Overgangsrecht Spoorwegwet
Voor de Spoorwegwet geldt overgangsrecht voor de instrumenten gedoogplicht en vergunning.
Gedoogplichten
In de Spoorwegwet staan verschillende gedoogplichten.
Gedoogplicht van rechtswege
Een gedoogplicht voor aanraking, doorsnijding of overbrugging van infrastructuur door een hoofdspoorweg (artikel 24, lid 1, Spoorwegwet) geldt als gedoogplicht van rechtswege als bedoeld in artikel 10.8, lid 1, van de Omgevingswet.
Een gedoogplicht voor aanraking, doorsnijding of overbrugging van gronden, werken en opstallen door een hoofdspoorweg (artikel 25, Spoorwegwet) geldt als gedoogplicht van rechtswege als bedoeld in artikel 10.8, lid 2, van de Omgevingswet.
Vordering schadevergoeding
Als door een gedoogplicht schade is ontstaan vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet, dan blijft het oude recht van toepassing op:
- een vordering tot schadevergoeding die is ingesteld binnen 5 jaar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet
- toewijzing van die vordering, totdat de toegewezen schadevergoeding volledig is betaald
Dit staat in artikel 4.16, lid 3, van de Invoeringswet Omgevingswet.
Gedoogplicht bij beschikking
De Spoorwegwet merkt 'werken voor het aanleggen, herstellen, vernieuwen, of uitbreiden van een hoofdspoorweg' aan als 'openbare werken van algemeen nut' uit de Belemmeringenwet Privaatrecht (artikel 24, lid 3, Spoorwegwet). Voor de aanleg of instandhouding van deze werken geldt de gedoogplicht uit artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht. Het overgangsrecht voor deze gedoogplicht volgt uit artikel 4.2 van de Invoeringswet Omgevingswet.
Gelijkstelling
Een opgelegde gedoogplicht voor aanleg of instandhouding van openbare werken (artikel 1, Belemmeringenwet Privaatrecht) geldt als gedoogplicht voor het tot stand brengen of opruimen van een werk van algemeen belang als bedoeld in artikel 10.21 van de Omgevingswet. Dit volgt uit artikel 4.16, lid 1, van de Invoeringswet Omgevingswet.
Lopende procedure gedoogplicht
Als de procedure voor het opleggen van de gedoogplicht nog niet is afgerond, dan blijft het oude recht daarop van toepassing tot:
- het besluit onherroepelijk is, als tegen het besluit beroep openstaat
- het besluit van kracht is, als tegen het besluit geen beroep openstaat
Dit staat in artikel 4.3, 4.4 of 4.5, Invoeringswet Omgevingswet.
Vordering schadevergoeding gedoogplicht
Als door een gedoogplicht schade is ontstaan vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet, dan blijft het oude recht van toepassing op:
- een vordering tot schadevergoeding die is ingesteld binnen 5 jaar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet
- toewijzing van die vordering, totdat de toegewezen schadevergoeding volledig is betaald
Dit staat in artikel 4.16, lid 3, van de Invoeringswet Omgevingswet.
Vergunning
Een verleende vergunning voor het gebruiken van hoofdspoorwegen en de daarnaast gelegen gronden (artikel 19, Spoorwegwet) geldt als omgevingsvergunning voor een beperkingengebiedactiviteit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) bij een hoofdspoorweg (artikel 4.13, lid 1, Invoeringswet Omgevingswet).
Meer informatie over de beperkingengebiedactiviteit bij een hoofdspoorweg.
Lopende procedure vergunning
Er is overgangsrecht voor de gevallen waarin een aanvraag om een omgevingsvergunning is ingediend vóór inwerkingtreding van de Omgevingswet. Als de vergunningprocedure op de datum van inwerkingtreding nog niet is afgerond, dan blijft het oude recht van toepassing tot:
- het besluit onherroepelijk is, als tegen het besluit beroep openstaat
- het besluit van kracht is, als tegen het besluit geen beroep openstaat
Dit staat in artikel 4.3 van de Invoeringswet Omgevingswet.
Meer informatie
Begrip: Beperkingengebiedactiviteit
Een beperkingengebiedactiviteit is een activiteit die de functie van een maatschappelijk belangrijk werk of object kan verstoren.
Meer informatie leest u op de pagina Beperkingengebiedactiviteit: toelichting.