekomstige' situatie. Het is weer niet toegestaan om een rechtsgrond in het Bal of Bbl te gebruiken. Zoals bijvoorbeeld een maatwerkmogelijkheid.
Melding bij aanvraag ontbreekt: Op grond van artikel 8.41a (oud) van de Wet milieubeheer moest er bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning Wabo in sommige gevallen een melding Activiteitenbesluit zitten. Wij bespreken dit geval op onze pagina Overgangsrecht Activiteitenbesluit milieubeheer.
Zie artikel 4.3 van de Invoeringswet Omgevingswet en artikel 8.1.1, lid 4, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet.
Kennisgeving
Dit overgangsrecht geldt voor de kennisgeving van:
- het ontwerp van de productie-installatie (artikel 84i, Mijnbouwbesluit)
- de boorgatactiviteit (artikel 84j, Mijnbouwbesluit)
- een gecombineerde activiteit (artikel 84k, Mijnbouwbesluit)
Een kennisgeving voor een activiteit vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet geldt onder de Omgevingswet als:
- een melding, als het onder het nieuwe recht verboden is die activiteit zonder voorafgaande melding te verrichten. Dit staat in artikel 8.1.1, lid 2, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet
- een verstrekking van gegevens en schriftelijke stukken, als onder het nieuwe recht een andere informatieplicht dan een melding van toepassing is. Dit staat in artikel 8.1.1, lid 3, van het Invoeringsbesluit Omgevingswet