Andere mensen aan tafel
Participatie betekent dat u in samenspraak en vanuit verschillende perspectieven uw plan onderbouwt. Participatie vindt in een vroeg stadium plaats, zodat er nog ruimte voor inbreng is. De eerste stap in het participatieproces is om helder te krijgen wat het gemeenschappelijke doel van de participatie is. Zorg er daarna voor dat ook andere mensen aan tafel zitten. Zo kan iedereen zijn visie en kennis inbrengen.
Leer de leefwereld van andere doelgroepen kennen
Een veelgehoorde zorg bij participatie is dat altijd dezelfde mensen aan tafel zitten. Bijvoorbeeld mensen die afkomen op een informatieavond. U hoort zo alleen hun visie of belangen. Wilt u ook andere groepen betrekken? Dan is het de kunst u goed in te leven in hun belevingswerelden.
Het is nuttig om uit te zoeken wat deze doelgroepen helpt om wél mee te doen. Met die kennis kunt u in uw participatieproces rekening houden. Voor het ontwerp van het participatieproces kunt u gebruikmaken van het participatiekompas. Voor het betrekken van een brede groep mensen bij de participatie geven we op deze pagina een paar handvatten.
Onderscheiden van verschillende groepen mensen
Elk participatieproces start met het helder krijgen van het gemeenschappelijk doel. Wat willen we? Dan volgen de wie-vragen: wie zijn al betrokken? En wie moeten we zeker nog meer betrekken?
Verschillende leefwerelden
Om verschillende mensen aan tafel te krijgen, is het belangrijk om een beeld te krijgen van de wijk of gemeente. Wie wonen er? Wat zijn hun drijfveren? Hoe kunt u verschillende groepen het beste betrekken? Als u hierop nog geen zicht heeft, kunt u gebruikmaken van onderzoeken of modellen die groepen bewoners in diverse categorieën indelen (segmentatiemodellen).
De modellen maken gebruik van grote hoeveelheden databestanden en inzichten uit de gedragswetenschappen. Ze geven een voorspelling van welke typen inwoners in een bepaald gebied wonen. Binnen die verschillende leefwerelden kunt u bewoners verder indelen in specifieke categorieën. Denk aan jongeren, ouderen of mensen met een migratieachtergrond.
Segmentatiemodellen inzetten in het participatieproces
De verschillende modellen worden vooral aan het begin van een participatieproces ingezet. Ze geven informatie over hoe verschillende inwonersgroepen het beste benaderd kunnen worden. Bij het communiceren met inwoners kunt u deze informatie gebruiken voor het bepalen van de inhoud en toon.
Ook helpt deze informatie bij het kiezen van participatievormen. In de praktijk blijkt dat het voor inwoners niet alleen belangrijk is hoe ze door de overheid benaderd worden. Het telt ook mee of ze zich bij een onderwerp betrokken voelen.
Onder de tussenkop Stimuleer participatie door andere doelgroepen vindt u handvatten voor het bereiken van specifieke groepen. Kijk voor voorbeelden van hoe u inspeelt op verschillende leefwerelden onder de tussenkop Gebruik andere werkvormen bij andere doelgroepen.
Meer informatie over segmentatiemodellen
Meer informatie over segmentatiemodellen vindt u in het onderzoek dat het Verwey-Jonker Instituut heeft gedaan.
Zoek andere doelgroepen op nieuwe plekken
Als u weet wie de belanghebbenden zijn bij uw plan, moet u ze nog wel weten te vinden.
Doelgroepen vindt u:
- In de buurt van uw project. Trek op de kaart een cirkel rondom het project. Bepaal zelf hoe groot die moet zijn. Beschouw de bewoners en ondernemers in deze kring als directbetrokkenen. Hoe ingewikkelder het project, hoe groter de kring directbetrokkenen.
- Op kruispunten in de samenleving. Op verschillende plekken vindt u betrokken mensen met hart voor de buurt en binding met een grotere achterban. Denk aan buurthuizen, scholen, kerken, moskeeën en (sport)verenigingen. Maak hier gebruik van.
- Via contactpersonen. Op zoek naar creatieve denkers, of naar mensen met verstand van een bepaald onderwerp? Bij overheden, buurtwerk en bedrijfsverenigingen zitten contactpersonen die deze mensen vaak persoonlijk kennen. Zoek ze op.
- Via een leefstijlenatlas. Als u op zoek bent naar een specifieke groep mensen kunt u ook een leefstijlenatlas raadplegen. Veel provincies hebben zo'n atlas. In de atlas kunt u op de kaart zien wat voor mensen in bepaalde gebieden wonen. Ook kunt u een bureau inschakelen dat gespecialiseerd is in communicatie via leefstijlen.
Stimuleer participatie door andere doelgroepen
Bij participatie is het belangrijk dat iedereen mee kan doen. In de praktijk blijkt het lastig te zijn om alle bewoners te bereiken. Jongeren, ouderen, inwoners met een migratieachtergrond en inwoners met een lage sociaal-economische status brengen nog te weinig hun visie en belangen in.
Wat kan een overheid doen om ook deze inwoners te betrekken bij participatie? Roy Liebrand noemt in zijn MasterThesis Burgerparticipatie van kwetsbare burgers onder de Omgevingswet een aantal factoren waar de overheid rekening mee kan houden bij het inrichten van een participatieproces.
Voorafgaand aan het participatieproces
- Zorg voor voldoende draagvlak bij bestuurders en ambtenaren. Zorg ervoor dat er bij hen voldoende luisterbereidheid is en dat de kansen op goede participatie maximaal zijn.
- Zoek als gemeente intern de verbinding met het sociale domein. Sociale wijkteams en zorgcoaches hebben veel kennis en contacten.
- Zorg bij het ontwerp van het participatieproces voor maatwerk: welke vorm is geschikt? Kies bij voorkeur voor een mix van off- en online middelen. Houd er wel rekening mee dat digitale communicatiemiddelen niet voor iedereen toegankelijk zijn.
- Gooi een groot net uit. Iedere doelgroep heeft een andere benadering nodig. Ze hebben vaak verschillende belangen. Maak bij een project of plan een overzicht van de omgeving. Analyseer wie er allemaal in de wijk wonen. De kans is dan groter dat u alle belanghebbenden bereikt.
- Het ontbreekt mensen uit ondervertegenwoordigde doelgroepen vaak aan een sociaal netwerk. Ook kan er sprake zijn van wantrouwen, gevoelens van machteloosheid en een gebrek aan zelfvertrouwen. Zorg voor verbinders tussen overheidsinstanties of maatschappelijke instellingen en moeilijk bereikbare inwoners. Zoek persoonlijk contact, via wijkregisseurs, teams leefomgeving of sociale wijkteams. Voer keukentafelgesprekken, bel deur tot deur aan, ga de straat op of schrijf een persoonlijke (uitnodigings)brief. Duik niet direct in de inhoud, maar bouw eerst aan de relatie.
- Vraag aan de doelgroep zelf waar en wanneer ze een bijeenkomst zouden willen. Stel inwoners in staat om mee te doen. Denk daarbij aan kinderopvang, vervoer en een toegankelijke locatie. Gebruik in de uitnodiging eenvoudige taal en maak gebruik van foto’s en tekeningen.
- Creëer meerwaarde en toon die meerwaarde aan. Waarom is het interessant voor inwoners om mee te doen? Wat levert het op? Maak de meerwaarde helder in de uitnodiging die u aan inwoners stuurt.
- Organiseer een voorbereidende sessie voor mensen die daar behoefte aan hebben. Bespreek het onderwerp al een keer voor, zodat iedereen in staat is om erover mee te praten.
Tijdens het participatieproces
- Gebruik eenvoudige taal.
- Manage de verwachtingen. Waarover kan men wel meepraten, en waarover niet? Baken duidelijk de fase van het beleidsproces af waarin mensen mogen participeren. Als inwoners vroeg in het proces worden betrokken, kunnen zij meer invloed op het beleid uitoefenen. Dat zorgt voor motivatie.
- Zorg ervoor dat het proces niet te lang duurt. Mensen uit ondervertegenwoordigde groepen hebben relatief minder oog voor het langetermijnperspectief. Bij langlopende participatieprocessen is het beter om het proces in deelonderwerpen op te knippen.
- Houd bijeenkomsten kort. Controleer regelmatig of iedereen het proces nog kan volgen. Maak het zo eenvoudig mogelijk. Sluit aan bij de belevingswereld van de doelgroep.
- Maak gebruik van verschillende werkvormen (zie onder de tussenkop Gebruik andere werkvormen bij andere doelgroepen) en zorg ervoor dat iedereen aan bod komt.
Na het participatieproces
- Geef een terugkoppeling aan de participanten. Maak de geleverde inbreng inzichtelijk. Geef aan welke rol hun inbreng heeft gespeeld en hoe bepaalde zaken tot stand zijn gekomen.
- Evalueer het participatietraject. Wat zijn trends of verbeterpunten? Negatieve ervaringen met participatie of een gebrek aan terugkoppeling zorgen ervoor dat een inwoner afhaakt en een volgende keer niet meer wil bijdragen.
Gebruik andere werkvormen bij andere doelgroepen
Elk proces is anders. Elk participatieproces vraagt om een unieke aanpak. Werkvormen zijn afhankelijk van welke groepen u wilt betrekken. Wat zijn de leefwerelden van die groepen?
Een paar tips en voorbeelden:
- Benut de innovatietool WegWijzer om te weten welke mensen u wil uitnodigen, waar u ze gaat vinden en hoe u ze kunt overtuigen om mee te doen.
- Ga als ambtenaren, bestuurders en bewoners samen wandelen in de omgeving tijdens een zogeheten omgevingswandeling.
- De deelnemers aan een G1000 worden ingeloot om met elkaar beslissingen te nemen over belangrijke zaken in hun gemeenschap.
- In de toolkit jongerenparticipatie vindt u succesvolle methoden om jongeren te betrekken.
- Soms zijn fysieke bijeenkomsten niet mogelijk en ligt een digitale vorm voor de hand. Gebruik hiervoor de Inspiratiegids Digitale Participatie.
Houd bij het bedenken van werkvormen voor participatie rekening met verschillen tussen mensen. Als u vormen zoekt om verschillende mensen aan te spreken, kunt u denken aan:
- Creatieve sessies en discussieavonden voor mensen die graag geïnspireerd willen raken en zelf ideeën willen genereren.
- Expertmeetings en klankbordgroepen voor mensen die willen inspreken en kennis delen.
- Ontmoetingen bij de kraam op de markt, op een wijkfeest. Daar vindt u inwoners die gericht zijn op meedenken, samendoen en het belang van het collectief.
- Bij de dorpsraad, op een inloop- of inspraakbijeenkomst vindt u mensen die tijdens de koffie graag een 1-op-1-gesprek voeren.
Laat u inspireren door praktijkverhalen over andere doelgroepen
Veel praktijkverhalen uit de inspiratiegids voor participatie Omgevingswet gaan over het betrekken van andere groepen. Hieronder vindt u 3 voorbeelden.
Jongeren
In Gorinchem wilde de gemeente jongeren aan het woord hebben. Ook voor hen moet de stad aantrekkelijk blijven. Gemeentemedewerkers gingen langs op scholen en stelden daar vragen over de toekomst.
- Visie van de stad Gorinchem
De straat op
In Vleuten-De Meern gingen medewerkers van de gemeente de straat op om mensen te vragen naar ideeën voor de omgevingsvisie. Ze nodigden zichzelf uit bij de voetbalvereniging en spraken met pubers en ouders.
- Omgevingsvisie Vleuten De Meern
Via media van uw doelgroep
Tijdens de bouw van de Gaasperdammertunnel ondervonden sommige bewoners van Amsterdam-Zuidoost overlast. Via een Caribische radiozender sprak de omgevingsmanager met Surinaamse buurtbewoners.
Meer lezen
- Participatie en minder mondige mensen Veghel
- Omgevingscontract Nigtevecht en Weesp
- Flexibel bestemmingsplan Overbetuwe
- Stadsgesprek Energieplan Utrecht
- Inclusieve participatie op z'n Haarlems