Overgangsrecht Wet inrichting landelijk gebied

Inrichtingsplan

De onderdelen van een inrichtingsplan (artikel 17, Wilg) waartegen beroep openstaat, gelden als inrichtingsbesluit als bedoeld in artikel 12.7 van de Omgevingswet. De onderdelen van een inrichtingsplan waartegen geen beroep openstaat, gelden als inrichtingsprogramma als bedoeld in artikel 3.14a van de Omgevingswet. Dit staat in artikel 4.6, lid 1, van de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet.

Het inrichtingsplan vervalt bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet voor de toewijzing en regeling van het beheer en onderhoud van waterlopen, dijken of kades met de daartoe behorende kunstwerken, als bedoeld in artikel 28, onder b, van de Wet inrichting landelijk gebied. Dit staat in artikel 4.6, lid 3, van de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet.

Het oude recht blijft van toepassing op een inrichtingsplan als vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet een ontwerpinrichtingsplan ter inzage is gelegd, tot het moment dat het inrichtingsplan onherroepelijk Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) is. Dit staat in artikel 4.5, lid 1, van de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet.

Ruilplan

Een ruilplan (artikel 47, Wilg) geldt als ruilbesluit als bedoeld in artikel 12.22 van de Omgevingswet. Dit staat in artikel 4.6, lid 2, van de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet.

Het oude recht blijft van toepassing op een ruilplan als vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet een ontwerpruilplan ter inzage is gelegd, tot het moment dat het ruilplan onherroepelijk is. Dit staat in artikel 4.5, lid 1, van de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet.

Lijst geldelijke regelingen

Het oude recht blijft van toepassing op de vaststelling van een lijst geldelijke regelingen (artikel 47, Wilg) als vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet een ontwerplijst ter inzage is gelegd, tot het moment dat de lijst onherroepelijk is. Dit staat in artikel 4.5, lid 1, van de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet.

Besluit wijziging blokgrenzen ruilplan

Het oude recht blijft van toepassing op een besluit tot wijziging van de blokgrenzen (artikel 44, Wilg) als vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet:

• belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld om zienswijzen in te brengen, of
• het besluit is bekendgemaakt

tot het moment dat het besluit onherroepelijk is. Dit staat in artikel 4.5, lid 2, van de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet.

Gedoogplicht

Een geldende gedoogplicht voor de voorbereiding van landinrichting (artikel 22, Wilg) geldt als gedoogplicht voorbereiding landinrichting als bedoeld in artikel 10.10c van de Omgevingswet.

Een geldende gedoogplicht voor het uitvoeren van meetwerkzaamheden of waarnemingen of het aanbrengen van tekens voor landinrichting (artikel 41, Wilg) geldt als gedoogplicht landinrichting als bedoeld in artikel 10.10d van de Omgevingswet.

Een geldende gedoogplicht voor instructiewerkzaamheden bij landinrichting (artikel 41, Wilg) geldt als gedoogplicht verrichten werkzaamheden instructie als bedoeld in artikel 10.10d van de Omgevingswet.

Een geldende gedoogplicht bij herverkaveling (artikel 41, Wilg) geldt als gedoogplicht herverkaveling als bedoeld in artikel 10.10f van de Omgevingswet.

Een geldende gedoogplicht voor het tijdelijk in gebruik geven van een perceel (artikel 45, Wilg) geldt als gedoogplicht herverkaveling als bedoeld in artikel 10.10f van de Omgevingswet.

Vordering schadevergoeding gedoogplicht artikel 22 en 41

Als door een gedoogplicht schade is ontstaan vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet, dan blijft het oude recht van toepassing op:

• een vordering tot schadevergoeding die is ingesteld binnen 5 jaar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet
• toewijzing van die vordering, totdat de toegewezen schadevergoeding volledig is betaald

Dit staat in artikel 4.8 van de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet.

Meer informatie

• Wet inrichting landelijk gebied - wetten.nl