Aan de slag met participatiebeleid
Overheden kunnen al vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet hun participatiebeleid opstellen. Stellen gemeenten, provincies en waterschappen een omgevingsvisie, omgevingsplan, omgevingsverordening, waterschapsverordening of programma vast? Dan moeten ze aangeven hoe ze invulling hebben gegeven aan hun eigen participatiebeleid.
Wat komt erin?
Overheden mogen zelf bepalen hoe ze hun participatiebeleid vormgeven. Hun visie op participatie en hun uitgangspunten kunnen ze in dat beleid opnemen. Bijvoorbeeld over de toegankelijkheid, de representativiteit en de betrokkenheid van ondervertegenwoordigde groepen. Maar ook over hun eigen rol en over de manier waarop het participatieresultaat wordt meegewogen in het uiteindelijke plan. Door dit beleid duidelijk vast te stellen, is voor alle betrokkenen meteen duidelijk hoe zij kunnen meedenken en meedoen.
Motie-Nooren
Begin 2020 is in de Eerste Kamer de motie-Nooren c.s. aangenomen. Hiermee is de motiveringsplicht voor participatie uitgebreid. De motie-Nooren houdt ook een motiveringsplicht in voor decentrale overheden over het eigen participatiebeleid. De uitwerking van de motie komt via het Invoeringsbesluit als regel in het Omgevingsbesluit. Wilt u hier meer over weten? Bekijk het webcollege.
Verplichte participatie
Er is nog een goede reden om participatiebeleid op te stellen. Een gemeenteraad kan met een raadsbesluit gevallen aanwijzen waarin participatie verplicht is. Het gaat dan om activiteiten die niet mogelijk zijn volgens het omgevingsplan: de zogenoemde buitenplanse omgevingsplanactiviteiten. Het kan voor de overheid handig zijn om voor zulke gevallen participatiebeleid te formuleren. Zij kan dan daarin aangeven hoe zij omgaat met binnengekomen aanvragen.
Participatiebeleid en participatieverordening
Voor nog betere participatie op decentraal niveau is een wetsvoorstel in voorbereiding. Daarin wil men de inspraakverordening die nu nog geldt, verbreden naar een participatieverordening. Het wetsvoorstel stimuleert decentrale overheden om participatiebeleid te ontwikkelen: beleid over de betrokkenheid van inwoners bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid. Het voorstel nodigt overheden ook uit dit beleid uit te werken in de participatieverordening. Decentrale overheden mogen zelf beslissen op welke manier ze inwoners betrekken bij de verschillende beleidsfasen.
Als een participatieverordening ook gaat over de instrumenten van de Omgevingswet, hebben overheden te maken met de motiveringsplicht. Gemeentes, provincies en waterschappen moeten dan bij het vaststellen van die instrumenten aangeven hoe ze de participatieverordening, en dus het eigen participatiebeleid, hebben ingevuld.
Denkwijze(r)
Bij het opstellen van participatiebeleid kan de Denkwijze(r) voor goede participatie helpen. Hierin staan succesfactoren en randvoorwaarden voor goede participatie. Ook bevat de Denkwijzer inspirerende voorbeelden.
Stuurwiel volksvertegenwoordigers
Ook het Stuurwiel volksvertegenwoordigers: handvatten over hun rol bij participatie kan helpen bij het opstellen van participatiebeleid. Het stuurwiel helpt met handvatten en wil aanzetten tot nadenken en gesprekken. Zo komt u erachter hoe uw collega-volksvertegenwoordigers denken over inhoud, proces en houding of gedrag als de Omgevingswet straks in werking is getreden. Het stuurwiel wordt in 8 processen weergegeven.
Meer informatie
- VNG Voorbeeld Verordening participatie en uitdaagrecht. De VNG heeft een voorbeeld participatieverordening opgesteld. Met dit voorbeeld beoogt de VNG gemeenten te inspireren tot andere participatiemogelijkheden dan inspraak en deze participatie van een wettelijke basis te voorzien.
- Handreiking 'Aan de slag met participatie'. Ter inspiratie is door Berenschot in samenwerking met de VNG een handreiking ‘Aan de slag met participatie’ gemaakt. Deze handreiking bevat een routekaart en veel concrete gemeentelijke praktijkvoorbeelden die tot de verbeelding spreken.